• Nieuw nieuws

    Huhu. Jan Becaus doet een John Cleese.

  • Fugit

    Ik heb sinds begin dit jaar een scheurkalender op mijn bureau staan. 

    Dat lukte nooit bij mij, zo van die kalenders, maar ’t is er eentje met een deprimerende boodschap iedere dag, én het was een cadeau, en dus doe ik religieus elke dag een pagina.

    Op de één of andere manier moet ik maandag vergeten omslaan zijn. En kwam ik woensdag thuis in de vaste overtuiging dat het dinsdag was. En nu ben ik nog altijd niet zeker dat het donderdag is, zelfs al weet ik dat het donderdag is. 

    En kan ik niet geloven dat het morgen al vrijdag is. En dat de examens ondertussen al bijna gedaan zijn voor Zelie, en dat het dan het derde trimester zal zijn, en dan is het nog een paar maand en Louis gaat naar de humaniora, en aargh.

    En dan zijn er nog de verbouwingen: ik dacht ik aan het wachten was, maar ’t was eigenlijk op mij dat er gewacht werd, en dat is vandaag in orde gebracht. Een hele (hele) waslijst dingen te doen, proper in een aantal Excelfiles met vakjes open voor prijzen, die dan naar allemaal verschillende firma’s kunnen gestuurd worden, die dat allemaal kunnen invullen, en dan zien we wat er onderaan verschijnt, vallen we omver, en zien we wat we kunnen schrappen, en dan zien we dat er niets kan geschrapt worden, en dan panikeren we, en enfin, we zien wel. 

    ’t Zal er rap genoeg zijn. 

  • Me, shell-shocked

    Ik las het gisteren, en ik ben nog altijd wat verdoofd van:

    Folksinger and self-described “sophisticated hillbilly” (and born-again Christian) Michelle Shocked went onstage at Yoshi’s in San Francisco Sunday night for what audience members assumed would be a traditional folk concert. Into her second set, she began an anti-gay rant that included her saying, “When they stop Prop 8 and force priests at gunpoint to marry gays, it will be the downfall of civilization, and Jesus will come back.” She also reportedly told fans, “You can go on Twitter and say ‘Michelle Shocked says God hates fags.’” Most of the audience walked out, and the staffers at Yoshi’s kicked her offstage and banned her for life.
    (door flyingsquirrel op MeFi)

    In de tijd dat de dieren nog spraken en er geen wereldwijdweb was, zag ik Short Sharp Shocked ergens staan, en nam ik het mee om ik weet niet meer welke reden.   Bowled over, toch wel.

    De plaat begint met When I Grow Up. Als ik groot ben, wil ik een oude vrouw zijn. En dan zoek ik een oude man, en dan trouw ik ermee, en dan krijgen we stapels kinderen. In de zomer zitten we in het gras en kijken we naar de ondergaande zon. In de winter zitten we voor de haard en kijken we naar de maan.

    Ik vond dat zo ongelooflijk: iemand die droomt van ouder worden en gewoon leven. Complexloos, op haar eigen manier fuck the system.

    De hele plaat is melancholisch eenvoudig, prachtig van muziek en tekst, en ik heb er wel duizend keer naar geluisterd. Anchorage was zelfs eens een paar keer op de radio:

    Ik heb al haar platen (cassettes, dan cd’s, dan digitaal) gekocht. Als ze zingt, vertelt ze: ik ken er niet veel die me op een zin in een volledig andere wereld krijgen, en me er houden.

    Kijk, ’t is haar eigen opinie. Er zijn mensen die ik bewonder die geloven in oorkaarsen en hekserij en homeopathie, daar kan ik ook mee leven.

    Dit is meer iets zoals die keer dat Yusuf Islam min of meer zei dat Salman Rushdie zijn fatwah verdiende. Dat doet pijn, mensen die ik bewonder zo’n nonsens horen vertellen (al is er een huizenhoog verschil tussen “You are going to leave here and tell people ‘Michelle Shocked said God hates faggots’” en wat er hierboven staat, “You can go on Twitter and say ‘Michelle Shocked says God hates fags’”).

    Maar wat ik nu zie op het internet, is een heksenproces tegen Michelle Shocked. En dat is ook vies. Een kunstenaar boycotten of vervolgen omwille van een opinie, hoe vies die opinie ook is: bah.

    ’t Is eerder medelijden dan woede, die ik voel. Ik hoop dat ze er snel over is, dat het maar een fase is, en dat we er snel mee kunnen lachen.

  • Geschiedenis

    “Maar wij moeten die data niet kennen”, da’s een zinnetje dat ik al een paar keer teveel gehoord heb de afgelopen jaren. 

    Akkoord, dat 479 de slag bij Plataea was, en dat Perikles ongeveer zo rond 460-430 de baas was in Athene, dat is allemaal niet zo verschrikkelijk boeiend om weten. En ’t is ongetwijfeld pedagogisch onverantwoord om te verwachten dat kinderen van 13 dat allemaal kunnen onthouden. 

    Maar als die data er niet zijn, dan is er geen samenhang, en hoe zat het nu weer met die Delisch-Attische bond, was dat vóór of ná de Peloponnesische Oorlogen, en hoe zat het nu weer met Leonidas, of was het Daskalides?

    Er was een tijd dat ik aan Zelie kon vragen over de slag bij Salamis, en dat ze wist wie er verloor en wie won, en over Pericles en dat zij wist wat hij allemaal gedaan had, maar dat ze geen flauw idee had hoe dat in elkaar zat. Dat ik vroeg “Pericles, wanneer leefde die eigenlijk?” en dat zij mij aankeek alsof ik een salamander in mijn neus had gestoken: “Euh… 8ste tot 5de eeuw?” “Jamaar, voor of na Salamis?” “Euh… voor? of nee, na?” “Okay, hoeveel na? 20 jaar? 200 jaar?” “Euh…”

    Het helpt ook niet dat het in het boek allemaal in kort korte stukjes staat met veel discursies en intermezzo’s, terwijl het eigenlijk allemaal aan een simpel verhaaltje met wat data kan opgehangen worden:

    • 500: Perzië slokt wat Grieken op in Klein-Azië. Die zien dat niet zitten, en doen een Rebel Alliance vs. Empire met de hulp van Athene. 
    • 490: Perzië is kwaad, stapt in een paar boten en gaat vechten. Steekt de Egeïsche Zee over. Landt bij Marathon, Sparta was juist afwezig wegens verlof, maar hey, Athene wint verrassend tegen een overmacht.
    • 480: Grr. Perzië komt terug. Te land én ter zee, deze keer. Rond de Egeïsche Zee, deze keer. Landleger vecht bij Thermopylae tegen Sparta en wint (och here Leonidas, en awoert die lelijkaard uit 300!), na een gelijkstand bij Artemisium verliest het zeeleger tegen Athene bij Salamis (yay Themistocles!)
    • 479: Alleman tegen de Perzen! Ze waren heel de Egeïsche Zee rondgegaan, Griekenland binnengekomen van boven, dan naar het zuidoosten gegaan, door Athene, en weer op weg naar het noordwesten, maar een beetje boven Athene, bij Plataea was het gedaan met het landleger van die vieze Perzen. 
    • 478: Hoera we zijn gewonnen! Snel, wat bonden vormen! Athene en een resem andere in de Delisch-Attische Bond, Sparta en kompanen in de Peloponnesische Bond. 
    • Sparta heeft het lastig met zijn heloten, maar Athene voelt zich op geen tijd de baas van “zijn” bond. De kassa wordt verhuisd van Delos naar Athene, en hey, als we daar nu eens wat decoratie mee zouden doen in plaats van een leger en een vloot te onderhouden? Want wij zijn hier wel gepakt door die vieze Perzen hé, onzen Acropolis is kapot en alles. Cue nieuwbouw op Acropolis, cue ruzie, cue het vervolg van de leerstof.

    En zo weet een mens waar dat geld vandaan kwam om die tempels te bouwen, waarom ze (her)bouwd werden, hoe het zat met de volgordes van de grote slagen, wat met die Bonden, en met een kaartje erbij is het zo ongeveer onmogelijk om het allemaal te vergeten:

    oorlog!

    Enfin, morgen examen geschiedenis. Op hoop van zege.

  • Kaboem

    Slow motion is wijs. Dit was een filmpje van vorig jaar:

    En dit is er eentje van gisteren:

  • Stretch

    Ik dacht dat ik ervan af was, van examenstress. 

    En nu heb ik meer stress voor de kinders dan ik ooit heb gehad toen ik nog op school zat. 

    Kaka. 

  • Armemensensousvide

    Ik moest om vlees gaan en dan koken voor de kinderen. Er was besloten dat het gegratineerde bloemkool en broccoli in kaassaus in de oven zou worden, en valse cordon blue. 

    Valse cordon bleu, da’s zoiets met gepreste kippasta rond een vulling van kaas en hesp: de kinderen eten dan wel graag vanalles, en meestal eten we echt eten, maar soms willen ze van dat soort “vlees”. 

    Ik dus naar de slachter, maar toen ik daar stond valse cordon blues te bestellen, zag ik mezelf dat echt niet in mijn hoofd steken. Dus vroeg ik een biefstuk: daar kan een mens niets mee verkeerd doen. 

    Thuisgekomen zag ik de thermometer nog liggen van gisteren, en: brainwave! kan ik niet eens proberen wat dat zou geven als het in een soort halve sous vide zou steken?

    In een plastiekzak voor eten gestoken, min of meer al de lucht er proberen uit krijgen, en dan gezocht naar een manier om water aan 50° te krijgen en te houden. Ha! Warm kraanwater in een pot, een beetje zoeken en doen, en dan een zeer dun straaltje laten lopen: constante temperatuur van 50 graden celsius, hoera!

    In ideale omstandigheden zou het daar dan 2 uur of meer moeten blijven, maar zoveel tijd had ik niet: na een uur heb ik het even een korst gegeven in een hete pan, en dan hey presto, klaar.

    Ik was even bang, want als het uit die zak kwam, zag het er niet rood uit — maar geen angst: het was warm, doorbakken, mals, en bijzonder zeer goed. En het kwam roder uit de pan dan het uit de zak kwam.

    Hrmn. Misschien moet ik toch maar eens zo’n sous vide-toestel kopen. 

  • Gelatine en goed materiaal

    Grmbl.

    Dat is nu al de tweede keer dat ik iets met gelatine maak, en dat het teveel opgesteven is ondanks alle mogelijke recepten op de milligram en de seconde te volgen. 

    Eerst met marshmallow die wel kauwgom leek, en nu met bavarois die niet naar mijn goesting mengde. 

    Stom. Misschien is het het merk, misschien moet ik een brievenweegschaal kopen om écht op de gram af te wegen, in plaats van ervan uit te gaan dat 17 gram en 9 blaadjes écht wil zeggen dat 14 gram 7 en net iets minder dan een half blad is. 

    Aan de andere kant: hoera!

    Wat een ongelooflijk gemak is het om een goede thermometer te hebben. Ik dacht, ik ga eens het recept voor méringue suisse te volgen in het kookboek. 

    Dat zegt water op te warmen tot 60°, en dan eiwit en suiker te kloppen au bain marie tot het 47° is, en dan af het vuur verder te kloppen tot het minder dan 30° is, en dan op een bakplaat te spuiten en in een open oven van 90° te zetten. 

    Ik heb sinds een tijdje een thermometer met een aparte sonde, dat ik het ding in de pot of in het vlees of in de oven kan steken en laten zitten en voortdurend aflezen hoe warm het is en alles. 

    ’t Is er zo eentje, cheap & cheerful en zo, maar! Een gerief! Ik kan mij nu al niet meer inbeelden hoe ik ooit zonder gekookt heb!

  • Nummer 699

    Ik dacht: ik schrijf mij in voor zo’n cursus ’s avonds, dan heb ik nog eens een doel in het leven. 

    ’t Is niet zo evident als het klinkt, want de plaatsen zijn beperkt en het is een kwestie van er op tijd bij te zijn en zo. Ik had dat al een paar keer geprobeerd, maar ’t was dan altijd een paar uur te laat en geen plaats meer en wachtlijsten. 

    Zorgvuldig gepland, dit jaar: websites, planningen, kaarten van trein- en busroutes, twintig keer gecheckt en gedubbelcheckt. (Dubbelgechecked?)

    De trein op vanmorgen. Ruim op tijd. De bus, ruim op tijd. Eerste tegenslag: bus zit vol! Ack! Wachten op volgende bus!

    Volgende bus genomen, ter plaatste de minuut dat de inschrijvingen beginnen: om tien uur stipt. Enfin, tien uur stipt aan de deur, vijf minuten later aan het lokaal waar de inschrijving is. 

    Tiketje gekregen: nummer 699, en kijk: nu zijn ze bezig aan nummer 663. Ah ja, ze zijn tien minuten vroeger begonnen, en zelfs voor ze begonnen, stonden er al mensen binnen. Hoe? Geen idee, maar hey, zo is het: nummer 699.

    Even wachten, dus. 

    En dan komen er mensen bij, en nog mensen, en nog mensen. Nummer 672 blijkt een contingent van zes man te zijn, die zich allemaal samen gaan inschrijven.

    Nummer 677 zijn twee mannenmensen. De oudere doet in slechte woordspelingen — hij wijst naar het ticket en dan: hebt g’hem? Euh nee, zegt de jongere. Allez, wat staat er? Het duurt een tijdje voor zijn jonge vriend er op komt: 677, zes zeven zeven, ze zevenen, ze zeveren

    En ondertussen stijgt de nervositeit: zijn er nog wel plaatsen? Is het nog niet volzet? Iemand heeft al  nummer 823 gekregen.

    Nummer 676 is er niet: misschien heeft hij of zij het opgegeven. Nummer 681 en 682 zijn er ook niet meer. We zijn een uur later. Nummer 686 is bezig, en dan plots besluit de iTunes op de computer met het nummerscherm dat het een nieuwe versie nodig heeft, en kunnen we niet meer zien welk nummer het is.

    Een meneer voor mij doet luidruchtige gsm-gesprekkken, hij klinkt aannemer-achtig. ’t Schijnt dat ik mij niet mag opwinden over mensen die te luid spreken aan de telefoon, dus ik doe mijn best om dat niet te doen. Zonder veel succes: serieus, hoe is dat mogelijk, zo luid spreken in publiek?

    Er wordt meer en meer gefluisterd over wachtlijsten, en de mensen die nu nog toekomen, nemen niet eens meer een nummer. 

    Nummer 688, 689, 690, 691. De computer toont weer getallen. De meneer met nummer 800-en-nog-iets stelt vragen aan een kleine mevrouw die veel autoriteit uitstraalt: of ze eigenlijk niet beter hadden voorzien dat er getoond zou worden hoeveel plaatsen er nog voor wat waren. Ik denk vooral aargh don’t make a fuss don’t make a fuss.

    692? Geen 692. 693? Geen 693. Het wachtlokaal loopt leeg. Links zitten een moeder en haar dochter, of een tante en haar nicht, zeer misschien twee collega’s. Ze willen absoluut naar die cursus, maar ze zitten er serieus mee in dat er geen plaats meer zal zijn. 

    De computer zegt 696. Een meisje dat zich net aan het inschrijven is, komt snel terug en doet met twee duimen in de lucht “er zijn nog plaatsen!” tegen de mensen links. Ze stralen: “oef” en “ziede wel?”.

    697 is er niet meer, 698, 699: op het schavot.

    De vriendelijke mevrouw aan de inschrijvingstafel vraagt waar ik precies voor kom, ik leg het uit. 

    Zeker dat er nog plaats is. Eéntje maandag, en ééntje donderdag. Euh okay… maandag, dan maar. En net op dat moment vraagt meneer 698 achter mij of hij zijn dochter ook nog kan inschrijven op dezelfde dag als hem. Dat kon, zei zijn inschrijvingsmevrouw. Er is nog net één plaats vrij op maandag. Euh neen, zegt mijn mevrouw, maandag is volzet, meneer hier heeft juist de laatste plaats… 

    Ik zit er zo niet mee in, dus ik verzet dan maar naar donderdag.

    En dat was dus de aller-allerlaatste plaats van de hele cursus. 

  • Muzieks:

    Tekenen:

    Zucht.

  • System in shutdown mode

    Combinaties die ik sinds kort proefondervindelijk op het lijstje “nee, écht niet wijs” mag zetten:

    • blaasontsteking plus barstende hoofdpijn (dinsdag-woensdag)
    • blaasontsteking plus buikgriep (woensdag)
    • oorontsteking plus blaasontsteking (donderdagochtend, en ik moet u niet zeggen hoe dolletjes ik dat vond, plots breinaalden in mijn ene oor te voelen gestoken worden, en het gesuis, en dat ik mijn mond bijna niet open krijg om te drinken)
    • overgeven plus oorontsteking (vanavond. joy.)

    Ik ben het hier meer dan beu, eigenlijk. Als er slaapmiddelen in huis waren, ik nam er direct.

  • Es geht alles vorüber

    Tous en cœur! 

    Dit liedje van Lale Andersen zit in mijn genen ingebakken, denk ik. Op de vreemdste momenten begin ik het te fluiten, net zoals mijn grootvader dat ook al deed.

    En het is natuurlijk ook zo: alles gaat voorbij. 

    Google Reader, bijvoorbeeld:

    Screen Shot 2013 03 14 at 19 10 46

    en gedaan.

    Tja. Vorig jaar was Reader al eens verminkt, maar ik gebruikte het hele sociale stuk er niet van, dus zo wakker lag ik er toen niet van. 

    De alternatieven zijn er (The Old Reader, Newsblur en andere), en nt zoals ik indertijd van Newsgator overgestapt was naar Reader, in de wetenschap dat het ooit zou gedaan zijn, zal het nu ook wel ooit eens gedaan zijn. 

    C’est la vie. 

  • Buikpijn en hoofdpijn

    Vroeger, op school, was “ik heb buikpijn en hoofdpijn” de standaardmanier om te proberen thuis te mogen blijven. 

    Als dat niet meteen lukte (praktisch nooit, na een paar jaar), dan was er nog altijd de thermometer en de gloeilamp (oppassen, 43° koorts is niet realistisch, 39.7 is ideaal). En vooral: goed weten dat mijn ouders alletwee gingen werken, dus dat het genoeg was om te blijven discussiëren tot een bepaald moment, want dan moésten ze mij wel thuis laten.

    En dan kon ik een boek lezen in de zetel in plaats van naar de turnles te moeten, of naar de speeltijden tussen de lessen door. 

    Ik heb nu écht buikpijn en hoofdpijn (in combinatie wat ik gisteren ook al had). En ik zit thuis, en ik kan geeneens lezen of televisie kijken zonder het gevoel te hebben dat mijn hoofd ontploft, en/of dat ik moet overgeven. 

    ’t Zal wel over gaan, hopelijk morgen al, maar voor het moment: bleh.

    Ziek zijn sucks major balls. 

  • Whoa Nelly (make mine the phenazopyridine!)

    Géén fijne dag doorgebracht, anders. 

    Vanmorgen spreekbeurt gedaan, aangezet naar het werk, en wat er al een tijdje zat aan te komen, was er plots helemaal: acute blaasontsteking!

    Hoera! I’m so happy!

    I guess I’ll be pissing a combination of pea soup and razorblades for the next few days! (fml)

  • Spreekbeurt

    De oudste dochter heeft spreekbeurten te doen: voor Nederlands, voor godsdienst, voor Engels.

    En hey, ik weet sinds kort dat ik ook spreekbeurten moet doen.

    ’t Is niet alsof ik het allemaal niet al heel lang wist, maar ik was het he-le-maal vergeten, en pas heel erg laat aan herinnerd.

    Ahem ja. We zullen dan wel zien, morgenochtend. 🙂