• Merci, Jan

    Je favoriete leraar en waarom net hij/zij? Welke invloed had hij/zij op jou?

    Er is geen competitie. Mijn leraar Engels en Nederlands in de derde Latijn-Wiskunde, Jan Van Herreweghen (of was het zonder n? ‘t is ook al dertig jaar geleden).

    Hij was om te beginnen een uitstekend goede leraar. Het derde jaar Latijn-Wiskunde, toen, dat was het eerste jaar dat we Engels hadden. Het handboek Engels was die naam niet waard: een pamflet op groot formaat, met een blinkende kaft, knullige jaren-1970 tekeningen en leerstof voor beginners. Maar gelijk, écht beginners.

    Ik tekende op elke pagina met mijn fijne Rotringpen allemaal peetjes bij, en spraakbalonnetjes, en illustraties. Jan Van Herreweghen had voor elke bladzijde wel tien of vijftien bladzijden extra cursus gemaakt.

    Met grammatica, woordenschat, fonetiek, zegswijzen. Niét gemakkelijk. Veel. Ging het op het blad in het boek over Amerika, dan hadden we het in de ‘stencils’ (zoals dat toen heette, al waren het al járen fotokopieën) over the abolition of slavery, bijvoorbeeld.

    Ik had op de lagere school al wat Engels gehad, en ik las met een handwoordenboek bij de hand Engelse computertijdschriften, maar in de twee jaar bij Jan Van Herreweghen heb ik Engels geleerd.

    Hij was meer dan een uitstekende leraar. Er kon ook mee gesproken worden. Niet tijdens de les — dan was het les, en moest er opgelet worden — maar daarbuiten was hij altijd  beschikbaar voor advies.

    Geen touchy-feely-gedoe, maar rechttoe rechtaan, no nonsense. Een goeie gast. Ik was toen niet de beste leerling (euh, zeer verre van, op allerlei mogelijke vlakken), maar hij bleef er in geloven.

    Hij was ook ongelooflijk grappig. In de allereerste les die ik ooit van hem kreeg, op een Jezuïetencollege in de jaren 1980 om de context te situeren, was er iemand nog voor de les begon met een Pritt-ding aan het spelen in plaats van op te letten. “Steek die plakpenis weg”, zei de leraar, en de toon was gezet voor de rest van het jaar.

    Zijn Engels was van het mooiste — perfect van uitspraak en niet geaffecteerd. Bij momenten haalde hij een eigen soort gekuist Gents-Nederlands boven. Hij rookte cigarillo’s: er was toen nog een rokerslerarenkamer. Hij maakte episch lange examens Nederlands met illustraties en bonusvragen.

    Het was de enige leraar die ik ooit schreef (in de tijd dat er nog geen internet was, papieren brieven) om te zeggen hoeveel hij mij geleerd heeft, en hoe graag ik hem had.

    Het was ook de enige leraar die ik graag als vriend zou gehad hebben.

    Hij is overleden, vijftien jaar geleden. Ik heb er veel spijt van dat ik hem niet beter kende. En ja, ik weet dat ik hem ongetwijfeld idoliseerde, maar toch.

    En bij u?

  • Onthechting in mijn rugzak/manbag

    Wat zit er momenteel allemaal in je handtas (of manbag/rugzak voor de heren)?

    Tot nog niet zo lang geleden liep ik elke dag met een rugzak rond waarin een computer en voeding en muis, en minstens één boek, en een tablet, en een telefoon, en een fototas met een fototoestel en minstens één extra lens plus flash, en daarnaast vaak ook een plastieken zak met apart drank voor op het werk (Cola Light, geen aardige dingen), en een dikke dikke portefeuille vol kaarten en gerief en een soort eindmorene aan souvenirs van voorbije jaren, en dan nog een Moleskine en een pen, en opladers en kabels allerhande.

    Sinds een tijdje is dat ferm verminderd. Dit is (alles) dat ik op mijn persoon heb, in het slechtst mogelijke geval — als ik met de computer op baan ben:

    Een telefoon, een Microsoft Surface met kabel en keyboard, een Kindle, géén portefeuille maar wel een Visa-kaart, een maaltijdchequekaart, mijn identiteitskaart en bibliotheekkaart. Geen geld, of het zou per toeval moeten zijn. Geen bankkaart, want die ligt ergens in huis en ik weet niet waar. Geen portefeuille wegens te zwaar.

    Oh, en niet op de foto maar wel op zak: mijn sleutels. Op stap zit de computer in een boekentas van Thule waar ik zeer content van ben wegens licht en stevig en alles.

    En uzelve?

  • Links van 23 februari 2017 tot 28 februari 2017

    Opinie: Wat als Léopold Storme het niet heeft gedaan? | Opinie | De Morgen
    Nee, Léopold Storme heeft zich de voorbije 9,5 jaar nooit "geëxcuseerd". De vraag rijst bij wie hij dat dan had moeten doen. Nooit eerder schaarden de slachtoffers zich zo onvoorwaardelijk en eensgezind achter de verdachte als tijdens dit proces. Dag na dag zat oom Vincent op ons, journalisten, in te praten: "Maar ziet gij dat dan niet? Dit is de grootste gerechtelijke dwaling ooit!" Met zijn negentwintigen hadden ze zich burgerlijke partij gesteld tegen "onbekenden", de familie Storme. Om aan te geven: Léopold is onschuldig.

    Hoe politiek gereduceerd wordt tot provocatie – DeWereldMorgen.be
    Een kleine voorspelling: over een maand is iedereen het recentste relletje over Unia vergeten. Er zal niet meer over geschreven worden, er zal niet meer over gepraat worden. Hoe ik dat weet? Wel, omdat het altijd zo gaat. Doe even de test: kan u de laatste vijf relletjes opnoemen die uitgelokt werden door uitspraken van N-VA’ers? Wel, zo relatief is het dus.

    Een nieuwe vijand biedt voor de N-VA een handige afleiding in lastige tijden | Standpunt | De Morgen
    De strijd om Unia is niet betekenisloos. Steentje per steentje lijkt de N-VA de grondwaarde van gelijkwaardigheid af te breken. Een samenleving van A-burgers en B-burgers wordt in de plaats geschoven. Burgers met andere roots blijven welkom, als ze niet te veel complimenten maken. Er is al die nare uitbreiding van de vreemdelingenwet naar mensen die hier geboren of getogen zijn. Er komen nu ook sancties tegen advocaten die procedureslagen voeren namens kandidaat-asielzoekers. Voor een bepaalde groep mensen mogen de rechten op verdediging die de wet voorziet dus niet langer uitgeput worden. Verbind je al die punten met elkaar, dan wordt het eindbeeld stilaan troebel.

    Why Tea Addicts Go Crazy for Pu-Erh | Serious Eats
    A cake of pu-erh is in a constant state of change, and as you chip away leaves to drink over the months and years, no two brews will taste the same. Some pu-erh is delicious to drink when fresh: it's vegetal and fragrant with gentle bitterness and a tickling sun-dried pungency. Other pu-erh needs years of aging for profound bitterness or harsh, smoky flavors to mellow out into something smooth, sweet, and dignified. Half the fun of drinking the stuff is watching your tea grow and change as you do.

    Experts: “Hou trucks weg van de schoolpoort” | Mobiliteit | De Morgen
    Wow. Just wow. "Bij de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) en het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid (BIVV) is er minder animo voor een rigoureus kindvriendelijk mobiliteits­beleid. Volgens hen is dat in de praktijk zeer moeilijk uitvoerbaar. Vlaams minister van Mobiliteit Ben Weyts (N-VA) was gisteren niet bereikbaar voor commentaar."

  • Gelezen: The Expanse 6: Babylon’s Ashes

    James S.A. Corey
    Orbit, 2016, 538 blz.

    In real life kijken we ondertussen naar het tweede seizoen van The Expanse, maar dat is nu nog maar op weg naar het einde van het eerste boek van de boeken van The Expanse.

    Boek vijf had zijn problemen, in die zin dat het meer een obligaat soort “vul de persoonlijkheidsgaten in” was op de achtergrond van een cataclysme van epische proporties.

    Dit boek heeft ook zijn problemen, maar uiteindelijk kan ik ermee leven. Op een rij:

    • De slechterik van dienst is een soort Khadaffi-figuur, maar dan wel dom, haatdragend, en meer belachelijk dan imponerend.
    • De discrepantie tussen de afgrijselijkheid van wat er in het vorige boek op de achtergrond gebeurde en de reactie erop van alle protagonisten is enorm. Om de metafoor van vorige keer te hergebruiken: het is alsof iemand uit nijdigheid over een oud lief een hele grootstad heeft laten doormartelen en uitmoorden door teams met vleeshaken en vlammenwerpers, en dat geen van die mensen later eigenlijk zeer veel gewetens- of andere problemen heeft. En dat ze er zich van af kunnen maken met een “ey sorry hé gasten”, gevolgd door een “och ja, ik snap het ook wel dat het uw probleem niet was” door een paar overlevenden.
    • Een groot stuk van “vechten in de ruimte” heeft te maken met zwaartekracht. Zoals in: grote versnellingen kunnen overleven. Het is daarom dat de soldaten van Mars, zo hoorden we een paar boeken geleden, altijd in aardezwaartkracht trainen. Omdat ze anders in gelijk welk gevecht met de Aarde al van voor het begin in een slechtere positie zouden zitten.
      Wel, in dit boek moeten de Belters ruimtegevechten doen. En de Belters, die heel hun leven aan zo weinig zwaartekracht gewoon zijn dat ze zelfs niet op Aarde kunnen stappen, zouden dus eigenlijk al op voorhand moeten verloren zijn. Wat ze niet zijn. Dat is gewoon stom.

    Maar dit terzijde, is het een degelijk boek. Eén van de dingen die de heren James S.A. Corey al sinds boek 2 doen, is alsmaar meer personages maken. Dat zorgt ervoor, zoals bij hun leermeester George R.R. Martin, dat we niet zal te zeker moeten zijn dat iedereen het zal overleven. Ik knip en plak een lijstje dat iemand op Goodreads maakte:

    Holden is there, of course, and Corey manages to give him an arc, even this far into book six. And then we’ve also got POVs from Naomi, Amos, Alex, Bobbie (now a full member of the crew, yay!), Clarissa Mao (also now a crewmember), Avasarala (who breaks my heart), Michio Pa (the captain who can’t make up her mind which side she wants to work for), Fred Johnson, Anderson Dawes, Prax (haven’t seen him in a while), Naomi’s son (the little shit) Philip, Marko (the terrorist leader of the Free Navy), some random one-off chapters of people working on Medina Station, and the whole thing is bookended with a prologue and epilogue from our old friend Anna (the preacher from Abaddon’s Gate).

    Een kleine twintig personages, en ze zijn allemaal individueel en herkenbaar. Da’s al een verdienste op zich: als niet-specialist heb ik de indruk dat het allemaal gelijk wat beter geschreven is dan zeker het vorige boek.

    Hoedanook: er is een groot hoofdstuk afgesloten, en nu mag het eindelijk beginnen gaan over aliens, vind ik. Dit is het eerste boek waarbij ik niet meteen een idee heb waar het het volgende boek zou kunnen over gaan (zelfs al vergiste ik mij dan in wat het uiteindelijk werd), en da’s een goede zaak.

    Ik hoor dat ze precies weten waar het naartoe gaat, en hoeveel boeken ze nog nodig hebben, en dat we echt wel meer gaan te weten komen over de diepere achtergronden van allerlei.

    A la bonne heure. Laat deel zeven maar komen, ergens eind 2017.

    [van op Boeggn ]

  • Ik heb niet zo graag vakantie

    Daar, voilà.

    Ik heb niet graag vakantie als dat betekent opstaan op hetzelfde uur of vroeger als tijdens een werkweek.

  • Alsnog Lynclauw?

    Zie nu wat ik vond na honderden doopakten overlezen te hebben in 1785 en 1784:

    Wat voorafging. Ik heb dus een vrouw die heel haar leven als Sophia Nicolaus bekend is, maar bij haar overlijden als Sophia Lijnclauw ingeschreven staat. Maar in de index van dat jaar wel als Nicolaus geklasseerd.

    De geboorteakte maakt (zeer misschien) iets duidelijk:

    Die 14 8bris 1784 Baptizavi Sopiam filiam Joannis Baptiste Lynclauw et maria anna Devenijn conjugum hic natam hodie hora 11a noctis susceperunt Joannis Bapta Van hee et anna maria bruijaert que nesciens scribere posuit + signum abest pater omnes hanitant tileti

    ‘t Is te zeggen:

    Op 14 october 1784 heb ik gedoopt Sophia, dochter van Joannes Baptista Lynclauw en Maria Anna Devenijn echtgenoten, hier geboren om 11 uur ‘s nachts. Doophouders zijn Joannes Baptista Van Hee en Anna Maria Bruijaert, die niet kunnen schrijven en hier een kruisje zetten. De vader is afwezig. Ze wonen allemaal in Tielt.

    De vader is afwezig. Zou Maria Anna Devenijn hertrouwd zijn met een zekere Nicolaus? The plot thickens!

  • Nicolaus? Lijnclauw?

    Omdat het soms ook eens wijs is om de voorouders van mijn kinderen te bekijken (en dus die van Sandra), zat ik in Kortrijk in de jaren 1800.

    Justine Deryckere is de moeder van de vader van de moeder van de moeder van de vader van Sandra, en dus volgens de regels de oudgrootmoeder (generatie 6) van onze kinderen. Ik wist dat ze geboren was in 1815 en overleden in 1893, maar haar ouders had ik nog niet verder opgezocht.

    In de overlijdensakte en in de geboorteakte worden ze allebei vermeld:

    Jean (Jan) Deryckere en Sophia (Sophie) Nicolaus. Jan Deryckere is geboren ergens rond 1782 (33 jaar oud in 1815). Toevallig kom ik uit op de huwelijksakte in 1837 van de zus van Justine, Virginie-Félicité-Scholastique De Ryckere:

    Blijkt dat Sophie Nicolaus overleden is in Kortrijk op 16 januari 1829. Hoera!

    Enfin ja, niet hoera dat ze overleden is, maar wel hoera dat ik een datum van overlijden en dus wellicht bij benadering van geboorte heb, en een generatie ouders bij.

    Naar de overlijdens in Kortrijk in 1829… zoeken rond 16-17 januari… ahem nee. Geen Sophie of Sophia of Sofie Nicolaus of iets dat daar op trekt. Grmbl. Het zou natuurlijk niet de eerste keer zijn dat er een vergissing in zo’n akte staat, maar toch: grmbl.

    Omdat het misschien maar een verkeerde maand is in hetzelfde jaar, ga ik naar de index achteraan, en kijk eens wat ik vind onder de N van Nicolaus:

    Nicolaus, Sophia ziet Lynclauw, 16 januari, akte nr. 7.  Whut?

    Het staat er inderdaad: Sophia Lijnclauw, oud vier-en-veertig jaren, spinster, geboren te Tielt, in huwelijk met Joannes Baptista Deryckere. Het is zonder enige twijfel dezelfde: geboren circa 1785 in Tielt, getrouwd met dezelfde persoon, overleden op dezelfde dag als in de huwelijksakte van de dochter — maar wel met een andere naam.

    Kan ‘Nicolaus’ in Kortrijk mogelijks uitgesproken worden als ‘Nieklauw’ en mogelijks begrepen als ‘Lieklauw’ en dan maar opgeschreven als ‘Lijnclauw’? Ik kan het maar moeilijk geloven, ze waren toen toch wel al een paar honderd jaar redelijk secuur met namen. Maar ik zie geen andere verklaring. Er is ook nergens een spoor te vinden van een Lijnclauw/Lynclauw.

    Geboorten in 1785 in Tielt, dan maar?  Waar zo op het eerste zicht geen index of klapper van is, en dat het dus met de hand door “Al de Doopen in de Kercke van Thielt binnen het Jaer 1785” te gaan zal zijn?

    (Even later.) Neen, niet in 1785. Ze is overleden in januari, dus misschien dat het 1784 is?

  • Links van 19 februari 2017 tot 23 februari 2017

    fitteR happieR
    Radiohead has been my favorite band for a while, so I am used to people politely suggesting that I play something “less depressing.” Much of Radiohead’s music is undeniably sad, and this post catalogs my journey to quantify that sadness, concluding in a data-driven determination of their most depressing song.

    The Strange & Curious Tale of the Last True Hermit | GQ
    For nearly thirty years, a phantom haunted the woods of Central Maine. Unseen and unknown, he lived in secret, creeping into homes in the dead of night and surviving on what he could steal. To the spooked locals, he became a legend—or maybe a myth. They wondered how he could possibly be real. Until one day last year, the hermit came out of the forest

    Post-Olympic Abandonment – A blog by TMD studio – Medium
    We wondered: What happens to Olympic venues and infrastructure after the closing ceremony, once the athletes and media have packed up and returned home? Are the Olympics an opportunity for long-term infrastructure resilience for the host cities?

    Announcing TypeScript 2.2 | TypeScript
    Today our team is happy to present our latest release with TypeScript 2.2! For those who haven’t yet heard of it, TypeScript is a simple extension to JavaScript to add optional types along with all the new ECMAScript features. TypeScript builds on the ECMAScript standard and adds type-checking to make you way more productive through cleaner code and stronger tooling. Your TypeScript code then gets transformed into clean, runnable JavaScript that even older browsers can run.

    API Design Guide  |  Cloud APIs  |  Google Cloud Platform
    This is a general design guide for networked APIs. It has been used inside Google since 2014 and is the guide we follow when designing Cloud APIs and other Google APIs. It is shared here to inform outside developers and to make it easier for us all to work together.

    En 2013, Siegfried Bracke a perçu de l’argent pour conseiller… Tecteo-Nethys
    Boom, c’est le bruit d’un boomerang.

    Wat je verliest als je geen kinderen krijgt – De Standaard
    Urgh. "Mijn moeder stelde tientallen foto­albums samen en mijn beide ouders zijn van het type ‘ooit ga ik die dozen opruimen’. Ik combineer die genen met het schrijverschap, mijn archief barst uit zijn voegen en ik bewaar voortdurend spullen waarvan ik me afvraag: voor wie? Vroeger zei ik: voor mijn kleinkinderen, tegenwoordig denk ik aan wetenschappers en archeologen, maar dat is niet lang vol te houden, want welke navorser zit er op mijn rommel te wachten? Wat heeft het nog voor zin om spullen te bewaren? Niemand zal mijn kleren dragen, zoals ik de psychedelische jurkjes van mijn moeder droeg. Niemand zal de door de tand des tijds getekende foto’s van mijn grootouders bestuderen om er de kaaklijn van zichzelf in te herkennen. Niemand zal mijn liefdesbrieven met een mengeling van gêne en nieuwsgierigheid ontcijferen. Alles wat ik bewaar, is vooral een immense opruimtaak voor mensen die nooit zo betrokken zullen zijn."

    Sir Edward Heath WAS a paedophile, says police chief | Daily Mail Online
    Huh. "The police chief investigating claims that Sir Edward Heath was a paedophile is convinced the allegations are ‘120 per cent’ genuine, The Mail on Sunday can reveal. More than 30 people have come forward with claims of sexual abuse by the former Conservative Prime Minister, according to well-placed sources.  And they are said to have given ‘strikingly similar’ accounts of incidents to Wiltshire Police – even though the individuals are not known to each other."

    How Donald Trump Could Build an Autocracy in the U.S. – The Atlantic
    The benefit of controlling a modern state is less the power to persecute the innocent, more the power to protect the guilty.

  • Chocolate-chip not-quite mandelbrot

    Dát was een raar deeg:

    32242198503_abafd4bf77_b

    Enorm plakkerig en de consistentie van mastiek. Zeer zeer vreemd.

    Eén keer gebakken zag het er zo uit:

    32242200483_a3699cc866_b

    Dat in stukken gesneden zag er zo uit:

    33015898696_a50650392b_b

    En een tweede keer gebakken zag het er dan zo uit:

    33015900616_e4f061321e_b

    Ingrediënten:

    • 423 gram bloem
    • 1 koffielepel bakpoeder
    • 1/2 koffielepel zout
    • 3 grote eieren
    • 200 gram suiker
    • 240 ml olie
    • 1 koffielepel vanille-extract
    • 200 gram chocoladechips
    • suiker en kaneel

    Werkwijze

    • Eieren en suiker kloppen tot ruban.
    • Olie en vanille toevoegen.
    • Bloem, zout en bakpoeder mengen

    De rest gebeurt niet met een klopper, wegens de textuur dat het uiteindelijk wordt: geen enkele klopper of garde die dit overleeft. Een rubberen spatel met de hand, of een stevig K-stuk op langzaam met de Kitchenaid of Kenwood!

    • Oven voorverwarmen op 180°.
    • De helft van de bloem bij het ei doen en incorporeren.
    • De tweede helft bijdoen tot bijna helemaal opgenomen, en dan de chocolade erbij doen.
    • In drie worsten op een bakplaat rangschikken — “drop, spread an cajole the dough” zegt Dorie, en ze omschrijft het perfect. “It’s not a neat job and your logs won’t be pretty, but it doesn’t matter.”
    • Overstrooien met een mengeling van suiker en kaneelpoeder, naar smaak.
    • 20 minuten in de oven, omdraaien en nog eens een kwartier of twintig minuten, tot goudbruin en geel.
    • Uithalen, schuin snijden in schijven van een dikke centimeter, overstrooien met suiker en kaneelmengsel, en nog eens 10 minuten bakken.

    Hey presto!

    Uit Dorie’s Coookies.

  • Doe eens iets jaren 1990-achtig

    Zelie kwam gisterenavond af met de vraag of ik iets jaren-90 zou kunnen maken in Powerpoint.

    Ahem. Natuurlijk. Ik héb in de jaren 1990 dingen gemaakt in het echt, namelijk. Oh, maar wacht: het mocht natuurlijk niet zijn zoals ik het zou gedaan hebben toen, wegens te saai en te klassiek.

    Het is iets in deze zin geworden.

    Waarbij het grootste werk nog was dat dit zeer specifieke andere kleuren moest krijgen, en een tiled achtergrond moest worden:

    Photoshop, ‘t is een gemak als g’er mee overweg kunt.

     

  • N-VA is geen partij zoals de andere partijen. Met ons wordt het anders. Verandering. Dat soort platitudes.

    En dan constateren we allemaal samen dat er eigenlijk geen verschil is tussen N-VA en gelijk welke andere partij die aan de macht is: cumuleren, postjes, cynisch graaien, zoals het nieuwe modewoord het zegt.

    Business as usual.

    N-VA heeft 43 miljoen: goed nieuws voor Facebook
    N-VA heeft 43 miljoen: goed nieuws voor Facebook – Sceptr

    Maar hey, is dat niet hét belangrijkste punt van die partij, het anders-zijn? Vlaams zijn ze niet echt meer, na de Bocht van Bracke. En economie of werkgelegenheid of dergelijke, dat is het ook niet, na de vele “ja maar nee maar”-communicatie van Van Overtveldt.

    Blijft over: anti-terrorisme, pro-veiligheid. Maar op die flank kan het natuurlijk nooit beter dan de échte, waar elke moslim er eentje teveel is, elke moskee verdacht en elke vluchteling een migrant een allochtoon een vreemde luis een terrorist is, die beter thuis blijft. Of, als hier zijn thuis is, die bij elk vermoeden beter buitengekieperd wordt, liefst door een ambtenaar.

    En dus ja, dan wordt het echt pijnlijk als ze niet meer ander blijken te zijn. Dat ze, in de woorden van hun eigen ex-fractieleider, één van de traditionele partijen geworden zijn. .

    Begin er maar eens aan, als pakweg zo’n Peter Dedecker. Daarnet in De Standaard (en N-VA kan niet eens meer uithalen met “de werkgever van Abou Jahjah”, ha), onder het kopje “N-VA speelt het cumul-spel ook mee”:

    En de voorzitter zelf? Bart De Wever is burgemeester en partijvoorzitter, ook nog altijd kamerlid.

    ‘Je zal Bart niet in commissievergaderingen, maar je kan toch niet zeggen dat hij het volk niet vertegenwoordigt’, zegt Dedecker. ‘Bart Somers is net uitgeroepen tot de beste burgemeester ter wereld. Je kan toch bezwaarlijk zeggen dat hij geen uitstekend parlementslid is. Ik ben het vaak niet eens met Hans Bonte, maar de Vilvoordse burgemeester doet het toch ook goed in het parlement.’

    Ik moest luidop lachen bij zoveel kul in amper een paragraaf.

    “Je zal Bart niet in commissievergaderingen, maar je kan toch niet zeggen dat hij het volk niet vertegenwoordigt.” Inderdaad. Zuiver formeel is hij verkozen, ja. En hij spuit meningen en zo, waarvan hij zegt dat ze een volk vertegenwoordigen. Maar doet hij werk in de Kamer? Is hij daar een werkende volsvertegenwoordiger? Ik dacht niet, nee.

    Vergelijk eens het parlementair werk van Somers met dat van De Wever?  Vergelijk eens het parlementair werk van Bonte met dat van De Wever?

    Ik bespaar u de moeite: Somers en Bonte deden veel werk, De Wever deed géén wetgevend werk (nooit auteur of zelfs maar ondertekenaar van een hoofd-of opvolgend document, nooit rapporteur), stelde geen ekele schriftelijke vraag, deed geen enkele interpellatie, stelde noch in commissie noch in plenaire vergadering ook maar één mondelinge vraag.

    Da’s gelijk zeggen “OK, je zal Bart De Wever niet zien op de vergaderingen van de architecten, maar maar je kan toch niet ontkennen dat hij een goede plantrekker is? En Frank Gehry is een fervente zeiler, en je kan toch bezwaarlijk zeggen dat hij geen uitstekende architect is?”

  • Stilleven met punaise

    DANKUZEER, @filipwatteeuw!! 

    Twee keer raden wat er vanmorgen op de Visserij gebeurde:

    20170220_142534

    Blijkt dat een binnenband maar 5 euro kost. Nog een chance.

    (“Dankuzeer @filipwatteuw” in dezelfde zin als “Thanks, Obama“, uiteraard. Leve Watteeuw en al wie fietsen meer plaats geeft in de stad, met dit bijvoorbeeld als gevolg.)

  • Reclame!

    Ik dacht, ik lees een artikel bij de New York Times (ooh, fancy!), en wat kom ik daar tegen:

    Ik klik op een ander artikel en ik scroll naar beden, en kijk nu:

    Is er iets waar vandaag speciaal de aandacht van moet afgetrokken worden? Of is dit normale kost? De link, trouwens, komt terecht op een pagina op de N-VA-website met de titel “De Verandering Werkt”. Waar drie dingen in de verf worden gezet, vermoedelijk die Werkende Verandering, denk ik dan:

    Een groot blok “veiligheid” met cijfer en filmpje van Jambon, een even groot blok “terugkeerbeleid” met cijfer en filmpje van Francken, en dan helemaal onderaan in een mini-pagraafje “meer jobs en hogere lonen”. Begrijpelijk voor een partij die “niet gelooft in de maakbaarheid van de economie”, maar toch. Bijna grappig, bijna zielig. Willen maar niet kunnen.

  • “Maar ik wou dat ook hebben”

    De laptop van Louis was weg. Verdwenen. Hij lag op het bureau in de living, maar toen was hij weg. Niemand die wist waarnaartoe, twee dagen aan een stuk. En toen kwam hij uit, op de kamer van Z, achter de deur weggestoken. “Maar ik wou ook een computer hebben”.

    Zucht. Een nieuwe fase in het avontuur: een meisje van vijf dat ‘s nachts stilletjes opstaat, en in het huis dingen neemt die ze ook graag wou hebben. Geen enkele schaar is veilig, gisteren lag er een hoopje geld (briefjes, Jan gekregen voor zijn verjaardag zaterdag), vanmorgen vond ik een bril van een kindje op school in haar boekentas… aaargh.

    – Weet je dat dat niet mag?
    – Ja.
    – Zou jij graag hebben dat iemand jouw dingen meeneemt?
    – Nee.
    – Ga je het niet meer doen?
    – Ik weet het niet.

    Wij hebben vier kinderen — vier allemaal andere kinderen — dus ge zoudt denken dat we het ondertussen ook wel een beetje gezien zouden hebben. Wel: neen, dus. Er is een enorm verschil, zo blijkt, tussen “gewoon” stout zijn (of onoplettend, of ongehoorzaam, of ik-zou-ze-tegen-de-muur-willen-plakken-ambetant) en bewust stout zijn. Zo van “ik doe dit omdat als ik stout ben ik naar mijn mama mag”. Letterlijk zeggen hé, niet vermoeden of “misschien is het dat wel”.

    En dan breekt uw hart, en dan moet ge keer op keer uitleggen dat dat niet kan, en dat wij haar ook graag zien, en dat we ze graag bij ons hebben zo lang het nodig is, en probeert ge op de één of andere manier duidelijk te maken dat wat wij ook doen of wat zij ook doet, dat niets gaat veranderen aan de situatie — maar dat gaat er niet in.

    © CEphoto, Uwe Aranas

    Vijf jaar: oud genoeg om iéts te snappen, te jong om het helemaal door te hebben.

    En dus is het elke dag, élke dag, een gevecht. Wakker gemaakt worden ergens tussen 5 en 6 met gebonk en getier. Op onder en rond de matras kijken wat er eventueel ‘s nachts is verzameld. Elke dag discussies over neen, we gaan niet met voetbalschoenen naar school en ja, we doen een trui aan en nee, we doen niet iemand anders onderbroek aan en honderd andere grote en kleine discussiepunten — ofwel begeleid met een hartverscheurend geween en “maar ik wil mijn mama”, ofwel met treiterend uitlachen.

    Geen moment de rug mogen draaien, want dan zijn er plots dingen weg, staat de tv vol handafdrukken, is een tube tandpasta of een pot Nivea of een fles shampoo uitgeknepen, zijn er brieven gescheurd of verknipt, staat een boek plots volgekrabbeld. Geen moment de rug draaien, dat betekent ook dat er voortdurend iemand in dezelfde ruimte moet zijn: rustig op kamer spelen kan niet, met de blokken spelen of tekenen aan de keukentafel terwijl wij boven zijn kan ook niet.

    En dan ook: van de ene seconde op de andere kan het overslaan. Het bloed vanonder de nagels halen om 7u21, een knuffel geven om 7u22, om 7u23 gekrijs omdat ze haar voetbalschoenen écht niet mag aandoen, om 7u30 nog een dikke knuffel (“Michel ik vind jou lief“), om 7u35 smijten met schoenen en weigeren om meer dan een t-shirt aan te doen. Of een hele dag braaf zijn, en van zodra we te veel laten blijken hoe fijn we dat vinden: plets, iets zo stout mogelijk doen. En nee, niet per ongeluk, maar bedoeld en bewust. Enfin, hoe bedoeld en bewust het kan zijn voor een vijfjarige, natuurlijk.

    Maar het meest ergerlijke van al: van zodra dat er iemand bij komt die niét ons gezin is: een plaatje van voorbeeldig gedrag. En dan hebben wij er collectief al een dag, weekend, week, maand van het bovenstaande op zitten, en ja, dan lijken we al eens onredelijk boos als we voor de 883ste keer deze maand vragen om geen enorme hompen eten met de handen in het hoofd te proppen. Ja, soms met meer dan één tegelijk. Of zijn we niet altijd toonbeelden van ongelooflijke bezorgdheid, als negentien huilbuien op twintig even snel komen als ze gaan.

    Nee, ‘t is niet gemakkelijk. Het tandvlees, en hoe er op te zitten.

    We roepen hulplijnen in, ge moogt zeker zijn. Want op ons eigen zal het niet zo lukken.

  • A tisket a tasket a brisket a basket

    Brisket is hier niet te krijgen, als het niet op voorhand besteld wordt. Brisket is een stuk uit de borst van een koe, redelijk vet, met veel bindweefsel, zeer taai behalve als het lang op heeft gestaan.

    Ik ging naar onze slager voor een waardig alternatief, en het is denk ik ongesneden stoofvlees geworden. In ieder geval was het duidelijk wat ik wou: draadjesvlees.

    Twee kilo 300 gram, banaan voor schaal:

    32821452052_486917e4f4_b

    Dat een beetje ingesneden aan één kant en ingewreven met een mengeling van ongeveer gelijke hoeveelheden

    • gerookte paprika
    • gedroogde oregano
    • kaneel
    • gestampte komijn

    geeft dit:

    32161249983_e89d9c65c9_b

    Dan in een pot gesmeten:

    • een stuk of drie laurierbladeren
    • een halve liter wildfond en een halve liter kiekenbouillon
    • drie blikken van 400 gram tomaten
    • 3 rode pepers en 3 gele pepers (zonder zaad maar voor de rest ongeschild)
    • een stuk of 6 chillipepers, zeer fijn gesneden
    • 3 rode ajuinen, in dunne schijfjes
    • een bussel fijngehakte verse koriander

    en laten koken. Ondertussen het vlees in een zeer warme pan redelijk bruin afgebakken (dit is de niet-krokant, niet afgebakken bovenkant, voor de duidelijkheid):

    32161251913_d654439a57_b

    Veels uit de pan, pan gedeglaceerd met een liter of zo van het vocht van de pot met groensels, en dan alles samen in de groenselpot, en laten sudderen:

    32161253323_3b9da52b4d_b

    Een uur of zes later het vlees eruitgehaald, en even aangeraakt met een vork. Meer dan aanraken was niet nodig om dit te laten gebeuren:

    32594859940_c1ff5022bf_b

    Dat weer in de pot, beetje bijkruiden met pimen d’espelette en zout, en hopla: pulled beef brisket chilli!

    32594862440_eff0bd79b3_b

    Ik heb geen foto’s meer gemaakt, maar er kwam nog rodebonenpasta bij met chilli en look, en zure room, en guacamole, en yoghurt, en zachte warme tortilla’s.

    Ayep, topgerecht.