Bijna niet te geloven, maar ‘t is zo: twintig jaar geleden dat de nieuwe versie van Battlestar Galactica begon.
Met voorsprong de serie waar ik het hardst naar uitkeek. De oorspronkelijke Battlestar Galactica was waarschijnlijk mijn favoriete serie op TV, en het einde van de laatste aflevering — Hand of God, waar de Galactica in een lege ruimte de maanlanding opvangt en dus bewijs dat de verloren kolonie bestaat — blijft in mijn hersens gegrift.
Ook al omdat ik absoluut niet wist dat het de laatste aflevering was: in die tijd was er alleen Humo om te zeggen wat er op TV was deze week, en dat was het dan, op ongelooflijk zeldzame stukjes in filmprogramma’s of zo. Door zo’n filmprogramma waar er opnames van Battlestart Galactica getoond werden, was ik ervan overtuigd dat er weldra, binnenkort, ooit nieuwe afleveringen zouden komen.
Die afleveringen kwamen er, maar urgh wat een gemengde zak: akkoord met door de tijd reizen en zelfs akkoord met Xavier als een soort Mephisto achter de schermen doorheen de geschiedenis, maar triestig dat dat Starbuck en Apollo niet terugkwamen, en egad wat een viezigheid als tijdreizen helemaal wegviel en er allerlei gedoe was met kinderen met superkrachten en alles.
Het enige écht goede eraan was de laatste aflevering, The Return of Starbuck, met Starbuck op een planeet alleen met een cylon en dan later een mysterieuze zwangere vrouw en een einde waar alles openblijft.
⁂
Battlestar Galactica in 2003 was helemaal anders dan ik had verwacht, maar ik was meteen mee. Ik heb alle afleveringen gezien de dag dat ze uitkwamen, de laatste seizoenen grotendeels op mijn iPod touch: ‘s nachts gedownload, ‘s morgens omgezet en op de iPod gezet, en dan kijken op de trein en metro naar en/of van het werk.
Ik heb zelfs niet eens een groot bezwaar tegen de laatste aflevering.
Maar twintig jaar geleden jong. Wat een oude mens ben ik toch.