• De archieven opgediept

    We hebben een hele tijd geleden — toen er nog geen globale pandemie was — allerlei controlekamers van luchtverkeersleiding bezocht, en daar zeer vele interessante dingen geleerd.

    En toen kwamen we thuis, of vaak waren we zelfs nog in de luchthaven, en begonnen we allerlei mogelijke concepten voor oplossingen te tekenen. Dan toetsten we die concepten af met mensen die precies wisten wat de systemen in de backend al dan niet aan konden, verfijnden we onze concepten, en stelden we ze uiteindelijk voor aan gebruikers, in een reeks van conference calls met bevragingen achteraf.

    Ruime consensus was het verdict. Goede ideeën, ook wel. En dat ziet er verrekt handig uit.

    En dan kwam het moment om te kijken naar wat er allemaal zou moeten gedaan worden, en wat er in de onmiddellijke toekomst haalbaar was om te doen — en draaide het uiteindelijk zo uit dat wat wij het meest interessante vonden, niet meteen het meest haalbare was voor ontwikkeling.

    Hey, ons werk bevindt zich altijd tussen dromen en pragmatiek, dus qu’à cela ne tienne, we hebben ons dan een hele tijd geconcentreerd op minder glamoureuze maar ook wel interessante zaken. Tot zeer recent, dus. Want onze oude oncepten worden weer opgediept en gaan in de loop van pakweg het volgende jaar alsnog ontwikkeld worden.

    Feestje!

    De eerste stap was die concepten allemaal nog eens uitleggen aan iedereen die ermee te maken ging hebben, en de tweede stap is dat er een prototype van een proof of concept gemaakt gaat worden. Ik ben oprecht in blijde verwachting te zien wat daar uit gaat komen: ik had al eens manueel iets van vier dimensies tot twee gereduceerd, maar ik ben enorm benieuwd hoe veralgemeend mijn oplossing kan worden.

    Het probleem is gemakkelijk uitgelegd: stel u voor dat het luchtruim boven een bepaalde regio een taart is. Die taart kan op verschillende manieren verdeeld worden: in een noordelijk stuk en een zuidelijk stuk, of in een oostelijk en een westelijk stuk, of een boven-, een midden- en een onderstuk, bijvoorbeeld. Elk stuk wordt met arendsogen bekeken door een luchtverkeersleider. Die kan wel maar een maximum aantal vluchten tegelijk in het oog houden.

    Dus als het nacht is en er zijn heel weinig vluchten, dan moet de taart niet opgedeeld worden en kan één mens alles controleren. Als het in de loop van de ochtend drukker wordt, kan er bijvoorbeeld besloten worden om de taart in twee te delen: één persoon kijkt naar alles wat er in het westen gebeurt, en een andere naar alles wat in het oosten gebeurt. Dan wordt het nóg drukker, en wordt het oostelijke stuk in twee gekapt: het noordoosten en het zuidoosten. En tegen de middag is het zó druk dat het westelijke stuk ook in twee gekapt wordt: het bovenste luchtruim enerzijds en het middenste en onderste samen anderzijds.

    In ruwe 3D geeft dat zoiets:

    En dat dan in twee dimensies geeft dit:

    Of wat compacter, met horizontaal de tijd die voorbijgaat en verticaal de verdeling van de taart:

    En ja, in dit geval lukt het om het proper te doen, en is het leesbaar en bruikbaar. Het is intuïtief begrijpbaar wat er gebeurt: “alles samen” wordt in twee gesplitst, daarna wordt “oost” in twee gesplitst, en wat later wordt ook “west” in twee gesplitst.

    Maar wat gebeurt er als er besloten zou worden om eerst onder te verdelen in oost en west, en daarna in noord en zuid, en daarna in boven-midden-onder? Of wat als iemand zou besluiten dat het wel eens fijn zou zijn om dingen te beginnen mengen, in deze zin bijvoorbeeld?

    En dát is dus het fijne: we kunnen dat weten, of dergelijke dingen in het wild écht voorkomen. Ik vermoed dat het niet extreem veel zal voorkomen, omdat er uiteindelijk mensen blijven zitten achter al die configuraties, en dat wij niet gemaakt zijn om in zeer veel verschillende dimensies te redeneren.

    Als het wél blijkt voor te komen, en véél voor te komen, kunnen we op zoek naar een algoritme om onduidelijkheden zoveel mogelijk te vermijden. Of misschien wel naar een compleet andere manier om het allemaal gevisualiseerd te krijgen.

    Spannend!

    (Oh ja, natuurlijk is het veel en veel ingewikkelder dan noord-oost-zuid-west-boven-midden-onder. Uiteraard. En ja, ik heb ook gedacht aan VR of AR. Lijkt me niet realistisch, voorlopig.)

  • Debout! les forçats de la faim

  • Drukdrukdruk

    Het was al geleden van 14 april dat ik nog mijn manuele kalender aangepast had. Voilà, bij dezen. Het begint allemaal wat te korten:

    Drie volle weken, en dan een halve week. Dan één volle week, een week van vier dagen, en dan nog drie weken en het is vakantie. En dan het lange rechte stuk naar december, en dan is het jaar weer voorbij en beginnen we aan het volgende jaar.

    Tja.

  • Mensen met wél een sociaal leven

    We gaan met een man of acht op weekend elk jaar. Dat is na een paar jaar in de Dardennen nu al voor de derde keer in een ideale locatie in de Nederlandse Bible Belt, in Sint-Annaland.

    Ik kan er na al die jaren nog altijd niet met mijn hoofd bij hoeveel mensen er nu al kunnen zeggen dat ze binnen maanden en maanden dingen te doen hebben. Mijn hele kalender is altijd leeg — ’t is deze zaterdag de eerste keer dat er iets in staat sinds mensenheugnis.

    We hadden na veel over en weer zoeken een datum gevonden, het weekend van 14 oktober, maar toen ik vandaag de reservatie ook effektief wou doen, bleek die datum niet meer beschikbaar. En dan begon de calvarietocht: 14/10 volzet, 21/10 gaat niet voor P en D, 28/10 is volzet, 4/11 gaat niet voor P en J en D, 11/11 is volzet, 18/11 gaat niet voor een andere J, 25/11 is volzet, 2/12 gaat niet voor D en P.

    Het is 9 december geworden. Dan zitten we weer alhier, Sex on the Beach te drinken, naar de diensters in het café-restaurant te lonken, garnaalkroketten te eten, en tot een stuk in de nacht de hele wereld te verbeteren.

  • Hoera vergaderingen!

    Er zijn van die dagen die niet lijken te eindigen. Er zijn ook van die dagen die op een ik en een gij voorbij zijn. Vandaag was er zo een, en dat is dan meestal een teken dat het leutig was.

    Het was leutig vandaag. Allemaal vergaderingen. Niet véél vergaderingen, in vergelijking met veel andere dagen, maar wel allemaal fijne vergaderingen:

    • Vergadering 1: de tweede iteratie van een ontwerp voorstellen. Dingen volmondig goedgekeurd, andere dingen moeten verdedigen, nog andere dingen bijkomende wensen verzameld, genoeg om meteen een aanpassing te doen. En perspectief op een veel groter project dan waar we nu mee bezig zijn.
    • Vergadering 2: een kwartiertje in een langere vergadering gezeten. Zien dat een ontwerp bijzonder goed uitgewerkt is — serieus, ontroerend goed. Ik ben onredelijk fier op de ontwikkelaars. Verder doorgevraagd bij de PO over de relatieve prioriteit van twee stukken inhoud. Genoeg info gekregen om meteen aanpassingen te doen.
    • Vergadering 3: wekelijkse vergadering van meestal een uur of drie. Een aantal dingen grondig in detail bespreken. Brainstormen over nog een aantal andere dingen. Afspreken om twee grote nieuwe projecten voor de volgende pakweg 18 maand in gang te steken — één waar we een manier moeten vinden om allerlei vierdimensionele topologieën begrijpbaar op twee dimensies te projecteren, een ander waar ik nu al een beetje kwijl van zoeken naar een betere datavisualisatie dan er nu is.

    En dan nog een briefing van die vergaderingen doen aan mijn naaste collega die een andere vergadering moest bijwonen. En dan nog wat tekenen aan het ding van vergadering 1 en 2, en voorbereiden voor een briefing over één van de twee projecten van vergadering drie voor een startmeeting morgen.

    En morgen is het verdomme alweer vrijdag en is de week alweer gedaan. Bijna niet te bevatten hoe rap het allemaal weer voorbij vloog.

  • RIP Steve Reich of nee toch niet

    Het blijft maar komen, deze week, muzikale helden die doodgaan.

    Ik heb een periode gehad ergens midden-eind jaren 1980 dat Tehillim en Desert Music zo hard op repeat stonden dat de cassette er grijs van gedraaid raakte. Ik geef grif toe dat ik hem al jaren uit het oor verloren was, maar miljaar hoe hemels is die muziek niet jong?

    Ik ontdekte een tijdje geleden deze live uitvoering van The Desert Music, en ik vind ze misschien zelfs nog beter dan de plaat:

    Heerlijk. Machtig. Fantastisch.

    update URGH ik had het verkeerd gelezen, ’t is verdomme Klaus Schulze die dood is, niet Steve Reich!!! Steve Reich is 85 maar nog niet dood. Ik leerde ze alletwee rond hetzelfde moment kennen, ze zitten in mijn hoofd in hetzelfde doosje, ’t zal daarmee zijn. Schaamlijk. Ik luisterde wel minder naar Schulze dan naar Reich — van hem was het vooral Trancefer dat op repeat stond.

    Later ontdekte ik zowaar in de platenbak van mijn vader Moondawn, broederlijk in de buurt van Bo Hanssons Music Inspired by Lord of the Rings, en natuurlijk stond Tangerine Dream ook op mijn radar.

    Voor ge het weet is iedereen dood jong.

  • Orange stuurt mij een deurwaarder

    Ik heb internet bij Orange. Ik ben het grootste deel van mijn leven een Telenetklant geweest, maar Orange had een aanbieding voor glasvezelinternet aan dezelfde prijs als wat ik bij Telenet betaalde, dus ben ik overgestapt.

    Weinig klachten over het netwerk zelf — dat doet, zoals een mens zou verwachten, wat het moet doen. Meestal. Soms valt het eens uit gedurende een half uur of een uur, maar dat gebeurt zeer weinig. (Het zou natuurlijk niet mogen gebeuren, dat weet ik ook. Maar bon.) (Het is ook nog nooit zo snel geweest als beloofd was dat het zou zijn, maar bon.)

    Wat al de rest van de dienstverlening betreft: Orange zuigt kloten, en al zeker in vergelijking met Telenet.

    Ik kreeg deze brief in mijn fysieke postbus:

    Ik word IN GEBREKE gesteld om een bedrag van 160 euro UITERLIJK BINNEN DE VIJFTIEN DAGEN TE BETALEN.

    Ah ja, want de gasten van Orange sturen elke maand een mail met de boodschap dat ik moet betalen. En daar staat, als ik hem niet uit de spam moet vissen, zeer behulpzaam, ook in dat ik mij het leven véél aangenamer kan maken:

    Okay. Volg even mee. Ik klik op “domiciliëring”. Dat brengt me naar een pagina met “Hoe kan ik mijn facturen betalen?”. Eerste keuze is “via de My Orange-app of Klantenzone”.

    Klinkt als een plan. Ik trek mijn telefoon open, zoek naar My Orange-app, en installeer die:

    Ja, zó eenvoudig is het dus niet:

    De My Orange-app werkt enkel voor mensen die een telefoonabonnement bij Orange hebben. Dat heb ik niet. Tja. Niets aan te doen. Optie twee dan maar, “Via de klantenzone”?

    Ik volg de link naar Klantenzone, en kijk eens!

    Het is zowaar mogelijk om met Itsme in te loggen, mijn favoriete manier om veilig ergens binnen te geraken.

    Oh. Helaas:

    Allez dan. Registreren dan maar. Natuurlijk vragen ze mij eerst of ik een Orange-telefoonnummer heb (neen), maar gelukkig kan ik ook mijn internetnummer invullen. In de DAGVAARDING van de GERECHTSDEURWAARDER stond mijn Klantnummer (1.762 en dan nog vier cijfers). Ik vul dat in, het wordt geweigerd met de boodschap “Voer een geldig 8-cijferig internetnummer in”.

    Bon goed, denk ik dan, ze hadden dat puntje er uit kunnen filteren. Maar alla, we zijn er bijna. Gewoon 1762 en de laatste vier cijfers ingeven en we zijn er.

    Helaas:

    Tiens. Mijn klantnummer is dus niet mijn “internetnummer”. Gelukkig, gelukkig! staat er een info-icoontje naast “internetnummer”. Dat zeg me het volgende:

    Oh okay. Het “internetnummer” eigenlijk het “Easy Switch ID”. En dat bevindt zich op de eerste pagina van mijn factuur in de linkerbovenhoek. Ik zoek de eerste de beste factuur in mijn mailbox; de linkerbovenhoek van de eerste pagina van die factuur zegt mij dit:

    (Het is misschien niet zo zichtbaar, maar ja: dat is tekst in bitmap in een PDF.) (Die mij zegt dat mijn telefoonabonnement, dat ik niet heb, duurder wordt.) (Goeie CRM, Orange!)

    Op pagina drie van de factuur staat dit:

    Géén Easy Switch ID.

    Zucht.

    Dan maar via domiciliëring? Ah ja, dat kan:

    Oh wacht, inderdaad. Dat is ook in de Klantenzone, en daar kan ik niet binnen wegens geen internetnummer, euh, Easy Switch ID.

    De enige overblijvende methode is een PDF downloaden, afprinten, invullen, weer inscannen en dan per mail opsturen. Of niét inscannen en per post opsturen.

    Maar hey, “Bij Orange zien we digitalisering als een kans. Een kans die we zo veel mogelijk mensen willen bieden. Via ons netwerk, onze opleidingen, onze partnerschappen… Stap voor stap naar meer digitale inclusie“.

    En ja, daardoor komt het dus dat ik keer op keer die klotefactuur te laat betaal. Omdat de mail in de spam terechtkomt. Omdat, als ik hem dan terugvind, ik de hele rigmarole doorloop van account aanameken ah neen het lukt niet, ah fuck, PDF printen, ik heb geen printer, dammit, dan maar met een manuele overschrijving.

    Ik kan niet wáchten tot Telenet ook een degelijk glasvezelding heeft. Dan ben ik meteen weg.

  • Te weinig tijd

    Er is weinig dat ik zo graag doe als samen aan iets werken. Serieus, met twee samen tekenen of schrijven of nadenken, dat gaat veel méér dan twee keer zo snel en twee keer zo goed als hetzelfde werk apart doen. De manier waarop de tijd dan voorbij vliegt is een indicatie van hoe fijn werken het is.

    We hebben sinds een tijdje op het werk een soort evenknie-groep van wat wij doen, waar het dus in theorie enorm geestig zou zijn om ook op die manier mee samen te werken — maar helaas: het samenwerken is voorlopig beperkt tot twee keer een uur per week. Dat is dus echt veel te kort.

    Andere werkmeetings met andere teams zijn bijvoorbeeld drie keer per week een tot twee uur, of een keer per week een halve dag. Of elke dag een half uur. En met mijn naaste collega is het natuurlijk elke dag zo lang als nodig.

    We gaan de frequentie en/of de duurtijd dus moeten opdrijven. Ik kijk er nu al naar uit.

  • Mediocritas romantica

    Ach ach. ’t Was quiz in de Vooruit (voo-euyng-uit, denk ik dat die ‘Voo?uit’ uitgesproken moet worden, tegenwoordig), en we zijn alsnog de meest gemiddelde van allemaaal geworden.

    We gaan daar eerlijk in zijn: dat is waar wij zo’n beetje thuis horen, in vergelijking met de concurrentie bij Gentquizt. Als er drie poules zijn en we zijn op de één of andere manier in de derde poule beland, lukt het ons wel eens om de poule te winnen. De tweede poule hebben we ook wel al gewonnen. (En één keer, maar dat was een heel speciale eerste quiz van het jaar in open lucht, hebben we de hele quiz gewonnen.)

    We zijn absoluut niet slecht, maar op die ene keer na ook absoluut nooit in the running voor een podiumplaats.

    Ik kan daar mee leven. U voor het hoofd stoten omdat ge pakweg Don MacLean antwoordt in plaats van Donovan. Met vier of vijf zitten zoeken naar iets dat ge wéét, maar er gewoon niet op kunt komen. Keer na keer een voorzichtige niet-zo-slechte prestatie zien verworden tot roemloos veel slechter na een desastreuze laatste ronde. Stomgaweg vergeten dat er niet alleen een Philippine maar ook een acrostichon in de antwoorden zit.

    Maar het is echt gemeend: ik kan daar absoluut mee leven.

    In de woorden van Rowwen Hèze’s Jack Poel op muziek van de vandaag helaas schielijk komen te gaan Henny Vrienten:

    En dat was het voor vandaag // Nu is alles wat ik vraag // Leven met een 7
    Al dat streven naar een 10 // Terwijl ik eigenlijk misschien // Wil leven met een 7

  • G’ontziet u dat

    Er moet op het werk iets groots en nieuws begonnen worden. Iets dat eigenlijk wel wijs om doen is, maar ook iets dat veel werk is om op te zetten en niet simpel en alles.

    Ik weet redelijk duidelijk wat er moet gebeuren, maar het is, zoals ze in Holland zeggen, behoorlijk bewerkelijk. Of, gelijk er tegenwoordig veel te veel over vanalles en nog wat gezegd wordt: het is best wel pittig. Een best wel heftig traject.

    Veel veel werk. En zeer veel manieren om er mogelijk aan te beginnen.

    Gnn.

  • Veertig jaar Spectrum

    Bij mij was het geen veertig jaar geleden. In 1982 kon ik alleen maar dromen van een eigen computer. Mijn eerste computerervaringen een paar jaar eerder geweest, op een Tandy TRS-80 Model I (met Level 2 BASIC, en met twéé floppy disk drives) die we in de vakanties in bruikleen kregen van een vriend van de familie.

    In 1982 was er iemand waarmee ik op school zat die in de buurt woonde, die had een ZX81 staan.

    Ik was meteen gefascineerd, zefs al was dat een ding waar eigenlijk bijna niets mee te doen was. Ik kocht elke week computertijdschriften, in het Frans (no problemo) en in het Engels (met vertaalwoordenboek bij de hand), en ik droomde hard van een eigen computer.

    Dat is uiteindelijk een ZX Spectrum geworden, ergens in denk ik 1985. Tweedehands gekocht met een cassettespeler en een doos vol slechte spelletjes, voor 4000 Belgische Frank — het equivalent van tegenwoordig ongeveer 300 euro.

    Ik heb er zo enorm veel plezier van gehad. Op leren programmeren (in BASIC en in Z80) en op leren blind typen (ja, zelfs met dat rubberen keyboard). En spelletjes gespeeld natuurlijk. Duuzd spelletjes.

    Tijden die niet meer terugkomen, RANDOMIZE USR 0 nog aan toe. Gelukkige veertigste verjaardag vandaag, ZX Spectrum.

  • Taboo

    Ik ben sinds recent in Notion aan het steken wat ik kijk, zal kijken en gekeken heb. Daar stond om ik weet niet meer welke reden Taboo in.

    Ik wist niet meer waarom dat daartussen stond, maar ik vertrouw mijn vroegere ik, dus schoot ik dan maar in gang, op de Netflixen.

    Maar zo een goede serie.

    James Delaney komt terug in Londen na jaren en jaren in het buitenland, net te laat om de dood van zijn vader mee te maken. We komen in stukken en beten te weten wat James allemaal meegemaakt heeft: op schepen gevaren, slaaf gemaakt, op de één of andere manier zeer rijk geworden.

    Het is net het begin van de 19de eeuw, Napoleon is a going concern, de East India Company is rijker dan de zee diep is, en de relaties tussen EIC en prins-regent (GEorge II is niet meer a going concern, blijkbaar) zijn complex.

    James’ moeder was een native american, die door zijn vader gekocht was, samen met een stuk land. Zijn moeder is al jaren dood, en er is ook nog een halfzus in het spel waar hij een soort psychische band mee heeft. Om dat stuk land is er allerlei te doen: zowel de East India Company als de Engeland als het net geboren Amerika willen het.

    En James zit gewrongen tussen al die verschillende partijen.

    Van structuur heeft het iets van Casa de papel of Lupin: onoverkoombare obstakels die op de één of andere manier toch overkomen worden, of niet, of wel, of niet, of wel. Maar van stijl is het helemaal anders: donker, mystiek, met Tom Hardy die meer in grommen dan in woorden communiceert.

    Maar zeer zeer goed, zeker dat. Er komt mogelijks een tweede seizoen. Ik zie dat wel zitten.

  • Zó verschrikkelijk anders was dat dus niet

    Ik had vandaag een meeting met mensen. Een meeting in het écht, bedoel ik dan. Niet via de interwebs. Toen ik er op weg naartoe was, bedacht ik dat het al lang geleden was dat ik nog eens een niet-virtuele meeting in professionele context had.

    Meer specifiek: op maandag 4 april 2022 heb ik meegedaan een workhop met Refu Interim. Op woensdag 13 oktober 2021 heb ik met mijn fijne collega Benjamin een observatie gedaan in het controlecentrum van Eurocontrol.

    En daarvoor was het al geleden van donderdag 12 maart 2020, waar ik om 6u de trein naar Brussel nam en dan de shuttlebus om van een paar minuten na acht tot kwart na vier te werken, en dan de shuttlebus en dan de trein om tegen twintig na zes weer thuis te zijn.

    Drie meetings met levende mensen op meer dan twee jaar tijd. En toch meer productief geweest dan denk ik ooit.

    Maar kijk: vandaag dus een echte meeting met echte mensen. Het deed niet eens écht raar. (Misschien dat het grote plastieken scherm tussen ons daar iets aan deed. Wellicht niet.)

    Gemakkelijker om lichaamstaal te lezen? Ongetwijfeld. Maar veel van mijn online meetings zijn zelfs zonder camera, en dan lukt het ook om ‘lichaamstaal’ te lezen. Net zoals het ook lukt om signalen op te vangen als het over enkel geschreven communicatie gaat. Wat moeilijker, wat meer moeite doen om te verduidelijken, wat meer goeie wil om er van uit te gaan dat niemand het slecht bedoelt, maar wel mogelijk.

    Zodus. Een meeting in het echt. En het was eigenlijk wel een fijne meeting, eigenlijk.

  • Hoe ze mensen behandelen in hospitalen

    Om de zoveel tijd komt er eens een boek of een artikel uit van een dokter of van verplegend personeel, waar die dan beschrijven hoe ze zelf in het hospitaal verzeild geraken en dan pas beseffen hoe erg het er aan toe gaat.

    Ik heb naaste familie die ondertussen een week of twee in het hospitaal ligt, wegens gebroken heup en nieuwe heup gestoken. En wegens leeftijd op de afdeling geriatrie.

    Nu, er is geen mens die zal zeggen dat mijn familielid geen moeilijk persoon is: het moet juist zijn, en “daarom” is geen reden, en ’t is niet omdat de leeftijd een bepaald getal zegt, dat dat daarom wil zeggen dat een mens behandeld moet worden als een klein kind.

    Ik kan mij inbeelden dat het gemakkelijk is, na een paar keer te veel vragen stellen of te veeleisend zijn (waarom precies moet ik deze pil nemen, de thee is geen thee maar poeder in zakjes, de yoghurt is geen natuuryoghurt maar zit vol bewaarmiddelen), om iemand in het vakje van “dat is die ambetante patiënt voor wie het nooit goed genoeg is” te steken, maar toch.

    Het is verwarrend, als ge medicatie krijgt, en als ge dan de bijsluiter opzoekt op het internet en ziet dat ge eigenlijk veel te veel krijgt voro uw gewicht. Of als er u papieren gegeven worden waarop staat hoeveel ge van wat krijgt wanneer, maar dat daar dan blijkbar voortdurend van afgeweken wordt — zo van “middel X alleen geven in hoge nood”, maar dat dan willens nillens vier keer per dag krijgen.

    Het is demotiverend, als er op dag één iemand langskomt om te vragen of er morgen een kapper moet/mag langskomen, ge zegt ja, en twee dagen later is geen kapper geweest. En als ge dat dan zegt, niet eens al klagend, tegen uw bezoek, dat u dan van aan de andere kant van de kamer toegebeten wordt JA MEVROUW DAT IS DE LOGISTIEKE DIENST HE WIJ KUNNEN DAAR OOK NIETS AAN DOEN. We begrijpen dat, verplegend personeel, dat het jullie schuld niet is. We zeggen ook niet dat het iemands schuld is, we vinden het gewoon demotiverend. Het is echt nergens voor nodig om te roepen en te spreken als tegen een vierjarige.

    Ik heb ook lang in het hospitaal gelegen. Ik was géén lastige patiënt, denk ik toch. Ik stelde geen vragen, ik beruste er in dat ik geen details kreeg, ik hield mij in stilte bezig. Het hielp wellicht ook dat ik niet op de geriatrische afdeling lag.

    Zucht.

  • Abonnement opzeggen

    Ik wil een krantenabonnement opzeggen. Het is het tweede krantenabonnement op een paar weken tijd dat ik, om verschillende redenen, wil opzeggen.

    En zowel bij de eerste als bij de tweede krant kan dat alleen maar door de krant zelf op te bellen, tijdens de kantooruren, en zelf met eigen stem te verklaren dat ik het abonnement niet meer moet hebben.

    Ik vind dat belachelijk.

    Bah.