• Vals alarm, vals alarm

    Ik had het helemaal verkeerd begrepen, de opdracht voor Engels van Zelie. 

    De opdracht was niet “maak een filmpje”, de opdracht was “kies één van de drie mogelijkheden om een toneeltje-achtig iets te doen”, waarbij de drie mogelijkheden waren:

    • een conversatie in een winkel (toneeltje in de klas)
    • een conversatie aan de telefoon (toneeltje in de klas)
    • een kookshow

    Die kookshow mocht op voorhand opgenomen worden als dat kon, maar het mocht ook gewoon toneeltje in de klas zijn. Dan zou het wel met een omschrijving zijn en niet live koken.

    Maar zelfs als het een filmpje was, en dat is wijzer omdat ze dan de ingrediënten zien, moest er hoedanook, om een beetje het voordeel te compenseren dat ze op voorhand konden proberen en herproberen tot het goed was, een live onderdeel in de klas zijn met voorstelling en ingrediënten en zo. 

    Pfff. 

    Wat er van weze: ik blijf erbij dat een filmpje maken ze ook veel dingen bijleert, naast het Engels zelf. En het is gewoon ook wijs om doen. 🙂

  • Montage-aap

    ’t Is proper, ik ben gedegradeerd tot filmpje-in-elkaar-zet-mens voor mijn dochter en haar vriendin.

    Het is allemaal toch maar wat, wat ze tegenwoordig op school moeten doen. Voor de Engelse les moeten ze –houd u vast– een kookprogramma maken. Met telefoon, fototoestel, camera, computer, micro, het maakt allemaal niet uit, als ze op het einde maar vijf minuten beeld en geluid hebben waarmee een recept uitgelegd wordt.

    Ahem ja.

    Het is tiramisu geworden, het ding is dit weekend klaargemaakt met een filmcamera op een statief en een fototoestel in de hand, er is al een introfilmpje van twintig of zo seconden met de ingrediënten klaar, en nu wacht ik op hun ingesproken tekst om samen met Zelie de vier en een halve volgende minuut bij elkaar te steken.

    Tiramisu

    Trrr.

  • Les Mis

    Over Misérables gesproken, twee filmpjes die al een tijd de ronde doen! Gollum zingt I dreamed a dream:

    En for your consideration (Anne with an e):

  • Poesjes!

  • ’t Is gelijk olijven

    Whisky, ’t is gelijk olijven: ge moet dat leren kennen voor ge ’t graag hebt.

    Ik heb een hele kast vol staan, en ik begin het genoeg te leren kennen dat ik het graag drink, maar het gebeurt zo enorm weinig dat ik wat dan ook alcoholisch drink, laat staan whisky, dat ze daar eigenlijk maar staan te staan, die flessen.

    Vandaar: een project! Elke dag een glaasje, tot ik door mijn flessen ben. Eén glaasje, niet meer dan dat.

    Bruichladdich 17 Rum CaskBowmore 18Glenfiddich 21 Gran ReservaAuchentoshan 21Highland Park 18Glenmorangie Nectar D'Òr

    We hebben al gehad: Glenmorangie The Nectar D’Òr, Bruichladdich 17 jaar Rum Cask, Bowmore 18 jaar, Glenfiddich 21 jaar Gran Reserva, Auchentoshan 21 jaar, Highland Park 18 jaar.

    Gerief jong, een gevulde drankenkast. Gerief.

  • Hugo stelt niet teleur

    Lang geleden, toen ik veertien was, een jaar ouder was dat mijn oudste dochter nu, moesten we voor de Franse les een spreekbeurt doen over een boek. 

    In de les hadden we net Vercors’ Le silence de la mer gelezen, en waren we bezig aan een verkorte versie van Sept petites croix dans un carnet van Simenon. Denk ik. Al sla ik voor hetzelfde geld het tweede en het derde jaar door elkaar, het lijkt allemaal zo surrealistisch, en het is ongetwijfeld niet eerlijk dat ik de indruk heb dat Zelie tegenwoordig kleuterklasniveau-Frans leert. 

    Afijn. Ik weet niet goed meer wat mijn klasgenootjes deden, voor hun spreekbeurt, maar ik had het in mijn hoofd gestoken dat ik een Klassieker zou lezen. 

    En wel Les misérables, in drie boeken van elk zeshonderd of zo bladzijden. Ik dénk dat het misschien wel zou kunnen geweest zijn omdat ik een lange stripreeks over Vidocq gelezen had, en dat ik daar ergens in voorwoord of voetnoten had zien staan dat zowel Jean Valjean als Javert in Les misérables op Vidocq gebaseerd waren, en dat ik benieuwd was. 

    Dag en nacht, heb ik eraan gelezen. Van de eerste tot de laatste bladzijde vastgekluisterd, en ja, zelfs de ellenlange beschrijving van de slag bij Waterloo. En tranen met tuiten bij het einde. 

    Maar ik ben het wel zo ongeveer allemaal vergeten. Voor zover ik het mij herinner, had Jean Valjean, ex-forçat, zilver gestolen en dat gebruikt als startkapitaal om een handel in git-juwelen te beginnen, had hij heel zijn leven gebeterd, maar bleef inspecteur Javert hem zoeken, en uiteindelijk vond hij hem ook. En ondertussen waren er dingen met een herbergier die een ancien was van Waterloo, en was er een liefdeshistorie met Marius en Cosette, en was er Eponine, en was er ook Gavroche (waar een roste kater bij ons thuis naar vernoemd was), en Fantine, maar wat precies en hoe: geen idee meer. En zelfs wat ik nog denk te weten, weet ik niet zeker. 

    Want ah neen: de film of de musical of zo heb ik nog niet gezien, neen. 

    Maar ik zal hem wel eens moeten zien, dus dacht ik: ik lees gewoon dat boek opnieuw. Ik heb de boeken nog staan van bijna-dertig jaar geleden, maar ze zijn uiteraard ook gratis te downloaden in een proper leesbaar formaat, en dus hey kijk.

    Aan hoofdstuk tien ondertussen van boek één, de in de tijd behoorlijk controversiële confrontatie tussen bisschop Bienvenu en een oude stervende conventioneel, en godmiljaar wat een fantastisch boek is het toch. En hoe fantastisch dat het niet teleurstelt. 

  • Proud Damfino, signing in

    Een stomme film van zesentachtig jaar oud, en al wie hem nog niet gezien heeft, moet meteen kijken:

    The General. Heerlijk, zeg dat ik het gezegd heb.

  • Eind goed, al goed

  • Dood

    (pdw) is gestorven, vandaag. Iemand vroeg mij hoe hij gegaan was, ik antwoordde  

    Hartaanval. Of hartaderbreuk, enfin, iets van levend en niets aan de hand levend en niets aan de hand levend en niets aan de hand *ACK* *URGH* dood.

    Which, like, you know, is a pretty good way to go. In my book.

    En ik denk al de hele tijd, en ik weet dat het verkeerd is en slecht en al wat ge wilt — ik denk al de hele tijd “waar moet ik tekenen?”. 

    Levend, bam, dood. Van al de mensen dichtbij mij die ik heb weten dood gaan, en ’t zijn er ondertussen nogal wat, zijn er welgeteld twee zo gestorven. 

    Damn.

    En ik weet dat zijn vrienden en familie er niet veel aan hebben, en dat 54 ook veel te jong is, maar echt: waar moet ik tekenen om dié vrienden en familie te zijn? 

  • Goed nieuws van de oudste kinderen

    Toen ik binnenkwam was Zelie saxofoon aan het spelen. Dat was wegens omstandigheden al een tijd geleden, en dat is goed nieuws. 

    Zelie was trouwens thuisgekomen met een nota van de leraar Latijn en Grieks in haar schoolagenda: dat haar inhaaltoets van vocabularium goed was geweest en proficiat. Wat dus ook goed nieuws is. 

    Louis kwam terug van zijn breakdancen, en hij moest metéén het vervolg op Elric van Melniboné hebben. Hoera! En dat ik het alleen maar in het Engels heb, dat maakt allemaal niet zo uit, hij zit verdorie wel al in het zesde leerjaar hoor. Dus is het The Sailor on the Seas of Fate geworden. En daarna, als hij weg te krijgen is van Elric, staat Fritz Leiber op de lijst: een bundel van Fafhrd en de Grijze Muizer in het Nederlands, en als dat naar meer smaakt, heb ik een paar bundels van Fafhrd and the Gray Mouser staan. 

    En dan zijn we klaar voor Pratchett. 

    En dat is dus ook zeer goed nieuws. 🙂

  • Bring it on

    Het was een bescheiden verjaardagsfeestje voor Jan, vandaag. Geen grote evenementen of zo, gewoon wat familie op bezoek voor middageten en een stuk taart. 

    En voor ge ’t weet zit ge met tien volwassenen en elf kinderen.

    Eten maken en zo: geen probleem. Maar ze zetten: dat is een ander paar mouwen. Dan staat er een plooitafel voor de kinderen en onze keukentafel voor volwassenen, maar dan is het echt wel meer dan overduidelijk waarom die keuken d-r-i-n-g-e-n-d groter moet worden. 

    Enfin bon. De winterstop is voorbij, de bouwvergunning is er, ’t is eigenlijk gewoon maar wachten op offertes. En er dan eens een stamp aan geven. 

    Ik ben er helemaal klaar voor. 

    (Jan wordt negen, morgen, trouwens. Negen. Miljaar.)

  • Greater Fuckwad Theory, revisited

    Herinner u, uit een ver verleden, John Gabriel’s Greater Internet Fuckwad Theory:

    Fuckwad

    Normale persoon + anonimiteit + publiek  = complete klootzak. 

    Ik kon er mij helemaal in terugvinden, in Gabriel’s theorie, en ik zag ze dag na dag bevestigd overal een beetje op het internet. 

    Het schoolvoorbeeld, jaren aan een stuk, waren de reacties bij Het Laatste Nieuws en gelijkaardige: de meest degoutante smeerlapperij, een mens vraagt zich af hoe sommige van die commentaarders zichzelf in de spiegel dierven bekijken. 

    Maar het fijne van een theorie is dat het een theorie blijft: geldig tot bewijs van het tegendeel. En kijk, ik ben er ondertussen wel zeker van dat we de Greater Internet Fuckwad Theory mogen ten grave dragen. 

    Eén na één worden websites en reageerplaatsen minder anoniem. Knack, bijvoorbeeld, zet al een tijd deze onder elk artikel:

    Het is voortaan alleen nog mogelijk om onder uw eigen naam te reageren op artikels op deze website. Knack.be zal de registraties van gebruikers controleren om sneller op te treden tegen ongepaste reacties.

    En dan zijn er nog al die plaatsen waar een eigen reageersysteem gewoon vervangen is door een Facebook-ding, waar mensen dus met hun eigen (meestal praktisch volledig publiek) Facebookprofiel reageren. Clint.be, bijvoorbeeld. 

    En dan denkt een mens: het zal er hier nu wel wat minder goor aan toe gaan, nu ze weten dat allemaal in hun eigen naam is, en dat kinderen, vrienden en kennissen kunnen zien wat ze zeggen. 

    Heh. 

    Het is zoals in de tijd bij Big Brother op tv: een dag of twee schroom, maar daarna is iedereen blijkbaar vergeten dat er camera’s hangen.

    En zo krijg je dan een sympathiek uitziende meneer uit Langdorp, die vorig jaar nog grootvader geworden is, in zijn jeugd nog motocrosser was, waarvan ik weet hoe hij eruit zit, waar hij gewerkt heeft, welk automerk hij heeft, wat zijn hobby’s en favoriete voetbalkploegen zijn, die zonder de minste gène zijn opinie over de vreemdelingen urbi et orbi zet:

    Het gaat van kwaad naar erger met al het vreemd crapuul, nee, allochtoon mag men niet meer zeggen, hier in dit verdorven landje waar politici corrupt en machtsgeil is en hiervoor de eigen bevolking discrimineert en uitmelkt! Walgen doe ik hiervan! Mijnheer de rechter zal wel mild zijn voor dat crapuul of anders is er wel een lepe advokaat die procedurefouten vindt, daar kan je van op aan! Spijtig voor de ‘ brave , ingeburgerde mensen van vreemde origine die hier ook het slachtoffer van zijn.

    Een mens zal er als Marokkaan of Turk maar mee moeten samenwerken, denk ik dan. Of door bediend worden aan een loket, of zo. 

    En zo weet ik ondertussen bijvoorbeeld ook van een meneer die naar “de domste school ooit” ging die zijn “toekomst omzeep” maakte, die sinds juni 2012 samen is met een lerares wiskunde uit Aalst, dat hij gisteren nog illegaal films aan het downloaden was, met welke Vlaamse actrice hij graag eens zou “titfucken”, en precies hoe kwaad hij is op de “andere voogt” van zijn zoon en hoe die daar altijd met ziektes van terugkomt. 

    Of pakweg bij dit artikel, dat om te lachen was, waar ene Robby uit Hasselt, al samen met Leslie sinds eind 2009, echt wel niet om te lachen “dieje mens die da beslist heeft moeten ze anaal verkrachten met een cactus” poneert. En daar 24 likes op krijgt. 

    Tja. Misschien is het inderdaad gewoon beter om het allemaal zonder filter op de wereld los te laten. Zonder illusies over de mensen rond u leven, da’s misschien ook wel goed. 

  • Vivian Maier

    Fuck. Me.

    Estomaqué, in het Frans, geeft het nog het beste weer. Meer dan flabbergasted: viscerale stomverbazing, een stamp in de maag.

    Dat zijn van die verhalen waar ik helemaal van wegdraai, ik. Boek gekocht.

  • Dring, zei de deurbel. Ik schuifelde in mijn peignoir door de gang, met ergens een kind in mijn kielzog, en kijk nu: een half-geplooide Wachttoren in de deuropening, met aan het einde ervan een verkleumde hand, die vastzat aan een oudere meneer. 

    Hoera! dacht ik: een getuige van Jehova, en het is koud en we hebben niets te doen! Ik nodig die mensen uit naar binnen, ik roep Zelie en Louis erbij, en we luisteren samen naar het verhaal dat ze vertellen. 

    Vroeger toen ik klein was, en er waren Getuigen of andere geloofswervers op pad, dan nodigden mijn vader en zijn maten die uit om binnen te komen, en werden ze met een zeer fijn mes gefileerd, tot er niets meer van overbleef. 

    Een jaar of tien, twaalf geleden kwamen er eens twee Jehovagetuigen naar mijn werk toen ik er een zondagnamiddag overuren zat te kloppen, en had ik er hetzelfde mee gedaan: uitgenodigd, en vragen gesteld en in discussie mee gegaan tot ze ongemakkelijk op hun stoel zaten te wiebelen, op hun uurwerk begonnen te kijken en zeiden dat ze nu toch weg moesten, omdat ze écht ergens anders een afspraak hadden. 

    Fascinerend om zien, hoe mensen die volledig van iets overtuigd zijn, zichzelf in een hoekje discussiëren, en uiteindelijk helemaal vast komen te zitten. Maar ook eigenlijk een beetje niet proper. Ge moet die mensen in hun waarde laten, vind ik nu.

    En dus dacht ik: nodig die mensen uit om binnen te komen, het zal een verrijking zijn voor de kinderen. Dat ze eens kennismaken met een ander geloof, en alles. 

    Pfeh. 

    Wat zeg ik? Dúbbel pfeh.

    Die mensen wilden niet binnen komen, zelfs niet in zo’n koud weer. De oudere van de twee heeft zijn notaboekje bovengehaald, een telefoonnummer op een blad geschreven, en mij dat blad uitgescheurd. Ik moest maar eens bellen als ik meer informatie wou. 

    Dat noem ik dus niet echt proberen bekeren hé gasten. 

  • Oh dear! Oh dear! I shall be late!

    Mijn emaildink piepte, daarnet. Dat doet het elke dag heel de dag, dus ’t is eigenlijk een leugen als ik zei dat het piepte: ’t is gewoon telkens ik ga kijken dat er nieuwe dingen in zitten — leve GMail’s priority inbox, want anders verzoop ik in 500 mails per dag, de spam nog niet eens meegerekend.

    Afijn. Het was een Amazon-mail die mijn aandacht trok, deze keer:

    Screen Shot 2013 02 14 at 10 00 17

    Meestal zijn die Amazon-mails niet echt buitensporig nuttig — de vorige begon aldus:

    Screen Shot 2013 02 14 at 10 05 59

    …terwijl ik al twee van die Raspberry Pi’s liggen heb, én dat ik ze goedkoper gekocht heb dan dat. ’t Is typisch: dan zou een mens een scanner kopen bij Amazon, of een rekenmachine, of een lampenkap, of een stoomstrijkijzer, en dan zijn de recommendations de volgende paar weken steevast een andere scanner, een meer krachtige rekenmachine, een licht goedkopere maar gelijkaardige lampenkap, of precies hetzelfde stoomstrijkijzer van een andere leverancier.

    Maar bon, ik zet die mails niet af, omdat er van tijd tot tijd wél eens dingen in staan die mij interesseren. Zoals daarnet, dus. Want ik had deel één al gelezen en ook deel twee, en dus ben ik uiteraard geïnteresseerd in deel drie. 

    Maar dan komt het: kak, nóg een boek op de lijst te lezen boeken. Ik wil uit pure koppigheid alle Horus Heresy-boeken lezen (bezig aan nummer 12, voor het moment), en dan wil ik de Northland-trilogie lezen van Stephen Baxter, over een alternatieve prehistorie waar Doggerland niet door de golven verzwolgen werd. En ik las gisteren over The Mirage dat al een paar maand op mijn lijst stond. En ik wil de rest van Le tueur (her)lezen (bezig aan nummer 5, voor het moment), en ik wil aaarggh! tienduizend dingen lezen, en het zal niet lukken, dat weet ik nu al, zelfs al had ik alle tijd van de hele wereld, moest ik nooit meer gaan werken en kon ik heel mijn leven lezen. 

    Want het is nog meer dan dat: ik wil ook al die films zien, en al die series, en ik heb ideeën om dingen te programmeren, en ik zou willen iets met mijn handen doen van houtbewerken of zo, en ik wil foto’s nemen, en ik wil mij eens door een heel kookboek werken, en ik wil nog zó enorm veel doen, en ik weet gegarandeerd honderdtachtig procent zeker dat dat allemaal niet zal niet lukken. 

    Hoe leven mensen daarmee, met dat loden besef dat het niet zal lukken? Dat er niet genoeg tijd is? Nooit genoeg tijd?

    Bij mij is dat een dagelijkse strijd om toch maar iets te doen zodat ik er toch maar niet aan denk dat ik allemaal andere dingen zou kunnen doen en dat ik ze niet aan het doen ben. Dat elk boek dat ik lees honderd andere boeken zijn die ik niét lees. Elke minuut boeken lezen een minuut is dat ik geen andere dingen kan doen. Elk uur slapen een verloren uur is. 

    Ze zijn zeer ver te zoeken, apatheia en ataraxia. Ik denk soms dat ik beter om een voorschrift voor het-kan-mij-allemaal-niet-schelen-pillen zou lopen.