• Suboptimaal

    Mijn uurwerk zegt mij dat ik een degelijke tot goede nacht heb gehad, met een groen sterretje erbij zelfs:

    Maar ik heb verschrikkelijk slecht geslapen vannacht. Al die roze dingen, dat is wakker liggen. In detail ziet dat er zo uit:

    Vanaf iets voor vier uur vannacht heeft een hele zwerm muggen beslist rond mijn hoofd te kamperen en er een soort van slemppartij te houden, met telkens minstens twee of drie rond mijn oren aan het zoemen en tegelijkertijd een stuk of twee drie aan het bloed zuigen.

    Normaal gezien slaap ik daar gewoon door en sta ik gewoon stampvol muggenbeten. (Gelukkig is dat bij mij meestal maar een klein rood puntje en jeukt het niet — bij mijn oudste dochter worden dat enorme rode jeukende bobbels.) Om de één of andere reden waren het er deze nacht enorm veel en enorm luidruchtige en bovendien enorm pijnlijke.

    De grafiek hierboven lijkt trouwens te zeggen dat ik nog wel hier en daar een redelijke tijd aan één stuk geslapen heb, maar da’s niet waar: al die “light sleep” is eigenlijk doorvlochten van wakker worden, roze lijntjes die zelfs op het hoogste niveau van detail niet zichtbaar zijn. Het langste dat ik na 4 uur heb geslapen volgens mijn uurwerk is 23 minuten, tussen 4u44 en 5u07. En zelfs daar ben ik niet zeker van: dat zou wel eens kunnen geweest zijn als ik met mijn hoofd zo roerloos mogelijk onder het dekbed lag.

    En in het algemeen zeggen de cijfers hetzelfde:

    7% meer wakker gelegen dan gemiddeld, 4% minder REM-slaap en 4% minder lichte slaap. Niet goed!

    De gevolgen zijn ernaar. In meetings sinds 9u vanmorgen (leve thuiswerken: in bed liggen tot acht minuten vóór de eerste meeting!), en dan ging ik iets doen na de laatste meeting, en ik wist precies wát ik ging doen, maar dan deed ik iets anders dat rap kon gedaan worden, en toen wist ik van haar noch van pluimen wat ik eigenlijk ging doen.

    Ik heb al mijn vele tientallen open vensters op mijn computer één voor één bekeken om te zoeken naar hints, en dan drie mailboxen en drie kalenders, en ik ging het juist opgeven toen het mij eindelijk te binnen schoot. (Een oude template opzoeken om een rapport in over te zetten, dat was wat ik ging doen.)

    Iemand anders zou het misschien op de leeftijd steken. Ik steek het op slecht slapen. Slecht slapen is de oorzaak van veel slechte dingen.

    Hard aangeraden boek daarover, trouwens: Why We Sleep. Ge gaat nooit meer op dezelfde manier over slaap denken.

  • Ik zag het passeren in de gazet, dat er nog maar eens een boek met memoires gesschreven was door iemand die voor de Trumps gewerkt had. Stephanie Grisham is de vrouw die negen maand White House press secretary is geweest en het gepresteerd heeft om niet één officiële news briefing te geven. Het boek werd dan ook genadeloos neergesabeld door onder meer de verzamelde late night hosts.

    Ik was benieuwd.

    En kijk, het is niet zo erg als men zegt dat het is. Mevrouw Grisham is er zich (nu) van bewust wat er eigenlijk gebeurde, hoe ze jaren aan een stuk de macht en de positie naar haar hoofd liet stijgen, en excuus na excuus verzinde. Voor de twee Trumps, maar vooral voor zichzelf.

    Ik vond het niet eens zo slecht.

  • Genekt door de fotoronde

    Het viel allemaal nog eigenlijk redelijk mee, in de quiz, maar toen kwam de fotoronde. Ik dacht dat iedereen het moeilijk zou hebben, maar we haalden zeven op zestien en dat was als ik mij niet vergis de allerlaagste score van iedereen. De zestienen en vijftienen op zestien waren in de meerderheid.

    Dan moogt ge nog 15/16 halen in andere rondes: het is verloren, en ge weet het.

    Ah well. Elfde geworden. Ne keer azo en nekeer anders.

  • Circe

    The Song of Achilles was uitstekend, en Circe is ook uitstekend. Voilà, meer moet er niet gezegd worden.

    Circe is de heks op het eiland Aeaea (die met de varkens en Odysseus en alles), en Miller schrijft in dit boek haar levensverhaal. Hoe ze geboren wordt als de oudste dochter van Helios, de machtigste van alle titanen, maar hoe ze noch haar vaders noch haar moeders krachten erft. Hoe ze uiteindelijk tovenarij leert — pharmakeia, heet het in het boek — en hoe ze verbannen wordt naar een eenzaam eiland. Hoe ze haar zus helpt als ze zwanger is van de Minotaurus en hoe ze daar Daedalus en Icarus tegenkomt. Hoe ze eeuwen lijdt onder schuldgevoel wegens wat ze Scylla aandeed. Hoe ze Medea helpt, en later Odysseus.

    Maar vooral: hoe ze groeit als persoon, en uiteindelijk wordt wat ze eigenlijk diep vanbinnen altijd al was.

    Een serieus schoon boek.

  • Het einde van de trilogie binnen de First Law-boeken, en ik hoor links en rechts zeggen dat het misschien wel het einde van de First Law-boeken zou kunnen zijn. Als dat zo is, is het een waardig einde.

    Dit is de logische conclusie van de vorige boeken: de revolutie is uitgebroken, en zoals revoluties de neiging hebben te doen, eet ze haar eigen kinderen op. Geen guillotines hier, maar wel publieke ophangingen, en als dat niet meer spectaculair genoeg is: mensen van een hoge toren naar beneden smijten.

    Het verhaal had een paar kansen op een happy end, maar zo werkt het in het echte leven ook niet. Wat op het eerste zicht een mooie afsluiting van het verhaal lijkt te zijn, blijkt het begin van een nieuw soort miserie — een beetje zoals convention en terreur gevolgd werden door directoire en consulaat.

    Er zijn tuiniers en er zijn architecten, als het op boeken schrijven aankomt: ofwel beginnen met een verhaal en kijken waar het allemaal toe leidt, ofwel beginnen met een outline en dan verfijnen en invullen. George R.R. Martin is een tuinier. Abercrombie is een architect; deze trilogie zit zó meticuleus in mekaar dat er geen speld tussen te krijgen is, en slaagt er daarbij in om enerzijds voortdurend verrassend te zijn, en anderzijds het gevoel te geven dat het eigenlijk niet anders had kunnen verlopen.

    En fijne karakters die méér dan realistisch veranderd worden door de gebeurtenissen in de drie boeken. En spannende ontknopingen. En een propere boog van helemaal boek één van First Law tot boek tien. En het einde dat tegelijkertijd niet en wel open is.

    Ik zou heel, heel graag hebben dat Joe Abercrombie nog veel boeken schrijft. Ik heb al zijn boeken gelezen, en ik kan mij niet herinneren dat ik ooit iets minder dan uitstekend van hem gelezen heb.

  • Het is allemaal relatief

    De weken kruipen voorbij, de maanden vliegen voorbij, de uren kruipen, de weekenden vliegen.

    De enige constante is dat ik mij niet goed voel. 🙂

  • Kent ge dat, van die boeken waar ge een hoofdstuk leest en dan even iets anders doet omdat het te goed is en het boek anders te rap uit zou zijn? Wel, dit is één van dat soort boeken.

    Het is echt zeer zeer goed. In het eerste boek was er een conflict in een protectoraat tussen de Unie en het Noorden, dat nominaal behoorde tot de Unie maar waarop de koning van het minofmeerverenigde Noorden aanspraak maakte. In het begin van het boek was er maar één leger van de Unie aanwezig, en lukte het niet om dat leger te versterken. Orso, de kroonprins, wou het wel versterken, en verzamelde er zelfs op eigen initiatief fondsen voor, maar dan was er een proto-revolutionaire opstand in één van de nieuwe industriesteden, en werd dat leger(tje) naar daar gestuurd.

    Wat dat ene leger, geleid door Leo dan Brock, er alleen voor liet staan. En dan doet dan Brock wat niemand verwacht: hij daagt de koning van het Noorden uit tot een duel, wint tegen alle verwachtingen, en laat hem, tegen nog meer verwachtingen, leven.

    Een hulp bij dat duel is Rikke, een jeugdvriendin van Leo, maar ook de dochter van Dogman, de baas van het protectoraat. En ook een zieneres die de toekomst kan zien.

    En wellicht de hoofdreden dat Orso naar die belegerde stad trok, is omdat Savine dan Glokta er gevangen zat. Savine is de dochter van dehoofdinquisiteur, en een enorm gewiekste proto-industrieel. Ze heeft ook sinds jaar en dag een relatie met de kroonprins. Als ze uiteindelijk bevrijd is, beseft ze dat ze op Orso verliefd is (en omgekeerd), maar als Orso haar ten huwelijk vraagt blijkt dat omwille van redenen niet te kunnen.

    Waarop ze trouwt met Leo dan Brock, de held van de oorlog.

    En dan geraakt Leo in een complot verzeild tegen Orso, die ondertussen koning geworden is. Met op de achtergrond nog altijd het protorevolutionair klimaat en het ongenoegen van de arbeiders, gesteund en aangewakkerd door schimmige figuren die misschien wel deel van het huidige establishment zijn.

    Ik vond het andermaal een zeer, zeer goed boek. Ik heb nog niet veel fantasy gelezen die zich op dat kruispunt van berserkers enerzijds en een vroeg-industriële maatschappij anderzijds en een wereld van magie aan de grijpende hand afspelen. Bijzonder zeer fijne personages, ook.

    De reviews zijn quasi unaniem lovend, maar ik wou de discerning reader toch deze niet onthouden:

    Orso heeft een kant die niet 100% hetero is. En op een bepaald moment worden twee mannelijke nevenpersonages betrapt terwijl ze Het Beest Met Twee Ruggen aan het maken zijn.

    I was shocked, shocked I tell you.

  • Zeven tot zeven

    Wel, ’t was al heel lang geleden, maar het was nog eens een dag van om 7u ’s morgens de deur uit gaan en pas om 19u ’s avonds terug thuis zijn.

    Een hele dag werken bij de klant, en dat het geleden was van vóór de globale pandemie. Het voelde niet alsof het al zo lang geleden was, maar dat is misschien ook gewoon omdat ik zo oud ben en dat de tijd soms zo veel sneller lijkt te gaan dan vroeger.

    Maar neen, ’t is niet voor wekelijkse herhaling vatbaar. Ik werk beter en gemakkelijker als ik thuis ben.

  • Derde leeftijd

    De kat wordt echt oud. Ze ziet er tegenwoordig ook meer en meer als een oude kat uit, met van die plukken haar in plaats van een aaneensluitende vacht. Ze slaapt ook hele dagen en nachten. En ze doet niet anders dan zagen om op mijn schoot te komen liggen.

    Niet dat daar iets mis mee is, verre van, maar ’t wordt wel een beetje vervelend als ze vergeet waar ik ben.

    Dan kruip ik bijvoorbeeld met de kat naar mijn bed, ligt ze daar op mij gedurende een uur of zo, besluit dan naar beneden te gaan eten of drinken of kattenbak te gebruiken, komt ze weer naar boven in de living, en merkt ze dat ik er niet ben.

    Waarop ze hartverscheurend begint te huilen, natuurlijk. En ik ofwel moet roepen (met het gevaar Sandra dan wakker te maken), ofwel uit mijn bed moet kruipen, de kat vanuit mijn trekzetel halen waar ze mij tot haar grote verbazing en verdriet niet gevonden had, en naar dan maar mee naar bed moet slepen.

    Den duts.

  • Nog eens maandag

    Het is de eerste dag van één van dit soort weken in één van dit soort maanden:

    Week na week na week vijf dagen per week. Dat zijn, vind ik, de minst aangename maanden. Volgende maand ziet er zo uit, en dat is al heel wat aangenamer:

    De maand daarna ziet er zó uit, en dat is uiteraard nog veel meer in orde:

    ’t Is niet dat ik aan het aftellen ben of zo hé, maar ik ben wel aan het aftellen.

  • 54 minuten

    Mijn jongste dochter moet een boek lezen voor Nederlands op school, en het is 54 minuten geworden, van Marieke Nijkamp. Ik blijf graag op de hoogte, dus ik heb het boek ook maar eens gelezen.

    Dat heeft minder dan een uur geduurd, want als er één boek is dat gemaakt is om diagonaal te lezen, is het dit wel. Het boek vertelt, tja, 54 minuten tijdens een school shooting ergens in Opportunity, een bekrompen gat in Alabama. Door een Nederlandse schrijfster, jawel, en waarom ook niet?

    Eén reden waarom misschien toch niet: het boek is écht niet goed geschreven en geresearched. Ik heb de indruk dat ik een meer realistische omschrijving van smalltown America zou kunnen schrijven. En elk personage is een karikatuur. Motivaties? Karakterontwikkeling? Nah.

    Tyler, de schutter, is door- en doorslecht. Hij is een verkrachter (niet letterlijk gezegd, maar het ligt er zó vingerdik op), hij is homofoob: hij is helemaal zijn even door- en doorslechte gun nut vader — terwijl zijn zus Autumn karikaturaal goéd is. Ze kan zó goed dansen dat ze een persoonlijke uitnodiging kreeg van Juilliard: ze is helemaal hun fantastisch goede, kosmopolitische, getalenteerde, kunstminnende maar helaas te vroeg gestorven moeder.

    Oh, en omdat het niet clichématig genoeg kon zijn, is ze ook lesbisch. Haar vriendin Sylvie was, ge raadt het nooit, jawel, verkracht door Tyler.

    Alle doodgeschoten personages zijn inwisselbaar en anoniem. Of inwisselbaar en een karikatuur: de hispanic personages krijgen om de zoveel zinnen eens een (vind ik toch) schaamtelijk zinnetje in het Spaans, bijvoorbeeld. Of we hebben twee meisjes waarvan het boek ons zegt dat ze op elkaar verliefd zijn, maar ook daar heeft Nijkamp dat van show, don’t tell maar van zeer ver gehoord. Ik gelóóf geen enkel personage, en de schutter al helemaal niet.

    De reden trouwens dat dit boek zo ongelooflijk snel uit te lezen was — het staat me bij dat ik het misschien wel sneller gelezen heb dan de tijd die het boek beschrijft: het hele boek is één lange gimmick. Minuut per minuut vertellen telkens een paar personages wat ze meemaken. En niet alleen is er veel overlap, eigenlijk zijn er op elk gegeven moment maar een paar personages die het verhaal vooruit laten gaan: Autumn die het grootste deel van het boek quasi-gegijzeld is door haar broer, en Sylvie, waarvan we te weten komen dat zijn en Autumn op mekaar verliefd zijn, en die het grootste deel van het boek de gijzeling meemaakt.

    Er zijn ook nog een reeks kinderen die toevallig niet aanwezig waren om gegijzeld te raken en dus toevallig beschikbaar waren om achtergrond te vertellen, maar ik kan me eigenlijk zelfs niet meer herinneren wat hun bijdrage aan het verhaal was. Het was niet wezenlijk nodig, in alle geval.

    Wat wél wezenlijk nodig was, maar totaal afwezig, was het standpunt van Tyler. Pijnlijk.

    Een teleurstellend, teleurstellend boek.

  • La sortie

    We zijn naar een trouw geweest, en ’t was de tweede keer op drie weken tijd dat we buitenshuis waren.

    Binnenkort is er een eten, en er is ook nog begot teambuilding met het werk, ik ga weer quizzen, en dan ga ik nog twee keer zowaar op weekend met maten.

    Pas op hé, op het moment zelf vind ik dat allemaal wel wijs, maar ik word er meer dan een beetje nerveus van als ik het zo op een rij zet. :/

  • Hoboy hoboy hoboy. Ik heb net een schier eindeloos aantal objectief niet zo goede boeken gelezen: de 11 (elf!!) boeken van Marjorie M. Liu’s Dirk & Steele-reeks en ik kijk er zó naar uit om weer degelijke dingen te kunnen lezen.

    A Little Hatred begint met een vrouwelijk personage in hoofdstuk één: Rikke, dochter van een Named Man uit het Noorden. Zijn is grappig en moedig en heeft iets van toverkrachten. In het tweede hoofdstuk zien we een mannelijk personage. Hij is knap en gespierd en moedig, en deels opgevoed in het Noorden maar nu aan een inval bezig. Dirk & Steele had mij dus geconditioneerd dat ze against all odds hopeloos stapelverliefd op mekaar zullen raken, spannende avonturen zullen beleven, veel seks zullen hebben terwijl we ondertussen ook nog wat bijleren over de allesomvattende backstory, en dat ze op het einde van het boek gaan trouwen en voor eeuwig bij elkaar blijven.

    Spoiler: ze hébben inderdaad wilde seks. En ze zijn arguably verliefd op mekaar: ze kennen elkaar eigenlijk al van toen ze klein waren.

    Maar daar stopt de gelijkenis met Dirk & Steele, want dit is Joe Abercrombie, en Joe Abercrombie schrijft adembenemend goede boeken, met échte personages in een échte wereld, waar weinig of niets zo eenvoudig is als het lijkt in boeken als Dirk & Steele, en waar het end zelden of nooit echt happy is, en eigenlijk ook meestal niet eens een end.

    A Little Hatred is het eerste deel van een trilogie in de First Law-wereld. First Law is misschien nog wel het best te omschrijven als enorm realistische en onglamoureuze Swords & Sorcery. Tussen ontroerend en grappig en schrijnend en spannend, en altijd buitengewoon goed geschreven.

    Dit is niet anders. Het verhaal speelt zich ongeveer een generatie na het vorige First Law-boek af, en Abecrombie doet wat ik bijna alleen Terry Pratchett heb weten doen: een fantasy-wereld in de industriële revolutie hijsen.

    Met heerlijke personages opnieuw. En spannend. En grappig. En schrijnend. En zó goed.

    Ongelooflijk aangeraden. De vorige First Law-boeken lezen is hoedanook aangeraden, maar niet nodig om hiermee mee te zijn.

  • Dirk & Steele #11: Within the Flames

    Positief eerst: dit was een bovengemiddeld goed Dirk & Steele-boek. De cover toont voor één keer een personage dat een beetje lijkt op iemand die écht in het boek voorkomt: Lyssa is een shapeshifter die een draak kan worden maar toen ze twaalf was en een boze heks haar ouders vermoordde, is haar ene arm in draakvorm blijven steken.

    Negatief, om er van af te zijn: dit is het laatste boek in de Dirk & Steele-reeks, maar het is hoegenaamd geen einde. Al de dingen die in de achtergrond geteased werden, van cosmic horror en overnemen van de wereld door demonen en vechtingen tussen families, daar wordt precies niéts van geresolved.

    Maar bon. Lyssa is dus al sinds haar twaalf jaar op de vlucht voor die boze heks. Ze vertrouwt bijna niemand en als op een bepaald moment één van de weinige mensen die ze wel vertrouwt besluit om Dirk & Steele te vragen haar te helpen, ziet ze dat uiteraard niet zitten.

    De persoon die naar haar gestuurd is, is Eddie, die al in een reeks vorige boeken sympathiek is komen doen: hij kan vuur maken in allerlei vormen. Sinds een accident in het oerwoud in een vorige boek waar hij eigenlijk dood had moeten zijn, heeft hij veelk meer kracht maar verliest hij ook soms alle controle. Hij heeft ook een verleden waarbij hij heel zijn jeugd op de vlucht en thuisloos was.

    Ze worden onvermijdelijk stapelverliefd op mekaar, hebben veel seks, en op het einde is er een happy end en gaan ze trouwen en voor eeuwig bij elkaar blijven.

    Beter dan gemiddeld, maar wel kwaad dat er geen vervolg meer is.

  • Dirk & Steele #10: In the Dark of Dreams

    ’t Is Perrin de verbannen meerman en Jenny de vrouw die hem ooit eens tegenkwam op het strand toen ze allebei twaalf waren, en die nu de wereld afreist op zoek naar vreemde zeewezen. Maar als ze heel eerlijk is met haarzelf, is Jenny eigenlijk op zoek naar Perrin.

    Perrin en Jenny hadden jarenlang ’s nachts een soort gedeelde droom, waar ze elkaar tegenkwamen op het strand van een eiland, maar sinds acht jaar is die droom er niet meer. Het is ook sinds acht jaar dat Perrin uit de zee is verbannen naar land. Hij heeft een parcours van twaalf stielen en dertien ongelukken doorlopen, met onder meer ook ergens een jaar in de gevangenis, en tegenwoordig is hij onderhoudspersoneel in een aquarium.

    Lang verhaal kort: ze worden zeer, zeer langzaam stapelverliefd op mekaar — ook omdat ze alletwee gehavende mensen zijn — maar uiteindelijk hebben ze veel seks. En we leren ook nog wat bij over de allesomvattende backstory, en op het einde is het hoezee happy end, en gaan ze trouwen en voor eeuwig bij elkaar blijven.

    Dit is het voorlaatste boek van de reeks, en ik moet zeggen dat ik er niet gerust in ben dat het allemaal in één boek kan afgewerkt worden. Er zijn minstens drie organisaties die eigenlijk allemaal uit dezelfde familie afkomstig zijn, en dan zijn er nog demonen in het spel, en een groep die de hele wereld aan die demonen wil geven, en ook nog elfen en alles.

    Ik ben benieuwd naar dat laatste boek.