Ik speel de laatste tijd al eens graag een spelletje Vampire Survivors. Dat is een soort omgekeerd bullet hell-ding, en het is verslavend as hell. In het begin is het enorm moeilijk, en hoe meer ge het speelt, hoe meer ge uzelf kunt upgraden en hoe gemakkelijker het wordt. Er komen ook alsmaar dingen bij, want het is nog altijd in Early Access op Steam.
Het is bijna schaamtelijk: ik heb er 94.5 uur in gestoken sinds 24 januari, zegt Steam mij. (Het helpt dat het iets is dat ook op de achtergrond kan gedaan worden tijdens saaie meetings of tijdens een tv-serie.)
Met de tijd wordt het spel gemakkelijker, en dan worden het challenges die ge u zelf zet. Zoals de heilige graal: onsterfelijk worden. Het spel zit namelijk zeer eenvoudig in mekaar: dertig minuten spelen, met om de minuut een nieuw type vijanden. Dooie vijanden droppen ervaring, en ervaring oprapen laat u toe om levels naar boven te gaan. Bij elke level is er de keuze tussen een aantal wapens of passieve dingen (om bijvoorbeeld sneller te lopen, of een grotere area voor uw wapens te krijgen). Er is een limiet op het aantal wapens en passives (zes van elk, normaliter). Oh, en ook: er zijn combinaties van wapens en passives die de wapens kunnen doen evolueren.
Dat evolueren, dat kan normaliter om de minuut: dan is er een boss, en als die verslagen wordt, komt er een kist, en daar zit ofwel een upgrade van iets dat ge al hebt, ofwel een evolutie (als de voorwaarden voldaan zijn voor een upgrade).
Op het einde van de 30 minuten verdwijnen alle vijanden en komt er een Grim Reaper, die ongelooflijk sterk is en ongelooflijk veel hitpoints heeft. Waar ge dus normaal gezien in minder dan een seconde tegen verliest. Er waren al mogelijkheden om de Grim Reaper dood te doen natuurlijk: de dertig minuten lang proberen op level 2 te blijven door in één speciale hoek te gaan staan met één speciaal wapen, en dan hopen dat ge niet dood gaat, en dan wachten tot de Reaper tevoorschijn komt en dan alle experience oppakken, waardoor uw level relatief zeer groot wordt en dat van de Reaper (dat gebaseerd was op die level 2) iets minder groot.
Maar het was gepruts en gedoe.
Nu is het mogelijk — moeilijk, nog altijd, maar mogelijk — om een combinatie van dingen te kiezen waardoor ge eigenlijk functioneel onsterfelijk wordt. En kijk, daar ben ik dus in geslaagd, zie mij overleven tot minuut 41, met ondertussen elf Grim Reapers:
Eum ja. En dat heb ik dus volgehouden tot minuut 200, en dan ben ik ermee gestopt. 🙂
Gaan eten bij vrienden met jicht in uw voet: géén goed idee. Ik kon het op den duur niet meer uithouden, en ik ben op de één of andere manier naar huis geraakt met de fiets.
Ik dacht dat ik mijn voet wat overbelast had door vele duizenden stappen meer te zetten dan ik op een doordeweekse dag doe, de laatste paar jaar, maar neen: ’t is jicht.
Lang geleden, en toch was het alsof het gisteren was. Ik ga ze écht missen, de collega’s bij Eurocontrol.
Het was vandaag de eerste dag van de normaliter-twaalfwekelijkse PI Planningmeeting, met alle teams samen, twee dagen aan een stuk. We hebben het de laatste jaren natuurlijk online gedaan, en dat lukt ook — beter zelfs, soms — maar er is toch ook wel iets te zeggen voor het in het echt te doen.
Het was écht raar, met al die mensen spreken die ik al die tijd alleen maar via stem heb meegemaakt. Ik weet niet wat ik er van verwacht had, maar ik vond het behalve écht raar ook gewoon écht wijs.
Morgen kan ik niet naar Eurocontrol afzakken — het zou dus wel eens kunnen zijn dat vandaag de laatste keer was dat ik daar in het echt was. Traantje. :'(
Ik weet ook niet goed wat ik allemaal ga doen met vier en een half jaar opgedane kennis van het luchtverkeerswezen en pakweg de relatie tussen clusters en volume sets, en sectors en reference locations en traffic volumes en flows. Hoe lang het zal duren voor ik niét denk aan traffic volumes als ik TV zie staan, of aan regulated traffic flight model bij RTFM.
Verder was het wel een typische Brussel-dag: ’s morgens bijna anderhalf uur in een Uber op weg geweest, wegens files en ikweetnietwat. Bah. Wel content dat ik dát niet veel meer ga moeten doen.
Donderdag een volledige dag naar Brussel gaan werken.
Alsof er nooit een globale pandemie is geweest: opstaan vóór zeven uur ’s morgens, op de velo naar Gent Sint-Pieters, op de trein naar Brussel-Zuid, met de Uber (jaja, het openbaar vervoer is kaka voor waar ik moet zijn) naar het werk, daar toekomen om 8u30, een hele dag vergaderen tot pakweg 17u, en dan de hele trip in omgekeerde richting.
Ik ga mensen zien waar ik al jaren mee samenwerk, en die ik nog nooit in het echt gezien heb. Zelfs mensen waar ik elke week een paar meetings mee heb en nog nooit het gezicht van gezien heb. 🙂
Ik krijg veel te veel zever in mijn mailbox. Maar echt serieus: meer dan honderd mails die door de spamfilter geraken, maar waar ik absoluut niet in geïnteresseerd ben, dat kan niet meer zijn. Ik kom op letterlijk honderdduizenden ongelezen mails, en ik ben al eeuwen geen aanhanger meer van inbox 0, maar het begint wat tegen te steken dat ik door de bomen het bos niet zie, en daardoor belangrijke mails verlies.
Opkuis dus, en uitschrijven van dingen die ik eigenlijk niet meer wil krijgen. Eens kijken hoe eenvoudig dat doenbaar is.
Ik ga denk ik elke dag de mails van die dag verwerken. Dit is wat ik vandaag kreeg sinds middernacht dat ik niet meer wil krijgen:
jobaanbiedingen van Direkt-IT: lijkt een persoonlijke mail te zijn, maar is het niet. “Being permanently removed from freelance contract opportunities, you do here” — en hop.
boodschappen van Etsy: geen uitschrijfmogelijkheid, grr.
Telegraph: een propere Unsubscribe bovenaan de mail, en dan mogelijkheid om te kiezen tussen alle mails of alleen marketing mails. ’t Is alles geworden.
Quora: “If you don’t want to receive this type of email in the future, please unsubscribe” — don’t mind if I do.
Pinterest: Unsubscribe in de footer, en dat doet een unsubscribe van “Popular Pins”, waarna ik een lijst krijg van dingen waar ik nog mails van krijg: Pin performance updates, Pins you saved, Boards for you, Topics for you, Pin picks, Pins inspired by your recent activity, Pins picked for you, Popular Pins, Followers, Group board updates, Messages, Price drops on saved Pins, Pinterest announcements and updates, Feedback and surveys. Ik heb ze allemaal uitgevinkt, grr.
LucidChart: “Update your email preferences here” in de footer — done!
Nieuwsbladshop: helemaal onderaan in kleine kleine kleine lettertjes “Wenst u in de toekomst geen interessante aanbiedingen van Nieuwsbladshop.be meer te ontvangen? Klik hier om u uit te schrijven.” ’t Is maar een woord, Nieuwsbladshop.
The Bonding Dram: sorry gasten, maar ik voorzie niet zó verschrikkelijk veel whisky te kopen dat ik er een nieuwsbrief over moet hebben. “Uitschrijven / Gegevens wijzigen” in de footer, en dat is dan dat.
Sara van ECT stuurt mij opleidingen van it-opleiding.be, maar die interesseren mij absoluut niet. Unsubscribe helemaal onderaan een enorm lange mail, en wég.
Va fucking vato: “unsubscribe from this list”, ge moogt er zeker van zijn.
Jobat: ik kan mij dus allemaal niet herinneren wanneer ik mij ingeschreven heb voor die dingen, die ik ongetwijfeld al jaren en jaren krijg — ik ben nóóit op zoek geweet naar ander werk. Gelukkig staat er “Wens je Jobat Daily niet te ontvangen, dan kan je je Uitschrijven” in de footer, en dus doe ik dat ook maar.
Quora in het Frans: “Si vous ne souhaitez plus recevoir ce type d’e-mail à l’avenir, veuillez vous désabonner“.
Quora Digest in het Engels (iets anders dan de Quora die ik al geunsubscribed had): “If you don’t want to receive this type of email in the future, please unsubscribe“
Medium Daily Digest: “Unsubscribe from this type of email in de footer”, en ze moeten het mij geen twee keer voorstellen.
Groupon: ik kan mij ook hier zelfs niet meer herinneren wanneer het juist was dat Groupon mij ook maar een seconde heeft geïnteresseerd — “Indien je dergelijke e-mails niet wenst te ontvangen, dan kun je jezelf met één muisklik uitschrijven. Indien je jouw andere inschrijvingen wil beheren of aanpassen, klik dan hier.” Ik bleek ingeschreven te zijn voor dagelijkse aanbiedingen in Oost-Vlaanderen, en voor deals in “travel” en “shopping”. Nu dus niet meer, ha. Ondanks dat ze me voorstelden “Voordat je weer weggaat – ontvang je liever slechts 1 Groupon e-mail (met alleen de beste deals) per dag?” Mijn antwoord daarop was een luide “Nee, schrijf me uit”.
Er zijn bloemen in den hof, hoezee hoera. Enfin, niet dat dat een grote verrassing is natuurlijk, maar het zag er allemaal niet zo goed uit, ik was verrast dat er alsnog iéts tevoorschijn kwam.
Weinig, wel.
Veel paars, in allerlei tinten. In volgorde: bieslook, Geranium phaeum, Geranium sanguineum, Campanula lactiflora, Campanula poscharskyana.
En veel kleine kleine bloemetjes links en rechts. Er zijn een paar bloemetjes kruiptijm, maar de meeste bloemen komen van de muurleeuwenbek, en de gehoornde klaverzuring, die zich explosief uitzaait (letterlijk, de zaaddoosjes ontploffen).
Als ik er niet op let, trouwens, neemt deze kerel heel de tuin in — Pseudofumaria lutea, de gele helmbloem. Zaait zichzelf overal uit, deftig geholpen door mieren, die mee het zaad verspreiden (het is één van de zaadjes die om die reden mierenbroodjes genoemd worden):
Oh, en omdat er nooit relatief-goed nieuw kan zijn zonder relatief-slecht nieuws… dit is wat er op de kleine kleine bloesems zat van een potje uitgeschoten kervel:
Dat lijkt godverdomme verschrikkelijk hard op tapijtkevers. Ik hoop enorm hard dat ze niet van plan zijn om binnen te komen in huis. Niet dat we veel tapijten hebben, maar die beesten eten niet alleen tapijten natuurlijk.
Ik wist dat er een nieuw seizoen van The Orville aan kwam, en dus heb ik de eerste twee seizoenen nog eens herbekeken.
Het begint als een farce, een parodie van Star Trek, maar zelfs vanaf het begin — en zeker in het tweede seizoen — zit er zo veel hart in dat het veel méér dan een parodie wordt. Als het geen heiligschennis zou zijn, zou ik durven zeggen dat The Orville zich verhoudt tot Star Trek als Young Frankenstein ten opzichte van andere Frankensteinfilms: tegelijkertijd de beste hommage aan en misschien wel één van de beste in het genre zelf.
Waar het in het begin nog min of meer duidelijk is precies in welke afleveringen van TNG The Orville zijn mosterd haalt, komt de reeks op den duur helemaal in zijn eigen plooi. Blijft er wel slapstick in zitten, maar wordt het alsmaar beter en beter en beter.
Na de eerste twee seizoenen heb ik maar meteen aangesloten met aflevering één van het derde seizoen, Electric Sheep. De titel alleen al geeft te vermoeden dat het met Isaac te maken zal hebben, de robot aan boord. Die heeft, zonder al te veel te spoilen, in het midden van seizoen twee gruwelijke dingen gedaan, met de dood van enorm veel mensen tot gevolg. Even zag het er naar uit dat alle biologische levensvormen in het universum er zouden aan geloven — tot Isaac zelf de redding was.
Dat was in de enige tweedeler tot nog toe, Identity delen I en II, aflevering 8 en 9 van het tweede seizoen. Aflevering 10 gaat om met één van de gevolgen van die gebeurtenissen (vredesgesprekken tussen voormalige aartsvijanden); aflevering 11 is een ontroerende aflevering met een tijdscapsule; aflevering 12 gaat over identity politics. Aflevering 12 gaat over een tijdreis-iets dat grappig begint om uiteindelijk half in mineur te eindigen — en dan in aflevering 13 blijkt dat die halve mineur een volledig ander universum heeft gemaakt waar de gebeurtenissen van aflevering 8 en 9 helemaal anders eindigen en effectief bijna al het biologische leven er aan gaat.
Het komt uiteindelijk nog goed, en dat was dan het einde van The Orville. Tot nu dus.
Blijkt dat die drie jaar afwezigheid van het scherm er nóg een betere serie van gemaakt heeft. Wat er in Identity I en II gebeurde heeft wel degelijk gevolgen. Natuurlijk heeft het gevolgen. Isaac is écht een robot zonder gevoelens — niet in de haha-ik-snap-geen-woordspelingen-en-ik-zeg-altijd-I can not-in-plaats-van-I can’t-zin zoals Data in The Next Generation, maar gewoon echt nul gevoelens. Op een bepaald moment heeft hij beslist om heel de mensheid (en meer) uit te roeien, en dan later heeft hij beslist om dat alsnog niet te doen. Hij heeft daarbij géén gevoelens gekweekt, maar blijft altijd zijn rationele zelf.
Uiteraard is het moeilijk voor mensen aan boord om Isaac te vertrouwen. Natuurlijk zijn er mensen die hem haten om de ontelbare doden die hij heeft veroorzaakt. Zelfs, en vooral, mensen die hem daarvóór het meest graag zagen en het meest vertrouwden. Hij wordt gemeden, mensen willen dat hij dood was.
En dan pleegt Isaac zelfmoord in deze eerste aflevering op Disney+.
Do Androids Dream of Electric Sheep, vroeg Philip K. Dick zich af in het boek dat Blade Runner werd. Deze aflevering, wat de titel ook doet vermoeden, geeft uiteindelijk de boodschap dat neen, robots dromen niet. Zelfs in zelfmoord zijn ze rationeel.
Ik heb daar mijn twijfels bij. Ik vraag me af wat ze gaan doen met het vervolg van het seizoen.
Verder hoop ik twee dingen: (1) dat het niet altijd zo gespannen en somber zal zijn en (2) dat het voornamelijk-episodisch blijft, en dat ze er geen seizoenlang verhaal van maken.
En jawel: één serie meer die ik elke weer zal moeten bekijken.
Dit is de trailer van het derde seizoen. Ik ga hem niet bekijken want ik wil verrast worden, maar als het mensen over de schreef trekt om te kijken, à la bonne heure!
Het is moeilijk om positief ingesteld te blijven, als er een nieuwe Star Trek of Star Wars-serie of -film uitkomt. We weten allemaal dat het méér dan negen kansen zal tegenvallen, ook en vooral omdat de oude reeksen en films in ons hoofd zitten als “toen was het nog goed”.
Enerzijds: natuurlijk was het toen ook al voor een groot deel niét zo goed, en soms zelfs ronduit bagger. Anderzijds: het is absoluut waar dat het tegenwoordig vaak nóg veel cynischer is dan het toen was. Precies uitgekiend om bepaalde demografieën te bespelen, met mensen aan de stuurknuppels zonder echte voeling met wat Star Wars en Star Trek en scienfiction eigenlijk echt zouden moeten zijn.
Zouden moeten zijn volgens sommigen, bedoel ik dus.
Ik probeer altijd positief ingesteld te blijven. En dus slik ik mijn teleurstelling in bij het begin van seizoen twee van Picard en denk ik dat het ondanks een paar valse noten alsnog goed zal komen. En slik ik mijn teleurstelling in op het einde van seizoen twee van Picard en kies ik ervoor om alsnog de goede punten te onthouden. Net zoals ik in het verguisde derde seizoen van de originele Star Trek in de volgens velen slechtste aflevering ooit echt wel goeie dingen zag.
Star Trek: Strange New Worlds, daar moet ik zelfs niet zoeken of mijn best voor doen: het is onironisch, zonder enige twijfel, van begin tot einde uitstekend. Cast, verhaal, acteren, decor, cinematografie, alles. Ik heb de eerste vier afleveringen gezien en ik vond ze ronduit fantastisch. Anson Mount’s Christopher Pike is zeer snel mijn favoriete Star Trek-kapitein geworden, en dat wil bijzonder veel zeggen in een categorie waar ook Jean-Luc Picard in zit.
Elke aflevering heeft ons tot nog toe al meer backstory gegeven over individuele personages (Uhura is meer uitgediept in één aflevering dan in alle seizoenen en films van TOS, begot). Hemmer is een heerlijke typische grumpy mens in Engineering, ik kijk er naar uit wat ze met Nurse Christine Chapel doen (oorspronkelijk Majel Roddenberry, de persoon die –al was het via haar stem– in de meeste Star Trek-afleveringen heeft gezeten van alle acteurs), en ik ben in het algemeen ongelooflijk content dat het weer episodisch is, as opposed to één lange film over een twaalf of meer afleveringen uitgesmeerd.
Ik reserveer mijn finale oordeel nog tot het einde van het seizoen, om te zien wat ze daar doen, maar het zit echt enorm zeer goed.
Star Wars: Obi-Wan Kenobi daarentegen: tja. Ik wil het goed vinden hé, maar het zal toch wat meer zijn best moeten doen. Het transparante Chinese karakter voor de Chinese markt, Leia-is-de-nieuwe-baby-Yoda (maar eigenlijk Leia-is-een-irritant-wicht), ik moest wat zuchten. De aliens die soms echt gewoon veel te lui zijn gemaakt: serieus, een persoon die er als een stermol uitziet, waarvan de lippen niet bewegen, maar die wel de perfecte uitspraak heeft van iemand met lippen en een tong en tanden zoals de onze? Het verhaal, dat aaneenhangt van toevallige ontmoetingen en doorgetelefoneerde plots twists? Die keer dat een hele roedel slechteriken er bijna niet in slaagden een kleuter te vangen die meer trippelde dan liep?
En uiteraard is het hele concept, dat we allemaal weten waar een jaar of zeven later eindigt — Ben Kenobi een kluizenaar op Tatooine en even later een force ghost gemaakt door Darth Vader, Leia in de senaat en even later heel Alderaan vernietigd, geen spoor meer van de Inquisitors, Luke op weg naar jedischap — op voorhand al een domper op de hele onderneming.
(Ik kan niet de enige zijn die het een beetje akelig vind dat Ewan McGregor nu maar acht jaar jonger dan Alec Guiness toen die Obi-Wan speelde, denk ik trouwens.)
En toch, en toch: ik vind het niet zó slecht. En ik zie veel mogelijkheden om er iets goeds van te maken. Ik kijk er naar uit om (in het verhaal, niet op tinternet) te weten te komen wat Inquisitor Reva drijft, en ik hoop dat er iets van verzoening komt. De hele inquisitie trouwens, vraag ik mij van af hoe ze die gaan doen verdwijnen tussen nu en 1977. Ik vraag mij af of er een confrontatie komt tussen Obi-Wan en zijn vroegere padawan, en hoe ze daar alletwee uit komen, en hoe dat hun gevecht in 1977 zal hercontextualiseren. Ik ben benieuwd of we meer gaan te weten komen over machinaties in de senaat, of over de Sith.
Ik blijf er dus naar uitkijken, elke week. Een mens leeft op hoop.
Dus ik kijk naar één van mijn wilgen-in-een-pot en ik zie dit:
Onderaan en rechts en links gezonde bladeren (behalve dat ze aangevreten worden door smeerlappen van zaagwespen, grrr), maar in het midden en bovenaan: bladeren die aan het verdorren zijn.
Zeer vreemd.
Van dichter bij bekeken zie ik dat de stam gewoon kapot is. Niets aan te doen: ik neem mijn secateur en tot zover stam. 🙁
Ik dacht eerst dat er iemand tegen was gelopen of dat er een beest in zat of zo, en dat zou wel eens kunnen geweest zijn, maar toen ik die stam — die door en door droog was — in twee brak, zag ik dit:
Dat wit is, denk ik, een schimmel. Die er via een klein barstje of een wondje is in geraakt. Djutoch.
Het was niet eens de enige plaats waar dat aan de gang was, dus het zou wel eens kunnen dat het gewoon zomaar een schimmel is:
Djutoch. Dat is precies hetzelfde dat er (denk ik, opnieuw) gebeurd is met mijn Acer. Die is op het einde van vorige zomer gelijk 90% van zijn takken (en 80% van zijn stam) kwijtgeraakt aan een schimmel.
De tijd vliegt soms zó snel, ge kunt u dat niet inbeelden. Het lijkt nog maar gisteren dat ik van Adhese naar Namahn ging. En ik weet nog goed dat ik het toen bijna niet kon bevatten dat het al bijna acht jaar geleden was dat ik van Namahn naar Adhese ging.
Ik heb toen een dikke vier jaar bij Namahn gewerkt — het is nu opnieuw een dikke vier jaar geworden, want binnenkort is er deze changement de décor:
Een jaar of tien Netpoint, bijna twee jaar Europacollege, in totaal een jaar of negen Namahn, en een jaar of acht Adhese. ’t Is niet meteen jobhoppen, maar toch.
Naast vier jonge kinderen, die veruit de hoofdreden waren waarom ik twaalf jaar geleden besloot te stoppen bij Namahn, was er ook het consultantsyndroom: meestal te laat beginnen, en altijd te vroeg stoppen. Een consultant komt ten vroegste binnen als het probleem minstens al geschetst is (en dus mogelijk ook verkeerd geschetst). Een consultant vertrekt als zijn opdracht gedaan is — in mijn branche betekent dat meestal: als er ergens een omschrijving is van hoe het ding moet gemaakt worden.
Dat is nu absoluut niét de reden.
De laatste meer dan vier jaar heb ik namelijk de on-ge-loof-lijke luxe gehad met mijn collega Johan quasi-totaal embedded te kunnen werken bij Eurocontrol. Eurocontrol is een complexe organisatie, met complexe projecten. We hebben gewerkt aan RAD en aan Airspace, twee tools om allerlei vitale gegevens in de Europese luchtvaart te beheren. We hebben gewerkt aan de Crisis-toepassing, voor als er vulkaanuitbarstingen zijn of oorlog of andere calamiteiten. Aan DNP, dat elke dag zegt wat de luchtvaartsituatie is en hoe allerlei problemen opgelost worden. We hebben het concept uitgetekend en uitgewerkt van Flight, de nieuwe toepassing voor het beheer van vluchten, die onder meer gebruikt wordt door alle luchtvaartmaatschappijen die in Europa vliegen. We hebben hetzelfde gedaan voor Flow, de toepassing die gebruikt wordt door FMP’s en Towers, voor onder meer de coördinatie van luchtverkeersleiding.
We hebben het voorrecht gehad om als UX architect te kunnen werken aan het hele concept van Design Thinking bij Eurocontrol, en aan een allesoverkoepelend design system. We waren betrokken bij EHMI, CHMI, n-CONECT en iNM — vier generaties van enorm grote alleroverkoepelende frameworks, die ettelijke decennia technologie omspannen. Ik heb er met een stapel, een stapel fijne mensen gewerkt — László, Benoît, Andy, Gregory, Habone, Laurie, Emmanuel, Michael, Marcel, Benjamin, Emilie, Livia, Philippe, Hamis, Chris, Ioana, Alexandre, Raphael, Vicky, Serge, Yces, Dieter, Louis, Carlos, Claudia, Esmeralda, Koen, Victor, Zain, Nicola, Srdjan, Marie, Andrew, Hatice, Thierry, Tommy, Jean-Michel, Guido, Anastasiia, Pierre-Henri, Ece… het houdt gewoon niet op: PO’s, analysten, architecten, ontwikkelaars, gebruikers, experten, projectbeheerders, scrum masters, Grote Bazen — ik kan nog pagina’s lang doorgaan.
Samen met Johan bij Eurocontrol werken was zonder overdrijving het meest voldoening schenkende werk dat ik misschien wel ooit gedaan heb. We hebben half Europa afgereisd om observaties en interviews en gesprekken te doen in controlekamers waar normaal nooit iemand onbevoegd mag komen. We hebben jaren de helletocht van en naar Haren gemaakt (twee uur heen! twee uur terug!), en sinds Covid hebben we meer dan twee jaar aan een stuk letterlijk elke werkdag lief en leed gedeeld via Teams. We hebben getekend, vergaderd, gebrainstormd, gespecifeerd, overlegd, geworkshopt, geanaliseerd, onnoemelijk veel bijgeleerd, redelijk wat tanden geknarst, maar vooral veel fijn werk gedaan, en veel, véél gelachen.
Ik ga dat (en hem) zo verschrikkelijk hard missen, ge kunt u dat moeilijk inbeelden.
⁂
Waarom van werk veranderen, dan? Er zijn een aantal redenen.
Ik zat op een avond, zoals het een oude mens betaamt, rond te lummelen op Facebook, en er kwam een advertentie voorbij voor een job bij de Universiteit Gent. Ik klikte erop door omdat de job op het eerste zicht leek op wat ik al jaren doe, en ik benieuwd was hoe ze het omschreven en wat de vereisten waren.
Hoe meer ik las, hoe meer ik geïnteresseerd was. De omschrijving van het werk was precies wat ik het liefste doe: iets tussen conceptueel en praktisch werk, spreken met gebruikers en ontwikkelaars, binnen het haalbare een zo goed mogelijke oplossing bedenken, de ontwikkeling begeleiden, en er van begin tot einde bij zijn om het mee in goede banen te leiden.
Geïnteresseerd, maar naturlijk niet om meteen van werk te veranderen. Wél geïnteresseerd genoeg om te bedenken dat ik het mij altijd zou beklagen als ik niét eens zou spreken met die mensen. Gewoon, eens zien.
Ik had mij daar een beetje aan mispakt. De Universiteit, dat is natuurlijk net iets groter dan een gemiddelde KMO, en het was meteen van testen online en dan testen in ’t echt bij een recruteringsbureau, en pas dán uiteindelijk ook van spreken in ’t echt.
Die testen, we gaan daar ook eerlijk over zijn, waren vooral leutig dan iets anders, want ik ging daar met nul stress naartoe. Wegens ik héb al een job en ik ben niet op zoek, weetwel. En het gesprek in het echt, dat was ook met zeer weinig stress — ik zat in mijn hoofd nog met de modus van “gho ja we zien wel”. Ik heb het denk ik ook een paar keer gezegd, tijdens dat gesprek, dat ik geen werk zocht, en dat ik helemaal nog niet zeker was of ik wel ja zou zeggen als zij ja zouden zeggen.
Maar dan kwam ik thuis en besefte ik gelijk helemaal in één keer hoe écht graag ik dat werk zou willen doen, en dat het werk en de werkgever moeilijk dichter bij mijn droomjob en mijn droomwerkgever zouden kunnen zijn.
Ik heb de nacht na dat gesprek bijzonder weinig geslapen, zo hard zat ik er mee in. En toen ik een mail kreeg dat ze mij de job aanboden, heb ik alle mogelijke scenarios in mijn hoofd afgespeeld: ik héb werk, ik doe dat graag, ik heb het gevoel dat ik daar mensen ga in de steek laten en ik doe dat niet graag.
Uiteindelijk was het een collega die mij zei dat ik de zaken niet moest bekijken zoals ze op dit moment zijn, maar dat ik mij moest inbeelden dat we een paar jaar later waren. Als ik nu neen zeg, is er een risico dat ik het mij binnen vijf jaar ga beklagen?
Ja, natuurlijk. Uiteraard. Geen twijfel. Ik zou heel mijn leven blijven zitten met “wat als?”. Ik zou het mij morgen al beklagen.
En dus werd het ja, met veel goesting. En wordt het met veel spijt afscheid nemen van een hele stapel fijne collega’s — niet alleen bij Eurocontrol maar natuurlijk ook bij Namahn.
En uitkijken naar, zoals dat heet, Een Nieuwe Uitdaging. 🙂
Behalve Stranger Things seizoen 4 deel 1 (ergens tussen 5/10 en 6/10) en het meer dan uitstekende Prehistoric Planet (11/10) heb ik recent ook nog gezien:
Outer Range. Het is koboïs zonder idianen, en het is ook wel wat science fiction. Een minuscuul klein beetje in de zin van Stranger Things, een iets minder klein beetje in de zin van Dark, dat ook al zo’n uitstekende serie was met veel realisme en eigenlijk maar incidenteel sciencefictionelementen.
Veel meer zeggen zou niet goed zijn, denk ik. Het is wel uitstekend, met bijzonder fijne acteerprestaties van onder meer Josh Brolin. En ik kijk uit naar het vervolg, wegens geëindigd op een beetje van een cliffhanger.
The Lincoln Lawyer. Tgoja. Een advocatenserie zoals er wel meer advocatenseries zijn, maar dan wel met sympathieke mensen en degelijk gemaakt. The Lincolnadvocaat uit de titel heet zo omdat hij zijn praktijk vanuit een reeks Lincoln-automobielen voert. Er was eerst een film, er is nu een serie. De serie is aangenaam om naar te kijken. Niet om van omver geblazen te zijn, maar wel aangenaam.
Descendants of the Sun. ‘Korea’ en ‘oorlog’ waren de tags die er in mijn opvolgsysteem aan hingen, en dat is het dus. K-drama, over mensen in oorlogen. VN-troepen, heb ik de indruk, want zo enorm veel echte oorlogen doet Zuid-Korea niet op zijn eentje. Kang Mo-Yeon is een spoedgevallenarts. Ze komt Yoo Shi-Jin tegen en de vonken spatten er af, maar als ze hoort dat hij in de Special Forces zit, vraagt ze zich af of ze wel een toekomst zouden kunnen hebben.
En dan wordt Shi-Jin naar Uruk gestuurd, een vaag Grieksachtig Europees land waar een burgeroorlog aan de gang is. En –ding ding!– Mo-Yean gaat ook naar daar, als vrijwilligster-arts. Het onvermijdelijke gebeurt, uiteraard. Spanning en avontuur, lichte humor, en verder eigenlijk wel sympathieke mensen die op een redelijk realistische manier met elkaar interageren.
Ik vond het geen serie die ik zou herbekijken of eigenlijk zelfs aanraden. Absoluut niet slécht hé, maar net niet serieus genoeg, net niet humoristisch genoeg, te middle of the road. Vind ik. Anderen vinden het ongelooflijk fantastisch goed en van het beste dat ooit uit Korea is gekomen, ik zeg het maar.