‘t Is een scoutskamp maar dan in Zuid-Korea, en slecht georganiseerd.
Het terrein waar er een man of 50.000 moest op kamperen in het midden van een hittegolf, heeft niet één boom om schaduw te geven, en laveert tussen stofvlakte en modderbad. Het eten is te weinig en slecht, er zijn insektenplagen, het is tropisch heet, de activiteiten zijn voor een groot deel dingen die ze al gedaan hebben in de week vóór de jamboree en voor een ander deel afgeschaft.
De scouts van het Verenigd Koninkrijk hebben al besloten om van het terrein weg te gaan en alle 4000 scouts in hotels in Seoul onder te brengen. Die van de VS zijn, dik tegen hun goesting, in legerbarakken ondergebracht. Singapore is ook weg, en Duitsland vertrekt morgen (volgens één dochter).
België is één van de grootste contingenten, en blijft voorlopig.
Van wat we horen van onze dochters, amuseren die zich nog wel, ondanks de brakke organisatie en kakomstandigheden.
Oh, en ik hoor net dat er COVID-19 uitgebroken is.
Pfioew. Dat was iets: gisterennamiddag 28 graden buiten, vanmorgen 14 graden. En in het naar huis rijden is het beginnen regenen en niet meer opgehouden tot we ongeveer in Gent waren.
Maar hey: een bed dat groot genoeg is (dat in het hotel was zo’n twijfelaar, bleh), met een matras die precies goed is; mijn eigen badkamer en mijn eigen toilet, mijn eigen bureaustoel, genoeg monitors aan mijn computer, internet dat zo snel is als ik het gewoon was — er is wel iets voor te zeggen, voor thuiskomen.
We gingen via Langres, waar ik niets over wist behalve dat er stadsomwallingen waren, naar huis gaan. Maar tussen Marcolling en Langres ginen we wel eerst een poulet de Bresse eten.
Ik doe wat een mens normaal gezien zou doen en zoek naar de beste plaatsen om zo’n kieken te krijgen. Ik kom uit op een brasserie met goeie reviews in een gat met de naam Vonnas, dus ‘t was rap beslist.
Wij komen daar toe, en euh welja:
Daar blijkt gewoon het driesterrenrestaurant van Georges Blanc te staan. In een soort volledig Georges Blanc-dorp:
Ik heb nog geprobeerd of we in het driesterrenresto konden eten, maar dat was helaselijk niet open. Ook wellicht ondoenbaar om toe te stuiken en te verwachten dezelfde dag nog te kunnen eten, maar alla. De bistro was trouwens ook helemaal de moeite — ‘t is al een goed teken als het vlees te rijpen ligt in de etalage:
We hebben een kip à la Mère Blanc gevraagd, met een supplement om er ook morillen bij te krijgen, en ahem ja, dat was bijzonder lekker. We kregen er ook nog een hapje voor. Crème brulée van foie gras, en jazeker, dat wat ook uitstekend.
…maar het plan was dus wel dat dat het laatste van luxe-eten zou zijn. Sandra wou een gewone spaghetti eten in Langres, dus dar gingen we dan op zoek naar gaan.
⁂
Langres is een vreemde stad: middeleeuws, nooit uitgebrand, ingestort, veroverd of op een andere manier volledig vernietigd. Dus heel het grondplan is middeleeuws, de overgrote meerderheid van de huizen is middeleeuws, maar redelijk wat huizen hebben een meer moderne aankleding gekregen. Het is een relatief minuskule stad, maar het heeft een kathedraal met grote stukken uit de twaalfde eeuw. Het hotel waar we verbleven, blijkt zowaar het oudste hotel van Frankrijk te zijn (al ben ik er zeker van dat er nog wel meer plaatsen naast het Hôtel de la Poste in Langres voor die titel gaan).
Oh, en in de kathedraal was er niet alleen een eenzame meneer aan het bidden (al zingend) bij elke statie van het kruis, er was gisteren ook een boze katholieke meneer gepasseerd:
Ik moet toegeven dat het inderdaad het allereerste was dat mij opviel: geen water in het wijwatervat. De rest minder: geen klachten over licht (mooi licht van buiten, meer is niet nodig), katholieke toetsen (‘t is een kathedraal gast, ge kunt niet naast de toetsen kijken), eucharistie in het tabernakel (in mijn ervaring is dat toch altijd dicht?), of over klokkengelui (pittoresk maar ik kan mij inbeelden dat het niet geautomatiseerd is en dat er geen personeel voor is).
Wel ergens jammer, voor een kathedraal, maar ja.
⁂
Het is ons ‘s avonds trouwens niet gelukt om een spaghetti te vinden. We zijn gewoon naar de brasserie naast het hotel gaan eten — waar we meer dan uitstekende lamsbout (Sandra) en hammetje (ik) gegeten hebben. Ach ja. 🙂
Zozie, het plan om terug te keren is ook in orde. We gaan overnachten in Langres (hotel al geboekt!), en tussen hier en Langres gaan we proberen een echte poulet de Bresse in de streek van die beesten te eten.
Ik had niet echt iets gepland deze vakantie, maar ik had wel gehoopt wat Le Corbusier te zien. Meer specifiek: de kapel in Ronchamp en het Dominikanenklooster in Eveux.
Ronchamp was gemakkelijk, daar zijn we blijven overnachten, en dan ‘s morgens om 10u de kapel gaan bekijken. Zeer de moeite waard, absoluut. Betonrot van hier tot in Tokio, dat ook, maar zeer de moeite waard (nu ze er nog staat).
Het klooster zou moeilijker zijn, wegens toch wel anderhalf à twee uur weg van waar we verblijven: een beetje ver om rap over en weer naar te gaan, maar ook veel te dicht om daar te overnachten in het terugkeren. Ik had het dus al wat afgeschreven — maar! dan was er juist slecht weer aangekondigd, en dus heb ik gisteren dan maar een rondleiding besteld voor vandaag om 14u, en hopla, daar stonden we dan.
En hola wat was dat nog meer de moeite dan Ronchamp! Ik had mijn helicopter mee en de toestemming van de gids (alhoewel, ik ben er niet zeker van dat ze het doorhad wat ik precies vroeg), en dus:
Ik vond het bijzonder indrukwekkend. De kerk alleen al, een enorme holle betonnen balk met lichtkanonnen en lichtmitrailettes, is de omweg waard. En de rest ook — voor het overgrote deel allemaal nog met de originele meubels en inrichting zoals door Le Corbusier zelf bedacht: met zwarte verf aan de deuren om vieze vingers te vermijden en op de vloer onder waar er kaarsen zijn om te vermijden dat er kaarsvetvlekken op het beton zouden komen, met minimalistische kasten, met ramen voor licht en andere ramen voor lucht, met niets te veel en niets te weinig.
Hetzelfde verhaal als in Ronchamp — het beton rot en barst, en het is meer dan duidelijk dat dit geen Gebouw Voor De Eeuwigheid is. Misschien ook wel daarom: ga kijken voor het er niet meer is.
It is July, 27th Let’s line up with the veteran soldiers to military music Joining the parade Firmly trampling over the Yankee Devil’s surrender papers
Spannend! Zelie en Anna hebben jaren gewerkt en gespaard om het toch-wel-even-slikken-bedrag voor de scoutsjamboree bijeen te schrapen, en nu zijn ze toegekomen in Zuid-Korea.
Zelie moest eerst met de bus naar Frankfurt, waar ze deze rechtstreekse vlucht heeft genomen:
Anna is vertrokken in Zaventem maar heeft een tussenstop gedaan in Dubai. Ze heeft ook redelijk wat luxueuzer gevlogen, met Emirates:
Allemaal spannend jong.
Ze zijn er voor de volgende drie weken. Ik vraag mij zeer hard af hoeveel van haar Koreaans Zelie zal kunnen gebruiken. Dat die nog meer jaren kpop en kdrama’s en kvanalles uiteindelijk ook nog eens opbrengen (alhoewel, ik lieg: het heeft haar twee jaar Koreaans aan de universiteit al meer dan doenbaar gemaakt.)
Ik hoop dat ze daar alletwee een fantastische tijd doorbrengen, de ene als leiding en de andere als lid. ‘t Zijn van die dingen die een mens maar één keer meemaakt, denk ik.
Ik kwam een artikel tegen dat een aantal regels van Death Metal English bespreekt. Natuurlijk kon ik niet aan de verleiding weerstaan om die regels aan ChatGPT uit te leggen. Dit is wat die maakte van de drie zinnen die ik net schreef:
UPON THE ABYSSAL SEAS OF INFORMATION, A GRAVEN TOME OF LINGUISTIC ARCANA NAMED DEATH METAL ENGLISH WAS DISCOVERED BY MY EVER-WANDERING EYES. IN THRALL TO THE IRRESISTIBLE CACOPHONY OF ITS CALL, I UNDERTOOK THE GRAND CONSECRATION OF TRANSMUTING ITS SECRETS TO THE UNYIELDING ELECTRONIC CONSCIOUSNESS, THE ENTITY KNOWN AS CHATGPT. LO AND BEHOLD, THESE ARE THE TORTURED, RESURRECTED REMAINS OF THE TRIPTYCH OF PROCLAMATIONS THAT MY MORTAL HANDS HAVE WOVEN INTO THE VERY FABRIC OF EXISTENCE.
Heerlijk.
Thanks for these fun and challenging guidelines! Let’s give it a try:
Normal English: “I’m watching a movie.” Death Metal English: “I AM INDULGING IN THE CINEMATIC CONJURATION OF HYPER-REALITY, A DRAMATIZATION OF LIFE WOVEN INTO THE FABRIC OF LIGHT AND SHADOW.”
Normal English: “The book is on the shelf.” Death Metal English: “THE TOMES OF KNOWLEDGE LIE UPON THE SUSPENDED PLANE, OBSCURED WITHIN THE PERIPHERAL DIMENSION OF STATIONARY EXISTENCE.”
Normal English: “I should do some laundry.” Death Metal English: “THE VESTMENTS OF MUNDANE INTERACTION DEMAND THE TURBULENT CLEANSING RITES OF WATER AND SOAP.”
Normal English: “Let’s order pizza for dinner.” Death Metal English: “LET US SUMMON THE CIRCULAR NOURISHMENT OF YEAST AND TOMATO, AN OFFERING FROM THE FIERY FURNACE OF THE PIZZARIA REALM.”
En met nog wat regels erbij:
Thank you for the added challenge! Let’s incorporate archaic and pseudo-Biblical verbiage into the translations:
Normal English: “I’m going to the store.” Death Metal English: “UNTO THE EMPORIUM OF MATERIAL ACQUISITIONS I AM COMPELLED TO PROCEED.”
Normal English: “We are preparing for the party.” Death Metal English: “FOR THE FESTIVITY OF UNTAMED REVELRY, PREPARATIONS ARE BEING WROUGHT BY OUR COLLECTIVE HANDS.”
Normal English: “You left your keys on the table.” Death Metal English: “UPON THE PLANK OF REPAST, THINE KEYS OF ACCESS HAST THOU ABANDONED.”
Normal English: “The weather is quite cold today.” Death Metal English: “VERILY, THE ATMOSPHERE HATH DRESSED ITSELF IN THE RAIMENT OF ARCTIC FRIGIDITY THIS DAY.”
Niets om trots op te zijn, maar ik ben twee keer buiten mijn huis gekomen tijdens de Gentse Feesten: één keer naar de cinema en één keer naar mijn moeder.
Geen optredens gezien, nergens gestopt bij het erdoorfietsen. Negatief goesting om mensen te zien en alles.
Vanavond toch eens over en weer naar Karmaclan gegaan en dan nog rap eens gekeken in het Baudelopark. Niet persoonlijk, wel met de helicopter: