• Een raar nieuwjaar

    Het is al van zo lang als ik mij kan herinneren dat we nieuwjaar doen met mijn ouders en mijn grootouders en mijn oom en tante. En dan stierven mijn grootouders, en dan mijn vader en dan mijn broer, en nu is het al twee jaar na elkaar dat we niet naar mijn moeder gaan wegens corona-angsten.

    Nieuwjaaravond zal bij ons thuis zijn. Met een paar vrienden van de kinderen. Sandra en ik zullen de oudjes zijn aan tafel.

    Tempus fugit.

  • Gor #3: Priest-Kings of Gor

    Wel, dát was onverwacht. Op het einde van het vorige boek was Tarl Cabot vast van plan om de confrontatie aan te gaan met de Priester-Koningen van Gor, om zijn stad en zijn familie terug te eisen — of minstens om voldoening te krijgen slash wraak te nemen op de Prieter-Koningen van Gor, die de Gor ad perpetuum in een hyper-patriarchale middeleeuwse standenmaatschappij blijven houden, en bijvoorbeeld elke persoon die dreigt een technologisch té ver gevorderd iets te gebruiken, ter plaatse neerbliksemen.

    Tarl reist naar de heilige berg waar de Priester-Koningen wonen, en waar nog nooit iemand van terugkeerde.

    Hij wordt er meteen gevangen genomen, en krijgt een (uiteraard) knappe vrouw toegewezen. Hij vermoedt meteen dat zij hem zal proberen verleiden, en lang verhaal kort: hij trapt er niet in.

    Waarna hij tot bij de Priester-Koningen zal worden geleid. ’t Is te zeggen, tot bij de échte Priester-Koningen, want hij was al een oude man tegengekomen die zei dat hij de enige overgebleven Priester-Koning was.

    Tot een paar hoofdstukken ver was dit andermaal een iets meer misogyne kloon van de Barsoom-boeken van Burroughs, maar dan neemt het plots een (vond ik) totaal onverwachte draai. Blijkt dat de Priester-Koningen eigenlijk een soort insectachtige aliens zijn, die communiceren via geur. Die technologisch vér voor zijn op ons maar tegelijkertijd ook enorm behoudsgezind, en onder de grond leven in een enorm soort nest, met een koningin.

    Het wordt snel duidelijk dat er een conflict is tussen twee hooggeplaatste Priester-Koningen: Sarm, de Eerstgeborene van het nest, en Misk, de Vijfdegeborene van het nest. De eerste vijf die de koningin op de wereld zet, vormen de Hoge Raad van het nest; dit nest is al zó oud dat er van de vijf alleen nog Sarm en Misk over zijn. Ze zijn allemaal, koningin incluis, stokoud: ze hebben het nog meegemaakt dat de planeet Gor in ons zonnestelsel gebracht werd, en dat is meer dan twee miljoen jaar geleden.

    Normaal gezien zou er al lang een nieuwe koningin moeten geweest zijn, een nieuwe bruidsvlucht, en een nieuw of minstens vernieuwd nest, maar daar is Sarm tegen. Sarm wil niet dat de zaken veranderen. Misk wil dat wel, en heeft daar de hulp van Tarl voor nodig.

    Dat is dan ook meteen de reden van al wat er gebeurde in de vorige boeken: de reden dat de vader van Tarl naar Gor gebracht werd, dat Tarl zelf terug naar de Aarde ging en uiteindelijk teruggebracht werd naar Gor, de reden dat ze de stad van Tarl hebben vernietigd en zijn inwoners over Gor verspreid — allemaal om Tarl de juiste skills te geven, en hem zo ver te krijgen dat hij naar de Priester-Koningen op zoek zou gaan.

    Het is, ik moet dat toegeven, een véél beter boek dan het tweede boek. En dat was eigenlijk ook al beter dan het eerste. John Norman blijft natuurlijk John Norman: enorm veel worldbuilding, enorm veel totaal nodeloze excursussen. Eén voorbeeld: Tarl zit in het nest en leert er onder meer twee mannen kennen die al heel hun leven in het nest zitten en geen flauw idee hebben van hoe de wereld bovengronds er uitziet of hoe sociale interactie met mensen eigenlijk werkt. Ergens pal in het midden van het boek beslist Tarl om de vrouw die hem had proberen verleiden in het begin te redden. Die vrouw, Vika van Treve, is totaal onbetrouwbaar gebleken: ze heeft Tarl al een paar keer verraden.

    I smiled to myself for I thought how incredible that I should find myself naturally and without a second thought considering going to the rescue of the worthless, vicious wench, Vika of Treve.

    “I thought you hated her,” said Mul-Al-Ka.

    “I do,” I said.

    “Is it human to act as you do?” inquired Mul-Ba-Ta.

    “Yes,” I said, “it is the part of a man to protect a female of the human kind, regardless of who she may be.”

    Wat hier boven staat, is wat er had kunnen staan: Tarl gaat, als een echte man, een vrouw redden, zelfs als het een vrouw is die hij haat, omdat hij een echte man is.

    Maar dat is niét genoeg voor Norman. Nee, die maakt er dit van:

    I smiled to myself for I thought how incredible that I should find myself naturally and without a second thought considering going to the rescue of the worthless, vicious wench, Vika of Treve.

    And yet it was not a strange thing, particularly not on Gor, where bravery is highly esteemed and to save a female’s life is in effect to win title to it, for it is the option of a Gorean male to enslave any woman whose life he has saved, a right which is seldom denied even by the citizens of the girl’s city or her family. Indeed, there have been cases in which a girl’s brothers have had her clad as a slave, bound in slave bracelets, and handed over to her rescuer, in order that the honour of the family and her city not be besmirched.

    There is, of course, a natural tendency in the rescued female to feel and demonstrate great gratitude to the man who has saved her life, and the Gorean custom is perhaps no more than an institutionalisation of this customary response. There are cases where a free woman in the vicinity of a man she desired has deliberately placed herself in jeopardy. The man then, after having been forced to risk his life, is seldom in a mood to use the girl other than as his slave. I have wondered upon occasion about this practice so different on Gor than on Earth. On my old world when a woman is saved by a man she may, I understand, with propriety bestow upon him a grateful kiss and perhaps, if we may believe the tales in these matters, consider him more seriously because of his action as a possible, eventual companion in wedlock. One of these girls, if rescued on Gor, would probably be dumbfounded at what would happen to her. After her kiss of gratitude which might last a good deal longer than she had anticipated she would find herself forced to kneel and be collared and then, stripped, her wrists confined behind her back in slave bracelets, she would find herself led stumbling away on a slave leash from the field of her champion’s valour. Yes, undoubtedly our Earth girls would find this most surprising. On the other hand the Gorean attitude is that she would be dead were it not for his brave action and thus it is his right, now that he has won her life, to make her live it for him precisely as she pleases, which is usually, it must unfortunately be noted, as his slave girl, for the privileges of a Free Companionship are never bestowed lightly. Also of course a Free Companionship might be refused, in all Gorean right, by the girl, and thus a warrior can hardly be blamed, after risking his life, for not wanting to risk losing the precious prize which he has just, at great peril to himself, succeeded in winning. The Gorean man, as a man, cheerfully and dutifully attends to the rescuing of his female in distress, but as a Gorean, as a true Gorean, he feels, perhaps justifiably and being somewhat less or more romantic than ourselves, that he should have something more for his pains than her kiss of gratitude and so, in typical Gorean fashion, puts his chain on the wench, claiming both her and her body as his payment.

    “I thought you hated her,” said Mul-Al-Ka.

    “I do,” I said.

    “Is it human to act as you do?” inquired Mul-Ba-Ta.

    “Yes,” I said, “it is the part of a man to protect a female of the human kind, regardless of who she may be.”

    Ach ach ach. 🙂

    Ik kan me niet meteen inbeelden wat er nog méér wereldschokkend kan gebeuren dan in dit boek, in de reeks, maar hey, ik blijf dapper verder lezen.

  • De titel zegt het helemaal: Colin Dickey loodst ons langs een hele menagerie aan onverklaarde zaken. Hij begint met verzonken continenten en regens van vlees, stapt over naar zeemonsters en verschrikkelijke sneeuwmannen en bigfoots, en dan naar vliegende schotels en aliens, om te besluiten met de sobere vaststelling dat het er op lijkt dat we een intense periode van “onverklaarde zaken” hebben meegemaakt, maar dat die langzaam begint weg te ebben.

    Dat er onverklaarde dingen waren, die dan snel sceptici aantrokken, en dan true believers, en dan copycats, en dat uiteindelijk het onverklaarbare bedolven raakte onder een dikke laag nonsens — “cranks” — die de verwondering en de ongebreidelde mogelijkheden vastpinden als een vlinder in een museum: “dit is de enig mogelijke verklaring”. Zoals Von Däniken, voor wie alles van de piramides tot de Nazca-lijnen door buitenaardse astronauten gemaakt waren.

    Ik heb heel (héél) veel van de nonsens gelezen en gezien waar over gesproken werd in het The Unidentified, van Blavatsky tot Ancient Aliens, en ik heb veel nieuwe dingen geleerd. Het was fijn om theosofie zijn rechtmatige plaats in de wereldgeschiedenis te zien innemen, het was even fijn om te weten te komen dat het monster van Loch Ness letterlijk bewezen uitgevonden is door een paar man.

    Dit had uiteraard een veel langer boek kunnen geweest zijn, en het had ook uitgebreider kunnen zijn. Maar dan was het wellicht meer een wetenschappelijk werk geweest dan wat het nu is: een mens die ons langs een boeiende steekkaart van de highlights van het onverklaarbare in de 20ste eeuw leidt.

    Zeer snel uit te lezen, trouwens.

  • Wonder Woman: Dead Earth

    Wonder Woman wordt wakker in een cryotube-achtig iets in een ruïne. Ze weet niet hoe ze er in geraakt is, of wat er gebeurd is. Blijkt dat ze in de batcave zit; blijkt dat in de living in een zetel het lijk van Batman ligt. Gotham City is verdwenen, en de wereld rondom haar is een typische postapokalyptische nachtmerrie.

    Ze komt een stad tegen, wordt er gevangen genomen en gedwongen te vechten tegen een oude bekende — maar als de stad aangevallen wordt door een horde monsters, doet ze wat Diana van Themyscira altijd al gedaan heeft: de mensheid beschermen.

    Volgt een verhaal in vier issues, waar Diana op zoek gaat naar wat er gebeurd is, en of ze er eventueel iets aan kan doen.

    Tekst en tekeningen van Daniel Warren Johnson, kleuren door Mike Spicer. In de Black Label-serie van DC, dus wel degelijk canon maar mogelijks in een alternatief universum.

    De Heilige Drievuldigheid van DC — Wonder Woman, Superman en Batman — voelt hier merkbaar anders aan: ook in flashbacks waar iedereen nog leeft en iedereen zijn geheugen heeft en zo, heb ik de indruk dat ik alternatieve versies aan het bekijken ben eerder dan de échte personages.

    Maar dat mag het verhaal niet bederven. Ik vond het echt wel goed.

  • Beta Ray Bill: Argent Star

    Back-up Thor, noemde mijn oudste zoon hem. Thor van den Aldi. Beta Ray Bill is een raar personage in het Marveluniversum. Hij ziet er uit als een monster met een hoofd gelijk een paard, maar hij kan Mjolnir opheffen, wat wil zeggen dat hij op hetzelfde niveau als Thor en Captain America zit qua waardigheid. En hij is enorm, enorm sterk. Hij is een cyborg, praktisch onvernielbaar en onsterfelijk, en van het niveau “kan hele planeten vernietigen” sterk.

    Omdat er maar één Mjolnir is, kreeg Beta Ray Bill zijn eigen Asgardiaans wapen gesmeed door dwergen en gezegend door Odin: Stormbreaker. Stormbreaker kan hetzelfde als Mjolnir, wat Beta Ray Bill nog meer kracht geeft. Oh, en hij wordt bijgestaan door een levend schip, Skuttlbut, dat ook allerlei kan.

    Dus niet écht Thor van den Aldi maar eerder Thor met een upgrade.

    In Argent Star komen we Beta Ray Bill tegen op een dieptepunt: Stormbreaker is vernietigd, en daarmee hij zit vast in zijn paardachtig lichaam (met Stormbreaker jon hij weer veranderen naar zijn oorspronkelijke meer humanoïde vorm). En ook: hij is het hartsgrondig beu dat Thor hem heel de tijd belachelijk maakt, en dat hij voortdurend beschouwd wordt als Thor van den Aldi.

    Volgt een traditionele quest naar een nieuwe Stormbreaker, maar nog meer naar zingeving. Daniel Warren Johnson schrijft en tekent een prachtig verhaal en de kleuren van Mike Spicer zijn prachtig.

    Zeer hard aangeraden.

  • Far Sector

    Ik heb van N.K. Jemisin alleen nog maar boeken gelezen die ik graag las. Dus toen ik in lijsten met “beste comics 2021” zag dat er iets van haar tussen stond, heb ik mij meteen gerept.

    Eerlijk gezegd was ik eigenlijk al vergeten welke boeken ik precies gelezen had van haar, dus ging ik naar Goodreads om te kijken wat ze al geschreven had. En daar kom ik op een blogpost van haar terecht die over de jammerlijke situatie rond Isabel Fall gaat en hoboy, het was alsof het nog maar gisteren gebeurd was.

    Fall schreef een kortverhaal, I Sexually Identify as an Attack Helicopter. Maar: I Sexually Identify as an Attach Helicopter was eerst deze copypasta:

    I sexually Identify as an Attack Helicopter. Ever since I was a boy I dreamed of soaring over the oilfields dropping hot sticky loads on disgusting foreigners. People say to me that a person being a helicopter is Impossible and I’m fucking retarded but I don’t care, I’m beautiful. I’m having a plastic surgeon install rotary blades, 30 mm cannons and AMG-114 Hellfire missiles on my body. From now on I want you guys to call me “Apache” and respect my right to kill from above and kill needlessly. If you can’t accept me you’re a heliphobe and need to check your vehicle privilege. Thank you for being so understanding.

    Een copypasta die gebruikt werd om genderdiscussies te doen stoppen of stil te leggen of in het belachelijke te trekken, op de reddits of de 4chans of elders.

    Fall, een trans vrouw, vertrok van de copypasta en maakte er een verhaal van dat niet meer op het internet staat maar wel gearchiveerd is — leve het Internet Archive — dus lees het vooral. Ik vond het goed. Thought-provoking, zoals dat heet.

    Mensen beoordeelden het kortverhaal eerst op zijn merites en vonden het interessant, en dán wezen mensen die (ahem, zoals ik) iéts meer au fait zijn met de interwebscultuur er hen op dat er die copypasta was. Waarna “heel twitter”, zoals de kranten het zouden schrijven, op de nek van Fall viel. En de zichzelfvoedende haatmachine op gang getrokken werd. Wie is die Isabell Fall? Is het wel een vrouw? Alleen een man zou zoiets kunnen geschreven hebben! En het is duidelijk iemand die de zot aan het houden is met genderissues! Isabel Fall is een extreemrechtse transfoob, dat kan niet anders!

    Fall zelf kon het niet meer aan — ze had pas haar eerste stappen gezet als trans vrouw, beeld u in hoe zo’n verwijten binnenkomen — en vroeg dus om het stuk offline te halen. Wat meteen als een schuldbekentenis geïnterpreteerd werd, en een tweede cyclus van haat en harassment veroorzaakte.

    En daar kwam dan (onder meer) N.K. Jemisin op de proppen. Zonder het verhaal ook maar gelezen te hebben, plaatste ze dit op de twitters:

    Enfin, ’t is allemaal te droevig voor woorden. Op The Outline staat, vind ik, de beste kijk op de zaak (ik haalde er ook de screenshots van Twitter):

    Many reactions to Fall’s story, for all that they come from nominal progressives, fit neatly into a Puritanical mold, attacking it as hateful toward transness, fundamentally evil for depicting a trans person committing murder, or else as material that right-wing trolls could potentially use to smear trans people as ridiculous. Each analysis positioned the author as at best thoughtless and at worst hateful, while her attackers are cast as righteous; in such a way of thinking, art is not a sensual or aesthetic experience but a strictly moral one, its every instance either fundamentally good or evil. This provides aggrieved parties an opportunity to feel righteousness in attacking transgressive art, positioning themselves as protectors of imagined innocents or of ideals under attack.

    Further, the idea that minorities in fiction must be represented in a uniformly positive light is an old and pernicious one inextricably linked to the idea of the Model Minority, which holds that every member of a minority demographic is an ambassador to the mainstream and must behave unimpeachably. In this instance it led to cis critics like Jemisin denouncing the story as transphobic based solely on its title, ironically stifling a transgender voice. 

    (Ik voeg er aan toe dat die laatste zin een interpretatie is van de auteur van het artikel; Jemisin zelf ontkent het niet expliciet, maar zegt wel dat haar tweet gewoon zeer zeer onhandig was en dat ze er zich voor verontschuldigt.)

    Ik zou kunnen zeggen dat dit alles mijn kijk op deze Green Lantern-comic kleurde, maar dat was eigenlijk niet waar. Ik had The Outline of andere niet nodig om mij een beetje te ergeren aan de meer dan overduidelijke “we gaan eens een tegencorrectie in de andere richting doen”. De beweging van “spreken over verkrachting in een boek is het eens zijn met verkrachting” — gedenk Song of Ice and Fire en de eindeloze discussies over hoe schandalig het wel is dat George R.R. Martin het heeft over verkrachte burgers, of de Amerikaanse puritaanse reflex van “één blote borst = kinderen niet toegelaten” (maar tegelijk “orgie van geweld, rivieren bloed en marteling = A-OK”).

    …dat allemaal om tot de comics te komen.

    En ja, ik weet dat het een immens hoge rating heeft op allerlei reviewsites, maar ik vrees dat ik het maar zo-zo vond. Een doordeweeks verhaal, van een moord in een plaats die al eeuwen geen moorden meer heeft gehad wegens dat ze eeuwen geleden alle emoties afgeschakeld hebben — nadat de drie rassen die op die plaats wonen hun eigen planeten hadden vernietigd in zinloze oorlogen.

    Interessante concepten: één ras zijn “normale” aliens, het andere ras zijn intelligente vleesetende planten, en het derde ras zijn virtuele wezens, die zich manifesteren door middel van tastbare hologrammen. Oh, en ze voeden zich met creativiteit. Wat een beetje problematisch is in een maatschappij zonder emoties.

    Maar dan loopt het wat verkeerd: dat er een markt is voor ideëen, okay, tot daar aan toe. Literatuur, muziek, beeldende kunst als zó levensnoodzakelijk dat er een zwarte makt van is? Waarom niet. Dat de meest gegeerde vorm van creativiteit memes van op Aarde zouden zijn, meer specifiek I Can Haz Cheezburgerniveau cat memes? Neuh, dat moest niet zo nodig.

    Het bouwt allemaal mooi op, de personages zijn overtuigend en zo, maar naar het einde toe wordt het nodeloos verwarrend.

    Prachtige tekeningen wel. Maar teleurstellend verhaal.

  • Gor #2: Outlaw of Gor

    We zijn vele jaren later. Tarl is na zijn vorig avontuur teru naar de Aarde gebracht, maar — check it out! — hij keert weer terug naar Gor.

    Waar blijkt dat zijn stad gewoon wég is, en hij als stadloze persoon vogelvrij is.

    Hij komt terecht in een stad die gerund wordt door vrouwen, en iedereen is er miserabel. De vrouwen incluis, want ah ja, vrouwen voelen zich gewoon beter als er een man is om hen te zeggen hoe zich te gedragen. Alle vrouwen zijn gemaskerd, en er is een redelijke Leather Goddesses of Phobos-vibe, gelijk dat het allemaal een vaag lesbische ondertoon heeft.

    Tarl is een slaaf en wordt in de arena gesmeten om te vechten tegen andere slaven en uiteindelijk ook met een wilde en levensgevaarlijke tarn (een enorme roofvogel), maar slaagt erin om zich te bevrijden, en ge raadt nooit hoé. Inderdaad: de levensgevaarlijke tarn was zowaar zijn eigen tarn van jaren en jaren geleden, die zich hem nog herinnerde.

    Afijn. hij ontsnapt, komt een tijdje later een slavenkaravaan tegen, en ge raadt het nooit: de oogverblindend mooie slavin die aan de boom geketend is, was zowaar de bazin van de stad die gerund werd door vrouwen!

    De koningin van de stad haat Tarl. Maar eigenlijk haat ze hem omdat ze er heimelijk verliefd op is, omdat hij zo mannelijk is, wat de inwoners van haar stad niét zijn, en dat ze eigenlijk gewoon wil gedomineerd worden en de slaaf worden van een man die het beter weet dan de vrouwtjes.

    Tarl wil ze natuurlijk bevrijden, maar het is ingewikkeld. Want hij wil ze niet alleen bevrijden, hij wil ook dat zij wil dat hij haar bevrijdt. Dat ze toegeeft dat ze als vrouw ondergeschikt is aan hem als man. Maar dat wil zij dan niet toegeven, terwijl ze het eigenlijk wel wil. Wheels within wheels.

    Maar goed. Behalve dat het uiteraard totaal onverdedigbaar is in het Huidig Tijdsgewricht, en dat John Norman maar blijft worldbuilding in ons gezicht smijten, is het eigenlijk wel een onderhoudend boek. Beter dan het vorige. Ik geef het 3 sterren op 5, mostly harmless maar iets beter dan het eerste boek.

  • Gor #1: Tarnsman of Gor

    Jaja, ik weet het. Gor is not done. Maar kijk: ik ben een fan van schlock, en ik had er nog niéts van gelezen. Ik weet dat de serie op den duur devolueert in totale vrouwenhaat en quasi-pornografie, maar ik ben oprecht benieuwd om het te lezen. En als het te erg word, stop ik er wel mee. (Of lees ik verder, uit ramptoerisme, natuurlijk.)

    Tarnsman of Gor volgt de template van John Carter en zoveel andere gelijkaardige boeken/series: Tarl Cabot, mild-mannered professor aan een universiteit ergens in Amerika, wordt getransporteerd naar Gor, een planeet aan de andere kant van de zon, en blijkt er een soort superman te zijn.

    Gor is een patriarchale wereld met kasten en slaven, een pre-industriële samenleving met stadstaten. Tarl vindt zijn vader terug, die baas blijkt te zijn van één van de belangrijkste steden. Tarl zit in de Warrior-kaste, en blijkt voorbestemd om een tarnsman te worden. Tarns zijn grote intelligente roofvogels, en tarnsmen zijn zo ongeveer de meest geëerde mensen in elke stadstaat.

    Tarl wordt opgeleid tot tarnsman, blijkt (uiteraard!) daar uitstekend in te zijn, blijkt (uiteraard!) een ongelooflijke zwaardvechter, en wordt (uiteraard!) de meest Goreaanse inwoner van Gor. Hij leert de taal, de geschiedenis, de gebruiken, en bombardeert er ons, zijn lezers, voortdurend mee. ’t Is worldbuilding, maar aan honderd per uur.

    Het is in eerste instantie niet helemaal duidelijk waarom Tarl precies zo streng opgeleid wordt, maar dan komt de aap uit de mouw: Tarl moet naar een andere stad gaan en er de home stone van stelen. Elk huis heeft zo’n steen, en elke staf heeft er ook één, een beetje zoals het Palladium.

    Volgen avonturen en seksslavinnen.

    Mja.

    Goéd is het niet. Degoutant slecht ook niet. Mostly harmless.Ik geef het 2.75 op 5, net niet gebuisd.

  • Léon L’Africain

    Leo de Afrikaan is geboren als al-Hasan ibn Muhammad al-Wazzan al-Zayyati al-Gharnati al-Fasi, ’t is te zeggen Hassan de zoon van Mohammed de weger van de Zayyati-stam, van Granada en van Fez.

    Hij is geboren in Granada, waar zijn vader een belangrijke man was: hij controleerde maten en gewichten. Na de val van Granada vlucht de familie naar Fez, waar ze een nieuw leven opbouwen, Hassan een degelijke opleiding krijgt en kwamsuis diplomaat wordt als de echte diplomaat waar hij mee samen reist komt te overlijden op een missie naar Timboektoe. Allerlei dingen gebeuren, en hij moet verhuizen naar Caïro, doet een Hajj, gaat naar Constantinopel, terug naar Caïro, wordt gevangen genomen door piraten en verkocht aan of all people de Paus.

    En daar komt hij de échte geschiedenis binnengewandeld. Amin Maalouf heeft de biografie van het Leo aangevuld, maar het is wel degelijk een echt bestaand personage, hoe ongelooflijk het verhaal soms mag klinken.

    Ik begon het boek met lange tanden te lezen — het is altijd wat aanpassen, zo van wegwerpverhalen in het Engels naar literair Frans overstappen — maar uiteindelijk is het helemaal meeslepend om te lezen. En helemaal uiteindelijk is het veel te kort. Ik weet niet goed hoe er de vinger op te leggen, maar het boek lijkt uit evenwicht.

    Het lijkt alsof de periode tot zijn pakweg zeventien jaar 80% van het boek zijn, en dat de rest, en vooral dan het hoofdstuk in Europa, er min of meer doorgehaspeld wordt. En, uiteraard: uiteindelijk keert hij terug naar Afrika als hij veertig is, en daar stopt het boek.

    Het was bijzonder interessant om die periode rond het jaar 1500, met het einde van de reconquista, de ontdekking van Amerika, de strijd tussen Paus en Keizer Karel, te bekijken vanuit het standpunt van een niet-Europeaan. Maar vreemd genoeg vond ik het een bijna steriel verhaal. Dit gebeurde, en toen gebeurde dit, en daarna gebeurde dat en dan dat. Ik miste diepgang. Ik had het langer gewild. En er zijn echt wel net iets té veel plaatsen waar Hassan door letterlijk ongelooflijke toevalligheden op zijn pootjes terechtkomt.

    Maar wel aangeraden hé. Dat wel.

  • Tafel en stoelen te koop

    Ik ben eens benieuwd of we onze tafel en stoelen gaan kwijtraken. Ik ben er wat bang voor, eerlijk gezegd.

    ’t Is nochtans écht een fantastische tafel. Akkoord, gebruikt, maar toch in degelijke staat. En design en al. Akkoord, design van een tijdje geleden, maar dat begint al naar de vintage te gaan, nee? 🙂

    Het staat op 2dehands.be, en ik heb geen flauw idee wat we moeten doen als we ze daar niet verkocht krijgen. Ik heb écht geen goesting om ze weg te geven, daar hebben we er veel te lang voor gespaard.

  • De tafel door de kerk

    We hebben stoelen, de stoelen zijn totaal onverwacht niet door onszelf betaald, dat wil zeggen dat er budget was voor een tafel.

    De parameters: minstens 100cm van breedte, niet te lomp, geen tafelpoten in de weg van de voeten, in- en uitklapbaar.

    Geert raadde Treeline aan, en die maken inderdaad bijzonder schone dingen. Helaas: niet inklapbaar, en dat is voor ons een breekpunt. We willen écht een tabel die plaats heeft voor minstens zes als ingeklapt, en plaats voor liefst twaalf als uitgeklapt.

    We zijn bij Deba gaan kijken. We hebben daar denk ik een kilometer of tien gewandeld in die winkel, maar vreemd genoeg niet echt iets gevonden. Er staan gelijk vijfhonderd tafels, maar ofwel zijn de poten onhandig (twee grote U’s op het einde, waardoor ge er op het eind altijd met uw stoelpoot tegen zit, of een soort spinachtig staketsel in het middel, of poten die op een andere manier in de weg zitten als ge aan tafel zit), ofwel hebben ze een vaste lengte, ofwel zijn ze niet breed genoeg (90 cm is te weinig).

    Dan zijn we op aanraden van Pieter doorgestoken naar Jonckheere, een kilometer of twee verder op dezelfde baan in Sint-Niklaas. Ik heb geen flauw idee wat ze daar in het water steken, maar dat was ook al zo’n ongelooflijk massief grote winkel.

    Met wél tafels die ons aanstonden. Lang verhaal kort: het moment dat we een verkoper gevonden hadden, hebben we meteen een tafel gekocht. Het is deze geworden, maar dan wel in een andere kleur (lichtgrijs blad en zwarte poten):

    Wel wel. Ingeschoven 220 cm, uitgeschoven 320 cm. En zoals ge ziet: bijzonder gemakkelijk in- en uit te schuiven. Ze komt toe op 4 januari.

    We gaan nog ons best mogen doen om de tafel en stoelen die we nu hebben, kwijt te raken. De zes stoelen waren — 20 jaar geleden — 300 euro per stoel, en de tafel was eigenlijk ook wel redelijk duur. En ze zijn niet eens kapot of zo: de tafel moet eens angespannen worden en een paar van de stoelen moeten eens opnieuw gelijmd worden, maar voor de rest zijn ze nog goed.

    Dus we doen ze liever niet weg voor niets, of naar de kringloopwinkel of zo. Een paar honderd euro moet doenbaar zijn, denk ik. Op tweedehands of zoiets. Morgen eens goede foto’s nemen.

  • Geboosterd en gestoeld

    Voilà zie, ik heb een derde spuit gekregen. Moderna deze keer, na twee keer Pfizer. Het is een uur of vier geleden, en ik begin al een beetje pijn te krijgen in mijn linkerarm. Benieuwd of het mee zal vallen of niet.

    Ik ging na mijn vaccinatie langs bij mijn moeder en we waren aan het spreken over hoe een bepaalde winkel eigenlijk alleen maar brol heeft, en dat wij eigenlijk alles al hebben thuis, en dan ging het over stoelen en tafels en toonde ik onze droomstoel — de stapelbare Maarten Van Severen .03, en ook allerlei tafels die wij eigenlijk graag zouden hebben om onze tafel nu te vervangen.

    Ik passeerde langs allemaal verschillende websites vol schrikkelijk dure meubels, en dan ging ik naar Facebook en daar stond zowaar een reclame die ik al eens gezien had, van een winkel in Brussel die een lading Maarten Van Severen stapelbare .03-stoelen binnen had gekregen. Voor een prijs die (véél) minder dan de helft van de normale prijs was.

    We hebben er direkt twaalf gekocht. Akkoord, onze tafel nu heeft maar zes zitplaatsen als ze dichtgeschoven en tien als ze uitgeschoven is, maar we gaan ook een nieuwe tafel kopen. Want — hoezee — we hebben de stoelen cadeau gekregen van mijn moeder!!!

    Volgende stap: tafel. Parameters: minstens een meter breed, in- en uitklapbaar, plaats voor twaalf als uitgeklapt. Ze hebben bij Deba gelijk geen lelijk gerief. We gaan morgen eens kijken.

  • Wheel of Time

    Ik heb de Wheel of Time-boeken gelezen. De eerste boeken heb ik zelfs meer dan een paar keer gelezen, in de jaren 1990, toen er om de zoveel tijd een nieuw boek uitkwam en ik de vorige nog eens herlas om weer bij te zijn.

    En dan begon het op een bepaald moment serieus tegen te steken wegens enorm traag en weinig gebeuren, en ben ik gestopt met lezen. En dan is Robert Jordan schielijk komen te gaan, en heeft Brandon Sanderson de reeks afgewerkt, en een jaar of twee nadat het laatste boek klaar was, ben ik uiteindelijk herbegonnen aan de serie, en heb ik de veertien boeken van Wheel of Time allemaal na elkaar gelezen.

    Alle twaalfduizend zeshonderd en één bladzijden, op een kleine twee maand tijd.

    Ik ga niet zeggen dat het een onverdeeld succes was. Er waren heelder boeken in het midden die ongelooflijk lang aanleepten en waar nauwelijks iets leek te gebeuren. Jordan’s schrijfstijl was ook, euh, wisselvallig. Of beter: niét wisselvallig. Hoofdstuk na hoofdstuk na hoofdstuk alsmaar hetzelfde clichématige “tugging on her braid” en “smoothing her skirt”: zucht.

    Sanderson gaf de boeken een enorm hard nodige injectie, maar Jordan had het einde al geschreven, en ik herinner me dat ik het einde van het laatste boek enom, enorm teleurstellend vond.

    Maar.

    Toch.

    Het is nu al bijna acht jaar geleden dat ik de laatste pagina van Memory of Light las, en ik dacht, ik kijk eens naar de Amazon-reeks, voor de leute. Allemaal quasi-onbekende acteurs, die er bijna allemaal anders uitzien dan hoe ze omschreven worden in de boeken. Hier en daar wat aanpassingen, de meeste welkom (de relatie Moiraine-Siuan: hoezee!). En vooral: alles kwam me enorm bekend voor. Alles voelde redelijk goed. Ik herinnerde me alles nog, en het zag er –op het uitzicht van de personages dan– uit zoals ik het mij voorstelde.

    We zitten nog niet aan het einde van het eerste boek, maar de eerste zeven afleveringen zijn, tot nog toe, vind ik, misschien wel beter dan het boek. Of toch tenminste niet slechter. Ik geef ze het voordeel van de twijfel, en ik kijk echt wel elke vrijdag uit naar een nieuwe aflevering. En ik vraag me heel hard af hoe ze het tweede boek gaan verfilmen, met de Seanchan.

  • Sleeping Beauty 1-4

    Anne Rice is zaterdag gestorven. Ik heb al haar boeken gelezen, zelfs de slechte.

    Ik dacht, ik herlees nog eens haar misschien wel meest controversiële reeks, geschreven als A.N. Roquelaure rond dezelfde periode als The Vampire Lestat. ’t Is een zeer (zéér) vrije hervertelling van de Doornroosje: The Claiming of Sleeping Beauty (1983), Beauty’s Punishment (1984) en Beauty’s Release (1985). En –verrassing– er bleek zowaar een recent vierde deel geschreven te zijn, Beauty’s Kingdom (2015).

    Er zijn boeken met een beetje romantiek. Er zijn boeken met hier en daar wat min of meer omfloerste passionele omhelzingen. Er zijn romance novels waar karakters de liefde bedrijven. En dan is er ook gewoon BDSM-porno met het aller-aller-minimaalste verhaaltje rond de scènes.

    Dit is, voor alle duidelijkheid, dat laatste. Zoals ze het zelf zei:

    The idea was to create a book where you didn’t have to mark the hot pages, where every page would be hot. I was trying to get right to the heart of that fantasy-to reach the moment of pounding intensity and to take away everything extraneous, as much as could be done in a narrative.

    Dat is het dus wel. Ze wordt nooit vulgair, het is altijd zwaar tongue in cheek en zelfrelativerend, maar (fair warning) het is wél porno.

    Het verhaal begint met een prins die het kasteel van Doornroosje binnendringt (la Belle au bois dormant of Sleeping Beauty is zó veel mooier dan Doornroosje, trouwens). Hij vindt ze in de slaapkamer helemaal bovenaan het kasteel. Hij bewondert even haar figuur, meer specifiek haar borsten en haar venusheuvel, haalt zijn zwaard boven, en snijdt haar kleed in stukken. Bewondert even haar tepels en haar schaamhaar, legt zijn zwaard opzij, doet zijn harnas uit. Bedenkt dat ze toch wel rijpe en volle borsten heeft voor een vijftienjarige, bijt even in haar tepels, beweegt haar borsten wat over en weer, bestijgt ze en penetreert ze, terwijl hij haar tongkust en tegelijkertijd in haar tepel nijpt.

    Zozo.

    Ze wordt wakker, weet niet goed wat er aan de hand is, maar gelukkig geeft de prins tekst en uitleg:

    “I’m your Prince,” he said, “and that is how you will address me, and that is why you will obey me.”
    He parted her legs again. He saw the blood of her innocence on the cloth and this made him laugh softly to himself as again he gently entered her.
    She gave a soft series of moans that were like kisses to his ear.
    “Answer me properly,” he whispered.
    “My Prince,” she said.
    “Ah,” he sighed, “that is lovely.”

    Zo is dat. Meer woorden hoeven er niet aan vuil gemaakt te worden.

    Blijkt dat er een traditie is in het land, dat prinsen en prinsessen naar het kasteel van koningin Eleanor gebracht worden, om daar een paar jaar door te brengen, getraind als onderdanige seksslaaf van mannen zowel als van vrouwen, en dan terug te keren met veel meer ahem wijsheid, schoonheid, geduld en zelfdiscipline.

    Zo gezegd, zo gedaan: Beauty wordt meegenomen, spendeert haar tijd naakt en/of in harnassen, gedomineerd door allerlei mensen, “haar” prins en zijn moeder op kop. In een kasteel dat vol met mannelijke en vrouwelijke slaven zit, allemaal prinsen en prinsessen. Ze heeft seks met één van die prinsen, Prins Alexi, die haar in geuren en kleuren vertelt hoe hij wegens koppigheid gestraft werd door hem in de keuken te laten vernederen door de onderlingen aldaar, tot hij helemaal aanvaardde dat hij een totaal onderworpen slaaf was. Geuren en kleuren. De ene na de andere scène — spanking, zwepen, anaal, vaginaal, bondage, dildo’s, man>man, man>vrouw, vrouw>man, vrouw>vrouw, etc. etc. etc.

    Op het einde van het eerste boek wordt Beauty verbannen naar een dorp waar ze nog veel erger gestraft zal worden dan ze al was in het kasteel. Ze wordt gekocht door een herbergierster, doorgegeven aan de kapitein van de wacht die ze aan zijn soldaten geeft: allemaal niet bijzonder kindvriendelijk, maar hey. Er komen nog wat karakters bij: Prins Tristan, een totale sub die niet liever wil dan gedomineerd te worden door om het even wie, en de enorm grote, gespierde (en degelijk geschapen) Prins Laurent, die zó ongehoorzaam is dat hij verschrikkelijk hard gestraft wordt. En die een oog heeft op Beauty.

    Op het einde van het tweede boek worden een hele reeks slaven (onder meer Beauty, Tristan en Laurent) ontvoerd door Arabieren die een raid op het dorp deden. Aangekomen in het paleis van de Sultan is het gewoon meer van hetzelfde: Beauty gaat naar de harem en komt er allerlei tegen, Laurent en Tristan doen allerlei enkel-mannen-orgieën. Laurent was min of meer eigendom geworden van Lexius, de rentmeester van de sultan, maar — plot twist! — die blijkt in het geheim masochistische fantasieën te hebben, en Laurent ontpopt zich tot een perfecte meester.

    Alles lijkt goed te gaan, met iedereen content dat ze slaven dan wel meesters dan wel meester én slaaf kunnen zijn in het comfortabele en luxueuze paleis van de Sultan — tot de kapitein van de wacht uit het tweede boek ze, tot hun afgrijzen, komt “bevrijden”. En tot overmaat van ramp mag Beauty zelfs naar huis om te trouwen met iemand, want haar dienst zit er blijkbaar op. Totaal tegen haar goesting, want ze zou het liefst van al gewoon slaaf willen blijven. Een meisje van vijftien, ondertussen misschien al zestien. ’t Waren andere tijden in die tijd hé meneer mevrouw.

    Laurent en Tristan worden terug naar het dorp gestuurd, alwaar ze ponies worden, veroordeeld om overdag karren en ploegen en zo voort te trekken, met veel zweepslagen en spanking. En ’s nachts homoseksuele orgieën met de andere ponies, dat spreekt. Tot de vader van Prins Laurent sterft, Prins Laurent Koning Laurent wordt, en meteen afreist naar het kasteel van Beauty om ermee te trouwen. Waarop Beauty koningin wordt, eind goed al goed hoera iedereen gelukkig.

    Ik had het vierde boek nog niet gelezen, en ik heb niet het gevoel dat ik veel gemist heb. Het speelt zich twintig jaar later af, en Laurent en Beauty nemen nu ook de troon van koningin Eleanor over. Het koninkrijk en zijn ahem mooie tradities was een beetje in verval geraakt; ze doen hun best om alles weer in ere te herstellen. Misschien dat het een teken van de tijd was wegens geschreven in 2015, maar er is meer nadruk op vrijwilligheid dan in de vorige boeken. ’t Is niet zozeer verkrachting meer als vrijwillige onderdanigheid.

    Wat het, we gaan daar eerlijk in moeten zijn, ook allemaal een beetje saaier maakt: allemaal vignetjes van hoe dit of een ander aspect in de vorige boeken nu wat “beter” zijn dan ze toen waren. Oudere mensen kunnen nu ook vrijwillige slaaf worden, bijvoorbeeld, wat vroeger helemaal not done was. Yay voor de vooruitgang!

    Zijn het, alles in acht genomen, goede boeken? Neuh, niet echt. Daarvoor zijn de scenarios té veel op mekaar gelijkend. Op den duur loopt het allemaal wat in elkaar over. Is het sadomasochisme eigenlijk al met al wat te veilig en, dare I say, vanilla. De grootste verdienste is misschien wel dat er niet het minste onderscheid gemaakt wordt tussen mannen en vrouwen wat betreft de positie in de SM-relatie. Mm, Fm, Ff, Mf, één strijd. En MMMf, FFmmm, FMffm, enfin, een mens kan blijven doorgaan met permutaties.

    Het wordt op den duur, in de eerste drie boeken, meer pastiche dan gemeend. En vaak ook wel grappig: al die permutaties, al die gedomineerde mannen, om dan te eindigen met een méér dan clichématig “ze leefden nog lang en gelukkig als dominante man en onderworpen vrouw”. Het vierde boek had niet gemoeten, maar geeft wel een wat closure aan het hele verhaal: we komen te weten wat er met zo oneveer elk personage van de vorige drie boeken gebeurt. En ze krijgen allemaal een happy end.

    Pour lecteurs avertis, dat spreekt.

  • Hoera! Nieuwe FC De Kampioenen!

    De Morgen bloklettert: VRT-CEO Frederik Delaplace wil weer meer ontspanning op tv brengen: ‘De slinger is te ver doorgeschoten’

    Twitter ontploft!

    ’t Is te zeggen, een stuk of wat mensen op de twitters maken zich vrolijk:

    Ik vind het een uitstekende zaak, dat de VRT een nieuwe De Kampioenen gaat maken. Ik ga ervan uit dat het niet opnieuw een reeks over een caféploeg zal worden, maar hopelijk iets gelijkaardigs.

    Dat niet al te veel voor de interloktuelen is, maar dat toch degelijk gemaakt is. Iets dat een weerspiegeling is van de maatschappij — niet één laag van de bevolking maar veel verschillende lagen en achtergronden. En vooral iets dat grappig is, en als het even zou kunnen ook van tijd tot tijd ontroerend.

    Geen idee waar het zou kunnen over gaan. In ieder geval iets waar veel situatiehumor uit te halen is. Veel misverstanden. En herkenbaar.

    In het verlengde van de Kampioenen, misschien de één of andere club? Een zwemclub is misschien wel iets, met wat opportuniteit om schaarsgeklede schone jongens en meisjes te tonen? Of toch een voetbalclub, maar dan misschien een die ergens provinciaal speelt, waar er spelers bijkomen en weer weggaan, en er elk seizoen naar een kampioenschap kan gewerkt worden?

    Of anders iets met dorpspolitiek, zo’n partij genre “gemeentebelangen” die eigenlijk een samenraapsel van allemaal verschillende politieke types is? Waar dan ingebouwd een periodieke refresh van het acteursbestand in kan zitten, met verschillende verkiezingen?

    Of misschien een administratie ergens, een overheidsdienst? Okay, De Collega’s zijn al eens gedaan, maar toch: kans om mensen van over heel Vlaanderen of begot zelfs België bij elkaar te zetten, de stereotiepe baas, de kuisploeg, de gedemotiveerde ambtenaar, de jeune premier, …?

    Of misschien een school? De lerarenkamer, een aantal typetjes als leraars, een klusjesman, een paar logistieke medewerkers, de mensen in de refter, de ouders? Misschien zou het wel een leutige gimmick zijn dat er nooit leerlingen te zien zijn, dat het zich allemaal afspeelt buiten de klaslokalen?

    Oh, duizend mogelijkheden. Er is nog zó enorm veel dat niet gedaan is, en dat zo wijs zou zijn om te doen.