Ik was (nog maar eens) aan het opruimen in den hof, en ik was aan een aantal plastiekzakken gekomen die al een paar maand in een plastieken doos lagen. Dat is zak voor zak alles uithalen, alle slakken er van af pakken, de pissebedden erafschudden, en dan voorzichtig oprollen, kijken dat ik geen beesten aan het versmeieren ben.
Drie zakken opgerold en aan de vierde bezig en ziet!
Een klein rost spinnetje met verhoudingsgewijs enorm kaken: jawel! een roodwitte celspin, Dysdera crocata! Gisteren de eerste ooit in mijn tuin gezien, en nu in één keer twee op dezelfde plastieken zak. En nog veel meer dan dat:
Ze waren allebei een hele nest kleine kleine spinnetjes aan het bewaken! Ik heb zelden zoveel spijt gehad dat ik mijn degelijk fototoestel niet bij de hand had en alleen mijn telefoon, dedju.
Ik heb het plastiek weer losjes opgerold, en dan in de schaduw aan de zijkant gelegd. Ik hoop dat ik er in slaag om ze de verbouwing te doen overleven. Realistischgezien vrees ik ervoor, maar ik blijf het toch hopen.
Ik heb vandaag weer redelijk wat tijd gespendeerd in wat hopelijk binnenkort onze tuin zal worden.
Er zitten zo enorm veel pissebedden in, ge kunt het u niet inbeelden: de vloer krioelt ervan. Allerlei verschillende soorten, ook: grote grijze, kleine oranje en minuscule witte. Het zit ook vergeven van de spinnen en de hooiwagens, ook allerlei soorten. Het is nog wat vroeg voor de kruisspinnen en alles was te drassig om veel huisspinnen en kaardespinnen tezien, maar ik heb vandaag wel veel springspinnen en kogelspinnen gezien — en in al die jaren zowaar de allereerste Dysdera crocata in mijn eigen tuin (niet verwonderlijk, met al die pissebedden).
En honderdpootjes, en allerlei soorten springstaarten, en wormen in alle formaten van dik en vet tot minuscule witte, en duizenden dikke vette slakken (welgeteld één naakte slak, wat zeer vreemd is, ik had er veel meer verwacht).
Dat is het resultaat van bijna twintig jaar. Ik hoop dat er heel veel overleven in de nieuwen hof.
Ik had nooit gedacht dat het zou gebeuren, maar het is gebeurd: ik heb mijn fiets terug. Er zit een dure nieuwe motor in, maar ik heb er niet voor betaald. In de winkel vonden ze het bij nader inzien ook wat raar dat ik zou betalen voor een motor die bij hen kapot is gegaan, misschien zelfs door er aan te prutsen bij het testen van de batterij en de elektrische systemen.
Aftellen geblazen: nog zaterdag en zondag en dan is het maandag en beginnen de verbouwingen aan den hof!
Ik zit er eigenlijk serieus mee in. Dit is hoe het er vanmiddag uitzag:
Ja, allemaal onkruid, yada yada. En de roos is omvergeregend wegens teveel bloemen en niet vastgemaakt aan de muur, damn.
Maar veel vervelender dan al dat groen van het onkruid: al die wortels en wortelstokken van dat onkruid. Die met geen moeite uit de grond te krijgen zijn wegens stampvol steengruis. En die, ben ik bang, er binnen de week weer door zullen komen als de nieuwen hof er zal liggen.
Dit is de stand van zaken vanavond:
Dat klein grut rechts in het midden is belachelijk: allemaal kleine kleine plantjes, die ik één voor één ga moeten uittrekken. Zucht. Op twee weken tijd, verdomme.
Maar de echte smeerlappen zijn dus die dingen met wortelstokken. Eén stukje dat blijft zitten en het is prijs. Of die zuringachtige dingen, waarvan sommige er al een eeuw zitten, met ondertussen wortels van gelijk vijftig centimeter lang.
Een dikke worteldoek erop? Vergif? Ik weet het niet. Ik ben er niet gerust in, da’s al dat ik weet.
We waren vandaag aan het vergaderen op het werk, en het was al lang geleden dat ik zo veel plezier heb gehad in een vergadering.
De situatie: er moet een toepassing gebouwd worden. We hebben voor die toepassing studie gedaan, gesproken met gebruikers, we zijn ze gaan observeren ter plaatse, we hebben een hypothese gemaakt voor hoe we de toepassing zouden bouwen, we hebben dat eerst intern verfijnd en gevalideerd, en dan hebben we een dag workshop gedaan met een hele stapel gebruikers om de concepten samen met hen te bekijken en te valideren.
Daar is veel nuttige feedback uit gekomen, die we nu in een rapport aan het samenvatten zijn, en dan gaan we aan een gedetailleerd design beginnen.
Maar tegelijkertijd moeten er ook ontwikkelaarsresources opzij gezet worden, en moeten we een (zeer ruwe) backog kunnen maken om de volgende drie maand ongeveer te kunnen vullen. En daar zaten we deze namiddag dus voor samen.
Als mijn vorig werk mij iets geleerd heeft, dan is het wel absoluut respect voor ontwikkelaars en hun situatie: niets erger dan een designer die ergens vanuit een ivoren toren komt zeggen “zo moet het”, en dan een tijd later terugkomt met “het werkt niet”. Want ah ja ik bedoelde eigenlijk dit in plaats van wat ge gemaakt hebt. Of, nog erger, want ah ja ik ben van gedacht veranderd.
In dit project proberen we daar enorm hard rekening mee te houden, door bijvoorbeeld de ontwikkelaars om de zoveel tijd uitleg te geven van wat we aan het doen zijn en hoe ver we staan, door de lead developer te betrekken in zowel de interne als de externe validatie, en door ze in het algemeen als evenwaardige partners te beschouwen.
De meeting was zo interessant, omdat we op hoog niveau zowel problem space (wat is er aan de hand?) als solution space (hoe gaan we dat oplossen?) al hadden bekeken, maar dat we nu binnenin de solution space ook weer tussen problem space en solution space zaten. Gewoon een niveau dieper opnieuw in analyse-modus, relatief technologie- en platform-onafhankelijk, aan het focusen om op het wat en het waarom en niet op het hoe.
Het is een algemeen principe dat het beter is om uw problem space niet te vervuilen met de solution space, maar het is niet vaak het zo expliciet gemaakt wordt dat er niet alleen bij analysten en designers een understand>explore>define>build>test-loop is, maar ook bij developers.
Ik kijk hard uit naar het vervolg van het project.
Ik heb het geluk dat ik mij kan bezighouden tijdens het vervoer naar en van het werk: ik heb altijd een Kindle mee, en ik heb altijd minstens één audioboek gedownload staan en een hele reeks podcasts die ik kan beluisteren. Bovendien ben ik een gemakkelijke slaper in treins en bussen.
Maar toch: objectief gezien loopt het eigenlijk een beetje uit de hand, vind ik.
Vandaag heb ik er 4 uur en 53 minuten over gedaan om naar mijn werk en terug thuis te geraken. Het was 2u10 om er te geraken (fiets naar Sint-Pietersstation, trein naar Brussel-Centraal, bus naar voorbij de NAVO) en 2u43 om terug te keren (bus naar Brussel-Centraal, trein naar Gent-Sint-Pieters opgestapt, beetje blijven zitten, gehoord dat de trein niet zou rijden wegens technisch probleem, eerstvolgende trein naar Gent-Sint-Pieters gepakt, fiets naar huis).
Vorige week ben ik maar vier dagen naar Brussel gaan werken (dag vijf was thuiswerk), van die vier dagen ben ik maar één dag naar voorbij de NAVO gegaan, had geen enkele trein een noemenswaardige vertraging, maar ben ik toch in totaal 12 uur en 55 minuten op weg geweest:
maandag: 3u47 (fiets – trein Sint-Pieters>Centraal – bus // bus – trein Centraal>Sint-Pieters – fiets)
dinsdag: 3u08 (fiets- trein Dampoort>Zuid – metro Zuid>Madou – te voet Madou>Grensstraat // te voet Grensstraat>Noord – trein Noord>Dampoort – fiets)
woensdag: 3u05 (fiets – trein Sint-Pieters>Zuid – metro Zuid>Madou – te voet Madou>Grensstraat // te voet Grensstraat>Noord – trein Noord>Sint-Pieters – fiets) [ik moest er vroeger zijn dan 9u en later dan 17u, dan kan ik de enige rechtstreekse trein van en naar de Dampoort niet nemen]
donderdag: 2u55 (fiets – trein Dampoort>Zuid – metro Zuid>Madou – te voet Madou>Grensstraat // te voet Grensstraat>Noord – trein Noord>Dampoort – fiets)
Lange dagen. Een geluk dat mijn kinders al oud genoeg zijn dat ze geen aandacht nodig hebben!
Het heeft gelijk maar een maand of twee geduurd eer ik mijn moed bijeen kon schrapen om de beddenverkoopwinkel te contacteren en te vragen of het bed zou kunnen gerepareerd worden!
(Twee maanden van abjecte miserie, van niet willen gaan slapen wegens mijn bed een instrument van middeleeuwse torturen geworden, twee maanden van met meer plezier wakker worden dan in bed kruipen, twee maanden van dagelijkse barstende rug- en koppijn van de verkramptheid van het slecht liggen.)
Ik zag het niet zitten wegens dat ik dacht dat ik naar de winkel moest gaan en dat ik het menselijke contact des Guten zuviel vond, maar na twee maand bedacht ik dus plots dat het misschien ook wel per foon zou kunnen en toen zei die mens dat hij de eerstvolgende werkdag zou langskomen met een nieuwe vijs voor in het bed, en toen was het vandaag en voor ik het wist, stuurde hij een mail met een factuur en was het 37.5 euro voor de werkuren en zat de prijs van de nieuwe vijs er geeneens in en was mijn bed gerepareerd!
De officiële powerpoint van op mijn werk is niet mooi: ’t is zo’n typische met een witte achtergrond, een enorme titel (44 punt Proxima Nova Bold), een eerste niveau bullets dat geen bullets heeft (20 punt Proxima Nova), en een tweede niveau dat vierkante bullets heeft (18 punt Proxima Nova). Tekst neemt ongeveer 60% van de breedte in aan de linkerkant, en als er beelden op staan, staan die op de 40% aan de rechterkant.
En dus heb ik een powerpoint gemaakt naar mijn eigen goesting. Met achtergronden van kleur en grote letters en een font met minder x-hoogte.
’t Is voor intern gebruik dus ik moet mij van niets aantrekken. Nem!
Ons dak moet ten gronde aangepakt worden: nieuwe isolatie, nieuwe pannen wellicht, de verbintenis tussen dak en gevels herbekijken.
Maar als we dan toch bezig zijn en het zal ons al een arm en een been kosten, waarom zouden we niet wat extra licht voorzien in de kamers waar het nu redelijk donker is?
De kinderkamers zitten aan de uiteinden, en aan één kant is er een douche die (1) zeer klein en (2) volledig ingesloten is. Ik heb een mail gestuurd naar de meneer van het dak om te vragen of het onderstaande zelfs mogelijk zou zijn:
Dat zouden dus twee lange veluxen zijn in de buurt van de nok voor de twee kinderkamers, en dan nog een kleinere velux in de douche (die in het midden, die zat er al). Of misschien een reeks kleinere veluxen, als dat goedkoper/gemakkelijker/beter zou zijn?
Ik ben benieuwd wat de meneer van het dak zal zeggen. Hopelijk niet dat het onbetaalbaar duur is en structureel onmogelijk. 🙂
Ik heb gebeld naar de meubelwinkel om te vragen of ons bed kan gerepareerd worden en dat kan, en meer nog, ze gaan dinsdag langskomen om dat te doen — geen afgrijselijke nachten meer!
Ik heb ook een telefoon gekregen van de velowinkel die mij zij dat mijn fiets “gerepareerd” was, dat er een nieuwe motor in zat en dat dat dan 680 euro zou zijn. Ik heb voor de zoveelste keer uitgelegd dat ik mijn fiets in februari binnengestoken heb met een batterij die niet meer werkte, dat ze lang gezocht hebben om te achterhalen wat er precies aan de hand was, en dat we nu maanden later zijn en dat mijn motor kapot is, dat ik niet van plan ben te betalen voor een motor die niet kapot was toen ik de fiets binnenstak, en die wat mij betreft waarschijnlijk kapot is gegaan terwijl ze aan het zoeken waren op wat er aan de hand was met de batterij.
De meneer van de winkel ging eens spreken met zijn baas en mij dan terugbellen.
We zijn vandaag ook nog eens naar badkamer- en tegelwinkels gaan kijken. De eerste winkel waar we binnenkwamen, had al meteen een zeer assertieve meneer aan het hoofd. Nog vóór we ook maar iets bekeken hadden, mochten we al neer gaan zitten aan een tafeltje, kregen we drank aangeboden, en mochten we uitleggen wat we willen (een badkamer van pakweg 9m² waarin we graag een vloer, muren, een groot bad, één wastafel, een wc en een inloopdouche willen krijgen). De meneer maakte een halve tekening van een vreemde rechthoek, schreef er “3.60” op aan één kant en onze naam, en zei dan dat hij niets echt kon zeggen zonder ter plaatse te komen.
We kregen er geen woord tussen. Hij komt woensdag kijken. Zucht.
Daarna naar de tegelgroothandelaar gegaan in Wondelgem, en zoals wel meer gebeurt, op veel dingen “nee” gezegd (samen of afzonderlijk), en dan uiteindelijk samen “hey, eigenlijk, ja” tegen iets:
Dat is dus één tegel! Echtgenote om de schaal aan te duiden! We zouden die in de hoek van de inloopdouche kunnen plaatsen, en dan voor de rest allemaal wit, en een houten vloer in de badkamer. Sounds like a plan.
We hadden ook al een wasbak gevonden — dit model, met dit onderstel maar zonder dat wit schap onderaan:
We hebben ook nog een kleine douchekabine boven, en daar zouden we misschien wel dit tegen één muur doen, in betontegels:
De mensen van het zak zijn langsgeweest voor tijdelijke reparaties.
Het dak wordt één dezer maanden grondig aangepakt wegens problemen met isolatie en alles, maar dit is al een tijd de situatie in onze living:
…en van zodra het echt hard regent komen daar potjes en emmers bij wegens zwaar binnen regenen. Het dak is zeer oud namelijk, en met al de verschillende ingrepen door de eeuwen heen en het verslijten en alles was het niet echt meer zeer waterdicht toen we het huis kochten. We hadden geen geld voor een nieuwe dak, maar onze aannemer heeft het in orde gemaakt, en dat heeft het zeer lang zeer goed gehouden, maar met de stormwind van onlangs was het om zeep:
Daar zat ooit een schouw, en dan niet meer, en die gaten zijn voor verluchting en voor de chauffage, en dat ding dat daar los ligt, zou eigenlijk niet los mogen liggen, en dan waren er nog allemaal dakpannen weg en dus gaten in het dak.
Afijn. Vandaag dus mensen van de dakwerken langsgeweest, en hopelijk is het in orde. Nu nog hopen dat de verzekering er tenminsten een beetje in tussenkomt.
Het is avond en ik heb geen zin om in mijn bed te gaan liggen.
Ik ben het namelijk beu, op een kapot bed slapen.
Ons bed heeft een systeem waarbij de latten op een soort zwevende stoffen band hangt, en die band hangt aan plastieken dingetjes in het frame van de lattenbodem.
Helaas: er is nu al een tijd één van die plastieken dingetjes kapot. ’t Is te zeggen: het is niet echt alleen een plastieken ding: in het plastieken ding zit een zware schroef, en die zit door het hout van het kader. En de schroef is afgebroken.
Het is moeilijk te omschrijven hoe één dingetje van de misschien een stuk op twintig zo’n enorm verschil kan maken. Het is het ding is net in het midden van mijn rug, en dat zorg ervoor dat mijn bed nu al weken aan een stuk aan één kant helemaal inzakt. Dat ik niet op mijn rug kan liggen, maar altijd op mijn zijde, en dan nog aan de andere kant van het bed.
Dat ik met andere woorden elke ochtend geradbraakt wakker word.
Ik ben het blijven uitstellen, maar morgen bel ik de winkel waar we dat bed gekocht hebben, veertien of zo jaar geleden. Zien of het te repareren is. Vingers gekruist.
Het was vandaag workshop op het werk: 20 man van over heel de wereld, van 9u30 tot 17u30, over materiaal waar we eigenlijk zonder veel moeite een week aan stuk zouden workshops over kunnen gedaan hebben. Maar 20 man van over heel de wereld één dag in Brussel krijgen, is al moeilijk genoeg — laat staan meer dan dat.
En dus hebben we sommige dingen gewoon verteld of uitgelegd, andere dingen gedaan in vier kleinere groepen met dan presentatie aan iedereen, en nog andere dingen in discussie met de hele groep.
Het was niet evident, ook omdat we ons hadden voorgenomen er niet met een timer bij te staan, en dat we op het moment zelf nog hebben besloten om voor sommige onderwerpen van één “formule” naar een andere te gaan.
Zo was de hele voormiddag bijna tot op de minuut op schema verlopen, maar in de namiddag waren er twee stukken van 45 en 35 minuten waarvan we gisteren nog besloten hadden om ze in één stuk (met drie onderdelen) van 60 minuten samen te steken, en als we er aan bezig waren, hebben we uiteindelijk deel 1 en 2 op 80 minuten gedaan in vier groepen, en deel 3 zeer zeer kort met de hele groep behandeld.
Maar hey! Tot ieders tevredenheid en voldoening proper op tijd gestopt, en zeer zeer veel dingen geleerd die we dan allemaal proper gaan verwerken.