• The Consuming Fire

    Space Opera hoezee!

    In boek één stierf de keizer van het bekende universum en werd zijn dochter onverwacht zijn opvolgster, nadat de zoon van de keizer schielijk kwam te overlijden in een auto-ongeluk.

    Het bekende universum is een hele groep werelden, bijna allemaal op onherbergzame rotsen en/of habitats, en één zeer verafgelegen planeet. Ze zijn verbonden met een soort hyperspace lanes, maar! Blijkt dat die hyperspace lanes allemaal gaan verdwijnen, binnen onafzienbare tijd!

    En dat is redelijk dramatisch, want de miljarden en miljarden mensen die er zijn, leven voor 99% op plaatsen die volledig afhankelijk zijn van verschillende andere plaatsen (wegens een systeem van monopolies dat al duizend jaar in voege is, en niet te vergeten dat ze niet op planeten zijn maar op habitats die niet kunnen blijven overleven zonder wisselstukken die een halve melkweg verder gemaakt worden).

    En dus zit de nieuwe keizer, Grayland II, met een probleem. En niet alleen dat: ze is misschien wel populair bij de mens op de straat, maar ze is absoluut onpopulair waar het telt — bij de grote Huizen (die met de monopolies). Ze probeert met man en macht verkocht te krijgen dat er écht een probleem is, maar niemand lijkt dat te willen snappen. Niet de Huizen, niet het Parlement, niet de Kerk.

    Veel meer dan dat is er niet over te vertellen zonder spoiler, maar: het was andermaal onderhoudend, en op een paar uur uit. Benieuwd naar het derde boek. Ik vermoed dat er aliens aan te pas gaan komen. Of dat de Aarde (die hier al minstens meer dan duizend jaar totaal verloren is) er iets mee zal te maken hebben.

  • Ray

    Fantastische mens, Ray Cokes.

  • The Collapsing Empire

    Ik weet soms niet waarom iets op mijn “te lezen” lijst staat. Hier was het ook van dat. Joahn Scalzi zei mij natuurlijk wel iets, maar ik kon me alleen Redshirts van herinneren gelezen te hebben. Neen, ook niet Old Man’s War, al zegt men dat dat goed is.

    Ik dus maar begonnen aan Collapsing Empire, deel één van de Interdependecy-trilogie.

    Het kwam me meteen bekend voor, en jawel, ik had het inderdaad gelezen. Toen waren deel twee en drie nog niet uit, nu wel natuurlijk. John Scalzi is geen George R.R. Martin, en dit is zeer verre van Song of Ice and Fire.

    I stand by my previous opinion: onderhoudend. Niet vernieuwend, personages véél te competent, maar wel grappig om snel tussendoor te lezen. Op naar boek twee en drie, dus.

  • Peebrs

    Kijk nu! Er komen zowaar twee kleine habaneroplantjes uit de grond! Het heeft lang genoeg geduurd. Ik wist dat het langer wachten was dan bij tomaten, maar dit heeft bijna een maand geduurd, begot.

    Het blijft wat zoeken met water geven — ik ben altijd bang dat ze ofwel te veel ofwel te weinig krijgen, maar hey, de tomaten blijven proper groeien en zolang ze dat doen, maak ik mij niet té veel zorgen.

    Het enige is dat ik die zaadjes best veel methodischer had gezaaid dan gewoon wat rondsprinkelen. Zoals ze nu zijn, staan de plantjes veel te dicht bij mekaar voor mijn goesting. Van zodra ze hun tweede koppel echte bladeren hebben, ga ik ze apart zetten denk ik. En dan zien hoe het verder evolueert. Als ze het overleven, weet ik nú al dat ik veel te veel tomaten heb voor onze minuscule tuin. 🙂

  • Lonesome Dove

    Ik dacht, ik lees eens iets dat ik anders niet zou lezen: een western.

    Wel.

    Wat een boek.

    Wat een personages. Het is zó goed dat ik geen zin heb om het vervolg of de prequels van te lezen (die allebei bestaan), zo perfect is het verhaal.

    In het begin van het boek komen we Captain Augustus “Gus” McCrae en Captain Woodrow F. Call tegen, twee ex-Texas Rangers, die in Lonesome Dove, een vergeten Texaans gat aan de Mexicaanse grens, het Hat Creek Cattle Company and Livery Emporium uitbaten. Ze wonen samen Pea Eye Parker (vroeger hun korporaal, nu smid), met Deets (zwart, ook een voormalige Ranger) en met de 17-jarige Newt Dobbs (bijna zeker de zoon van Call, maar hij wil het aan niemand en zelfs niet aan zichzelf toegeven). Ze hebben ook Bolivar, een ex-Mexicaanse bandiet, in dienst als kok.

    In het dorp Lonesome Dove is het meest opvallende personage de beeldschone Lorena Wood, de enige prostituee van het dorp. (Niet dat ze het enige memorabele personage is, want élk personage is memorabel in dit boek, van de meest tot de minst belangrijke — zelfs een personage dat het hele verhaal breindood in een coma doorbrengt, is niet tweedimensionaal).

    Komt op een dag Jake Spoon toe, nog een voormalige Ranger, die per ongeluk een tandarts doodgeschoten heeft en op de vlucht is. Hij heeft het terloops over Montana, dat hij omschrijft als het beloofde land om een ranch te starten, en geeft zo Call het idee om met een kudde koeien de meer dan tweeduizend kilometer naar Montana mee af te leggen.

    Gus McCrae ziet het in eerste instantie niet zitten, maar als hij beseft dat ze zullen passeren langs de plaats waar Clara Allen (de liefde van zijn leven, die hem bijna twintig jaar geleden heeft laten staan voor en saaie paardenverkoper) woont, geeft hij toe.

    Ze verzamelen een troep cowboys (onder meer de Ierse broers Sean en Allen O’Brien, de pianist van het saloon Lippy Jones, en een hele reeks anderen — Dishwater “Dish” Boggett, Jimmy en Ben Rainey, Soupy Jones, Needle Nelson, Bill en Pete Spettle, Jasper Fant, Bert Borum) en ze zetten aan. Later vissen ze nog Po Campo als kok op, en geloof het of niet: elk van die personages zie ik zó voor mij.

    De tandarts die doodgeschoten was, ws de broer van de sheriff, July Johnson. Die in een liefdeloos huwelijk zit met Elmira, een voormalige prostituee die eigenlijk terug wil naar haar ex-geliefde. Johnson zet aan om Spoon te vatten en neemt Joe mee, de zoon van Elmira (waar ze al heel zijn twaalf jaar absoluut niet in geïnteresseerd is). Het moment dat hij vertrekt, neemt Elmira de benen — en zet Roscoe Brown, de hulpsheriff, aan om July Johnson terug te halen.

    Jake Spoon, die de aanleiding was voor de hele reis naar Montana, heeft geen zin om mee te doen, maar overtuigt Lorena Woods wel om met hem mee te gaan. Zij denkt/hoopt dat ze naar San Francisco zullen gaan en overtuigt hem ervan om minstens een tijdje lang mee te gaan met Call en McCrae en hun bende.

    …en dat is zo’n beetje de setup.

    In totaal een kleine duizend pagina’s, met niets menselijks dat hen vreemd is, en liefde, dood, verdriet, leven, melancholie, avontuur, en alles daartussen.

    Ik vond het een ongelooflijk goed boek.

  • Pasen

    Elk jaar rond Pasen en Kerstmis sta ik er bij stil, hoe weinig ik tegenwoordig leef op het ritme van de liturgische kalender, en hoe véél dat was als ik klein was.

    Van de katholieke kleuterschool over de lagere school waar ik godsdienst volgde tot het jezuïetencollege in de middelbare school, en ook natuurlijk van elke week naar de mis gaan tot mijn pakweg dertien jaar, stond heel het jaar in het kader van ofwel naar Pasen toeleven, ofwel naar Kerstmis.

    Adventskransen en veertigdagenperiodes en allerlei.

    Tegenwoordig: niets meer. Niet dat ik er enorm van wakker lig, maar ik vind het ergens toch ook spijtig, zo voeling verliezen met een gemeenschap van mensen die hetzelfde gevoel hebben.

    Sandra heeft chocolade gekocht, en op Paaszondag wordt die dan op tafel gelegd. Niet meer verstopt, want God weet waar die dingen dan allemaal zes maand later teruggevonden worden — of, realistischer, tegenwoordig: God weet hoeveel muizenfamilies we ermee voederen.

  • Vakantie!

    Het was al geleden van nieuwjaar dat ik vakantie had genomen, en het was écht nodig: de motivatie was zeer ver te zoeken de laatste paar dagen.

    Dus: een week vakantie. Ik weet nog niet wat ik allemaal ga doen, zo spannend allemaal!

    Wellicht ga ik boeken lezen. Dat lijkt mij een goed plan. En in de zetel zitten.

  • ‘t Is gelijk een vijfde kind

    We hebben een phalaenopsis in huis. Sandra cadeau gekregen, maar Sandra en planten in potten, dat zijn twee verschillende dingen. (Als ge een plant hebt die ge maar niet kapot krijgt: stuur ze naar Sandra op, en binnen week is het ding zo dood als een zeer dooie pier.)

    Dus ben ik aangesteld om het ding te verzorgen.

    Elke week krijgen de wortels een paar minuten een volledig waterbad, laat ik ze zorgvuldig uitlekken en zet ik de plant dan weer terug op haar plaats.

    Ze blijft vooralsnog leven, maar ik heb er wel veel stress van. Brr.

  • Blood and Ash 1: From Blood and Ash

    Tja.

    Wat kan een mens zeggen?

    Het is pulp van de zuiverste soort, natuurlijk. En de auteur…de auteur heeft een…een speciale manier van…van schrijven.

    Death…. Death always found a way in. Stop, I ordered myself as the general sense of unease threatened to swell. Tonight wasn’t about all the things I was aware of that I probably shouldn’t be. Tonight was about living, about…not being up all night, unable to sleep, alone and feeling like…like I had no control, no…no idea of who I was other than what I was.

    En ja, de namen zijn belachelijk. Het hoofdpersonage heet Pennelaphe, haar hoofdbewaker en vaderfiguur heet Vikter, er is een (en het is niét grappig bedoeld) Prinses Analia, het speelt zich allemaal af in Masadonia (hoodstad Carsadonia), de slechteriken zijn Atlantians en er zijn ook wolven (een soort weerwolven) en vamprys (een soort vampieren) en er is een Dark One (een slechte slechterik) en er zijn craven (een soort zombies). Ahem ja.

    Pennelaphe — Poppy in ‘t kort — is een Maiden, die om in het begin van het boek onduidelijke redenen aan de Goden gewijd is. Ze woont in een stad die helemaal ommuurd is en omgeven door gevaarlijke dingen en beesten. Er is een graaf en een gravin die de stad besturen, en ze zijn allebei Ascended, ‘t is te zeggen bijna onsterfelijk.

    Er zijn mensen de zo’n ascension doen enerzijds, en anderzijds wordt elk tweede (of was het derde? of alletwee? geen idee meer) kind van elk gezin opgevorderd om in de tempel tot de goden te gaan bidden en nooit meer terug te komen naar hun familie.

    Poppy is, om in het het begin van het boek onduidelijke redenen, blijkbaar vitaal bij die ascensie. Ze mag ook niemand zien en niemand mag haar zien: ze loopt heel de tijd in het wit gekleed rond en met een masker op.

    Ze kent eigenlijk alleen haar bewakers (we zin interactie met voormelde vaderfiguur Vikter, die haar heeft leren vechten als de beste ninja, en met Rylan, die wat jonger is) en dan nog één goede vriendin.

    In het begin van het boek muist ze er vanonder en gaat ze naar een lokale herberg-slash-huis van lichte zeden, gewoon om er eens uit te zijn en ook eens te leven.

    The music was…it was like nothing I’d heard before. It was deeper, thicker. Slowing, and then speeding up. It was…sensual.

    Dan ziet ze plots Vikter en vraagt ze aan de mevrouw van de herberg waar ze zich kan verstoppen. Komt ze in een kamer terecht waar –ge raadt het– een man was. En niet zomaar een man, maar de fantastisch knappe jonge Hawke, vers terug van monsters jagen buiten de stad. Die niet weet dat ze de Maiden is, uiteraard. En dan gebeurt dit!!

    Senses hyperaware, I watched as Hawke stopped in front of me and lifted his hands, gripping the back of the hood with one. For a moment, I thought he might pull it back, and the charade would be over, but that wasn’t what he did. The hood only slipped back a couple of inches.

    “I don’t know what kind of game you’re about tonight.” His deep voice was husky. “But I’m willing to find out.”

    His other arm came around my waist. A gasp left me as he hauled me to his chest. This was nothing like the brief embraces I’d received from Vikter. I’d never been held by a man like this. There wasn’t an inch between his chest and mine. The contact was a jolt to my senses.

    He lifted me up onto the tips of my toes, then clear off my feet. His strength was staggering since I wasn’t exactly light. Stunned, my hands landed on his shoulders. The heat of his hard skin seemed to burn through my gloves and the cloak and thin white gown I usually slept in.

    His head slanted, and I felt the warmth of his breath on my lips. A tight tremor of anticipation coiled its way down my spine at the same moment my stomach dipped with uncertainty. There was no time for the two warring emotions to battle. He pivoted and strode forward with the same kind of feline grace I’d seen from him before. In a matter of a few stuttering heartbeats, he was guiding us down, his grip strong but careful, as if he were aware of his strength. He came down over me, his hand still behind my head, his weight a shock as he pressed me into the bed, and then his mouth was on mine.

    Hawke kissed me.

    Haar allereerste kus!!!

    Enfin, lang verhaal kort, een tijd later wordt Hawke haar hoofdbodyguard en gebeurt er allerlei.

    Het is op zich geen slecht verhaal. Ik bleef lezen. De romantische en seksuele spanning wordt zo ongeveer 80% van het boek opgebouwd, dan hebben ze één keer ahem geslachtsgemeenschap en dan zit het spel op de wagen qua het échte verhaal.

    Ik ben er zeer snel doorgeraakt, ik heb mij geamuseerd met mijn verstand op nul, en ik kijk uit naar het vervolg.

  • Geïnternaliseerd

    We waren een paar dagen geleden iets aan het maken op het werk, fijne collega Johan en mezelf.

    Ge kunt u moeilijk inbeelden hoe geestig het is om met twee dingen te ontwerpen. En ook: hoe geestig het is om twee oude mensen te zijn die samen aan het ontwerpen zijn. Terwijl we aan het tekenen zijn, maken we een hele reeks beslissingen en staan we er niet eens bij stil.

    ‘t Is soms pas als we het bespreken met collega’s dat we zien hoe véél beslissingen er genomen zijn. En, oude mensen zijnde, kunnen we zelfs als we er niet bij stil stonden, nog altijd zeggen waarom de beslissingen genomen zijn: één woord in een label kan al het verschil maken, of een hoofdletter versus een kleine letter, of de spatiëring van dingen op een pagina, of de hiërarchie van dingen.

    Allemaal dingen geïnternaliseerd, zeggen ze daartegen. Eén voordeel van ouder worden, dat.

  • Tomadn

    Ik heb een week of twee geleden tomaten gezaaid, en ziet!

    Het lijkt alsof de grond droog is, maar dat is niet het geval. Ze zijn alvast uitgekomen, de tomaten. De volgende stap is dus, denk ik, wachten tot de plantjes groot genoeg zijn om te verpotten naar individuele potten. En dan tot ze groot genoeg zijn om in volle grond te planten. Of in verrijdbare grote potten die ik elke dag water ga moeten geven, wegens niet genoeg plaats in den hof voor de tomaten.

    Ik hoop at het allemaal in orde komt, ‘t is de allereerste keer dat ik tomaten gezaaid heb. En pepers. Maar de pepers zijn nog niet uitgekomen, dedju. Hopen dat het alsnog gebeurt. Want als het niet gebeurt, blijf ik gewoon proberen. Pepers zijn wijs.

  • Op het schap

    Ik ga niet veel tijd hebben om te lezen, vrees ik, maar ik heb alvast een lijstje gemaakt.

    Om helemaal uit mijn comfortzone te komen: softporno! en kobois! Niet samen, maar in twee afzonderlijke boeken. De softporno omdat ik mij heel hard afvraag wat de lezers van Goodreads als beste Romance novel van 2020 beschouwen. En de kobois omdat Larry McMurtry onlangs gestorven is en ik daar niets van gelezen had.

    Als ik daar door ben geraakt, keer ik terug naar SF en fantasy. Twee boeken van Hank Green waar ik goeie dingen van hoor, een trilogie van Scalzi en een paar losstaande aangeraden boeken.

    Ik heb zo gelijk de indruk dat ik er wel ga geraken, aan mijn 52 boeken gelezen dit jaar. Ik zit nu al aan 37, ondank de toch wel drukke agenda.

    …en nu ik er aan denk: wéér vergeten om Simenon en Carmiggelt op het lijstje te zetten. Op de volgende lijst, promis juré.

  • Emperor of Thorns

    In het begin van het verhaal is Jorg tien. Hij loopt weg van huis, leeft vier jaar lang met een roversbende die hij zijn broeders noemt, en keert dan terug naar zijn huis. Waar hij niet welkom is. Waarop hij (elders) koning wordt. Nu is hij twintig en getrouwd.

    Er is al meer dan een eeuw geen keizer meer maar honderd kleine koninkrijken. Om de vier jaar komen de koningen of hun vertegenwoordigers samen in wat vroeger Wenen was, om te proberen met een eenvoudige meerderheid een keizer te verkiezen.

    In het derde boek, vertelt de titel ons, wordt Jorg keizer — of probeert hij het toch te worden.

    Opnieuw verhalen in verhalen, en we komen opnieuw meer te weten over allerlei. Het is, net zoals in het laatste deel van de Red Queen’s War-boeken, een samenkomen van science fiction en fantasy. Ik dacht al een tijdje dat ik in de mot had hoe één van de plot points zou aflopen. Uiteindelijk had ik voor een deel gelijk, maar was ik toch nog enorm aangenaam verrast.

    Een schoon einde van een schone trilogie.

  • King of Thorns

    Ja, qua spoiler: Jorg Ancrath is koning geworden, zoveel maakt de titel al duidelijk.

    Dit boek is beter dan het eerste. Het blijft raamvertelling, spelen met geheugen, over en weer gaan in de tijd. Onwaarschijnlijke gebeurtenissen, omdat Jorg vals speelt: hij komt dingen te weten en verbergt ze dan voor zichzelf. Hij kan er enkel op vertrouwen dat zijn vroegere zelf wist wat hij aan het doen was, maar de kost van wat hij doet is soms onnoemelijk groot.

    Hij is géén goede mens, en hij omarmt dat volledig, maar tegelijk probeert hij ook voortdurend goed te doen op langere termijn, hoe slecht dat ook is voor de korte termijn.

    Een fascinerend personage, een fascinerend verhaal, en ook ngo eens uitstekend geschreven. Ik zou het geloofd hebben als iemand mij zou gezegd hebben dat dit recenter is dan de twee andere trilogieën die ik van hem las. Kijk bijvoorbeeld hier, naar een aantal sterfscènes die niet in het boek staan omdat ze mogelijks te verwarrend zouden overkomen.

    Sorren Hammerson, seventeen, arrow shot. Tellan slopes, below the Haunt.
    Son of William and Sereh, raised in Northdean, Renar.

    The arrow pinned him to the moment, and Sorren fell, knowing that for all his life he and the arrow had been racing toward each other.

    He fell. His head bounced once and his helm clattered away. A last breath left in a crimson spray of surprise. Sound faded, bowstrings thrummed into silence, the sky bright and wide, filled everything. He had wanted to be a farmer. He had wanted Milly Turner. The sky narrowed to the gleam of her hair. Narrowed again. Gone.

    De dood van een onbekende soldaat, een heel leven in twee kleine paragrafen. Ik vind dat machtig schoon.

  • Prince of Thorns

    “Waarom niet?”, dacht ik. Ik vond de Book of the Ancestor-trilogie niet slecht en ook de Red Queens’s War-trilogie was niet verkeerd, dus waarom niet de trilogie lezen die zich in de wereld van Red Queen’s War afpseelt?

    Ik zag op Goodreads wat echo’s van “afgrijselijk hoofdpersonage” en “verschrikkelijk boek”, dus ‘t was met de nodige voorzichtigheid dat ik er aan begon.

    Nergens voor nodig.

    Dit begint alvast uitstekend: Jorg is tien jaar als zijn moeder en oudere broer vóór zijn ogen verkracht en vermoord worden. Hij kan zelf niets doen, hij zit vast in een giftige doornenstruik.

    Hij overleeft het, maar er is iets kapot in hem. Van zodra hij kan, verlaat hij het kasteel waar zijn vader koning is, en trekt hij de baan op met een bende bandieten / rovers / moordenaars. Waar hij op een paar jaar jaar de leider van wordt.

    Het verhaal wordt verteld met raamvertellingen en flashbacks allerhande, en het is ongemeen boeiend en spannend.

    En Jorg Ancrath is een onvergetelijk hoofdpersonage.

    Ik ben immens content dat ik meteen aan boek twee kan beginnen.