• Visualisatie

    Het einde van een maand is een nieuwe grafiek. Elke maand verander ik er wel iets aan — ’t is de bedoeling dat ik tegen het einde van het jaar iets bruikbaars heb.

  • Paper Girls v1-v6

    Ik lees Brian K. Vaughn graag. Dit was geen uitzondering. En de tekeningen zijn ook machtig schoon.

    Het is 1988 en vier twaalf jaar oude meisjes — paper girls, zoals paper boys maar dan vrouwelijk, die kranten verdelen vanop de fiets — komen op iets tegen dat er op het eerste zicht als aliens uitziet, maar eigenlijk tijdreizigers zijn.

    Ze geraken betrokken in een oorlog doorheen de tijd, met aan de ene kant ruwweg mensen die zeggen dat er niet aan de tijdslijn mag gemorreld worden, en aan de andere kant ruwweg mensen die zeggen dat het niet verkeerd is om iedereen een zo goed mogelijk leven te geven, zelfs als dat wil zeggen dat er een beetje gemoost wordt met de tijd.

    Het is spannend en ontroerend en het zit ingenieus in mekaar, en het is van harte aangeraden.

  • Het komt dichterbij

    Een fijne collega die ik maandag nog zag op de verplichte teambuildingdag, blijkt besmet te zijn.

    Een naast collega van Sandra, die zich goed genoeg voelde om toch nog naar het werk te komen, blijkt besmet te zijn.

    ’t Is nu wachten op de resultaten van de test van Sandra.

    Spannend.

  • Total Eclipse

    Een oude cover van op het internet wegens te leeg om een foto te nemen van mijn eigen exemplaar.

    Er was een discussie over boeken over aliens en iemand zei dat dit een klassieker was, en ik herinnerde mij vaag dat ik dat gelezen had. Ik ging kijken of ik het staan had in de bibliotheek en jazeker. (Uiteraard heb ik het dan digitaal gelezen, ik ben geen barbaar.)

    Geschreven in 1974 en hoboy, het is echt wel jaren-1970. Er is één ruimteschip dat sneller dan het licht kan gaan, en mensen hebben één planeet ontdekt waar honderdduizend jaar een beschaving eventjes heeft gebloeid. Drieduizend jaar, om precies te zijn, en dan hopla weg.

    Er worden wetenschappers naar de planeet gestuurd om onderzoek te doen, en in het begin van het boek is het net de tweejaarlijkse aflossing van de wacht. Maar misschien is het wel de laatste aflossing, want ook aan boord is een soort karikatuur van een kolonel uit een kolonelsregime, die in naam van de Verenigde Naties komt kijken of er geen gevaar dreigt van het werk dat er gedaan wordt.

    Na de landing blijkt al snel dat er inderdaad geen gevaar dreigt, en verdwijnt de kolonel weer. Waardoor het boek geen antagonist meer heeft, en verzandt in eindeloze discussies en expositie.

    Uiteindelijk komen ze er achter wat er gebeurd is, en waardoor de hele beschaving op geen tijd helemaal teniet ging.

    Het kwam voor de lezer niet als een verrassing. En de ontknoping van het boek ook niet. Het was zeer, zéér jaren-1970, met wat psychedelische uitlopers van de jaren-1960 en wat voorschaduwing van het doemdenken van de jaren-1980. Ik geef het boek twee sterren op vijf, en dat alleen uit nostalgie omdat ik me herinner dat ik het vroeger goed vond. Maar eigenlijk is het dat niet waard.

  • We got this far — now bring it home

    Mark Kermode zegt het gelijk het is.

    Nu wachten op deel twee. Nog een paar jaar.

  • De kat

    Ze was kwaad op mij omdat ik een paar dagen niet thuis was — zaterdag niet en zondag niet en maandag pas laat thuis.

    Maar dus echt hé: gewoon met haar rug naar mij komen zitten terwijl ik aan het werken ben, in plaats van gelijk anders te neuten om opgepakt te worden.

    Ik ga ervan uit dat het niet permanent zal zijn. 🙂

  • Wijn

    We hadden teambuilding met het werk. Eén van de dingen die we gedaan hebben tijdens de teambuilding was een wijn- en chocolade food pairing masterclass.

    Dat zijn veel dure woorden om te zeggen dat een uitstekende chocolatier, Anton Van de Maele, en een uitstekende sommelier, Jeroen Ascoop, samen hebben gezeten om pralines te maken die bij zeer specifieke wijn passen en omgekeerd. De chocolade heb ik aan mij moeten voorbijgaan — nieren, weetwel — maar de wijn heb ik wel gedronken.

    Ik ben geen mens die wijn drinkt, door de band.

    Maar wél uitstekende wijn geproefd. En, voor de allereerste keer in mijn leven: ik heb er zelfs besteld.

    Miserie! Ik zou het allerliefst besteld hebben bij de fijne mens die de workshop deed, maar die levert niet aan huis! ’t Is wreed hoe een mens geconditioneerd is door de coolblues en de bol.coms en de takeways.be van deze wereld.

    Ik heb dan maar gezocht naar de wijn die ik wou bij iemand die wél aan huis levert, en daar besteld. Het was bijzonder moeilijk te achterhalen hoe dat precies zou gebeuren, zowel de levering als de betaling, want de algemene voorwaarden en zo stonden op een pagina die niet meer op het internet was, maar hey. Bevestingsmailtje, en dan vanmorgen een telefoon.

    Dat mijn drie flessen wijn nog op voorraad zijn, dus dat het geen probleem zal zijn.

    Euh, en hoe wordt dat dan geleverd?

    Ah ja, maar levering? Wij zitten niet op het einde van de wereld, weet ge wat, komt er zelf om. En belt een uurke op voorhand om te kijken of we er zijn, want we zijn een magazijn en geen winkel.

    Ahem ja.

  • Ik las dit boek wegens, ah ’t zal wel zijn: sex!

    Dat, en ook dat het van overal aangeraden was als een boeiend en ontroerend en meeslepend boek over verslaving — waarvan sex en porno maar één uiting zijn.

    Ik kan daar zeer kort over zijn: neen. Het was niet boeiend, het was niet meeslepend, het was niet ontroerend, en er komt al bij al zeer weinig sex en porno aan te pas.

    Een zeer rijke vrouw flittert van continent naar continent, heeft veel sex met veel mensen, en vindt zichzelf dan in de new age-dinges. Ho hum.

    Naast al de andere dingen die dit boek niét was, was het één ding wel, en da’s onvergeeflijk: saai.

  • Noumena #2: Truth of the Divine

    Ik had deel één hiervan gekocht om een mij nog altijd onduidelijke reden. Pre-ordered ooit eens, en dan stond het plots op mijn Kindle. Dit heb ik ook ge-pre-ordered. Ik heb de redenen daarvoor wél nog staan: niet omdat ik het eerste boek uitstekend vond, of eigenlijk zelfs goed. Wel omdat ik mij afvroeg wat er zou gebeuren. En dat het wel eens had gekund dat het vervolg beter geschreven was dan het eerste boek. En omdat er ergens wel goeie concepten in zaten.

    Is dit veel beter? Ik denk het niet.

    Het is iets beter geschreven. Hoofdpersonage Cora heeft een “fusion bond” met een alien, ’t is te zeggen dat ze op de een of andere manier empathisch verbonden zijn. In de maatschappij van de alien is zo’n bond voor het leven. Cora heeft een resem zaken aan de hand met haar — ongetwijfeld een paar lijnen letterwoorden en andere diagnoses, en dat wordt niet meteen geholpen door de miserie dat de alien waarmee ze verbonden is, ook al onherroepelijk kapot is in zijn hoofd. Ze is de enige vertaalster voor wat de aliens zeggen, maar het voelt absoluut niet aan alsof dat eigenlijk belangrijk is. En dan neemt ze ontslag uit die functie, en ook dat heeft weinig gevolgen. En dan komt er een nieuwe alien geland op aarde, en doen we een doorslagje van wat er in het eerste boek gebeurde. Er is ook een boyfriend die op allerlei onwaarschijnlijke manieren precies de juiste persoon op de juiste plaats is, en oh ja natuurlijk is hij Bruin en moslimachtig, en oh ja natuurlijk is hij onnoemelijk knap en slim en zo rijk als de zee diep is, en eurgh ik word er moe van, vooral omdat zijn verhaal eindig op het einde van dit boek.

    Truth of the Divine leest eigenlijk vooral als één lange zaag- en klaagstonde van Cora. Aangenaam lezen? Neen, niet echt. Het begint met een voorwoord, een soort waarschuwing van de auteur aan de lezer: ik ben dat beginnen lezen maar ik heb het voor de rest overgeslagen — het gaf vooral de indruk van (1) kijk eens wat voor uitstekende schrijver ik ben en (2) pas op trigger warnings en dit boek zal heel zwaar worden.

    Er is véél te zeggen over de onderwerpen waar het boek over gaat, maar het lijkt alsof Lindsay Ellis blijft steken in platitudes en expositie. En dat ze zichzelf veel te serieus neemt. De titel, Truth of the Divine, is daar een perfect voorbeeld van. Ik zou van ver noch van dicht weten waarom dit precies de titel zou moeten zijn. Het slaat op een dertien-in-een-dozijn-dingetje over “the divine” en “God” en bladiebla, dat praktisch niets met het verhaal te maken heeft.

    Ik ben nog altijd benieuwd naar het vervolg van het verhaal hé, daar niet van. Maar het zou vele tientallen keren beter geweest zijn als Ellis er een degelijke schrijver had bijgenomen om haar ideeën neer te pennen. En ik ga het derde boek niet kopen. Zó benieuwd ben ik nu ook niet.

    Uit nieuwsgierigheid ben ik gaan kijken naar de reviews op Goodreads, en kijk: ik ben het helemaal eens met deze review.

  • Verdronken

    Een fijne collega gaat binnenkort over de grens. Ik zocht het gehucht op waar hij naartoe gaat, en dan kwam ik via een link op een dijk, en dan via een link op een verdronken dorp en dan een lijst van verdronken dorpen. En als ik die verdronken dorpen één voor één afga, kom ik alsmaar artikels in Zeeuwse Ankers tegen.

    Maar zo ongelooflijk boeiend!

    Zoals dit verhaal bijvoorbeeld, over hoe Vinninghen niet verdronken is maar overvleugeld door het nabijgelegen dorp Hoedekenskerke. Dat is degelijk geschreven, dat staat vol foto’s, en dat doet mij met elk volgend artikel zo hard spijt hebben dat ik geen archeoloog of historicus geworden ben.

    Een verdronken verleden toekomst, als het ware.

  • The Echo Wife

    Tja. Dit is één van die boeken die ik een tijd geleden had gekocht wegens hard aangeraden, op mijn Kindle had gezet, en tegen dat ik er aan begon al helemaal vergeten was waar het over ging of waarom ik ervoor had gekozen om het op de lijst van te lezen boeken te zetten.

    In dergelijke gevallen doe ik het boek gewoon open en begin ik te lezen, zonder eerst het wat en waarom te gaan oprakelen. Gevolg is dat ik absoluut geen idee had aan welk genre ik me mocht verwachten, laat staan aan welk verhaal.

    Het boek opent op een prijsuitreiking-slash-huldiging genre Nobelprijs, ergens in de nabije toekomst, voor Evelyn Caldwell. Caldwell heeft wereldschokkende dingen gedaan in kloononderzoek, zo blijkt. Ze is ook nét officieel gescheiden, en ze heeft het daar heel erg moeilijk mee.

    Blijkt dat haar man een hele tijd (jarenlang?) een verhouding had achter haar rug, met ene Martine. En dán blijkt dat Martine een kloon is van Evelyn. En dan is de ex dood, en zitten vrouw en kloon met een probleem.

    Bon kijk. Ik zie wat Gailey probeert te doen met dit boek. Niet moeilijk: het ligt er vingerdik op. Wat zeg ik, vuistdik. Dit is een boek over grooming en misbruik en dat al dan niet te boven komen, en over identiteit en overleven. Dat was voor iedereen redelijk snel duidelijk, en mocht het niet duidelijk geweest zijn, wordt het zeer expliciet gemaakt in de acknowledgements:

    Here are the people without whom this book would not be possible:

    The adult man who groomed and abused me in my teens and early twenties, who put his fingers onto the still-warm plastic of my brain and gripped tight as he could, who shaped me into someone who understood harm to be a form of love;

    Those who encouraged him, covered for him, protected him, and benefited from his actions;

    Those who helped me escape him when the time came;

    Those who stuck with me, and those who could not;

    [etc.]

    Ja. Alle respect.

    Maar. Dat het boek over een zwaar en belangrijk thema gaat, ontslaat het er niet van dat het goed geschreven moet zijn. De klonen in deze wereld zijn tools, normaal gezien gemaakt voor een zeer welbepaald en beperkt doel: als body double voor een politicus bijvoorbeeld, of (beeld ik me in) als stuntman voor een acteur. Ze hebben bewustzijn, zijn zo intelligent en empathisch en al de rest als nodig, maar het blijven werktuigen. De vergelijking met Westworld is snel gemaakt, maar de vergelijking maken is ook meteen de vinger op de zwerende wonde leggen: in Westworld waren de robots vele keren beter uitgewerkt dan de klonen in The Echo Wife.

    Ik kan veel verdragen van science fiction, maar niét dat de science waarvan sprake gewoon belachelijk onplausibel is. Op de één of andere wijze is het mogelijk om volwassen klonen te doen groeien op zeer korte tijd, en die dan wakker te laten worden en ze te doen geloven dat ze de oorpronkelijke persoon zijn.

    Om nog niet te spreken van de world building. Klonen maken, zo lijkt het, is iets dat één of twee mensen kunnen doen, zonder dat wie dan ook daar vragen over stelt. Effect op de maatschappij? Geen flauw idee, niemand staat er bij stil. En het is tegelijkertijd zeer gewoon maar ook totaal vernieuwend en de enige die het écht goed kan doen is die Evelyn.

    En, totaal niet te vergeven: het is een saai, saai, saai boek. En plotgaten! Eén voorbeeld: iemand kan er zomaar een paar maanden vantussen knijpen en dan (ja, spoiler warning) vervangen worden door een kloon en niemand die er wat dan ook over zegt. Waanzin. Belachelijk.

    Bah. De synopsis leest als iets waar ik instant op verliefd zou worden, qua concept. Maar het werkt niet. Pech.

  • Suboptimaal

    Mijn uurwerk zegt mij dat ik een degelijke tot goede nacht heb gehad, met een groen sterretje erbij zelfs:

    Maar ik heb verschrikkelijk slecht geslapen vannacht. Al die roze dingen, dat is wakker liggen. In detail ziet dat er zo uit:

    Vanaf iets voor vier uur vannacht heeft een hele zwerm muggen beslist rond mijn hoofd te kamperen en er een soort van slemppartij te houden, met telkens minstens twee of drie rond mijn oren aan het zoemen en tegelijkertijd een stuk of twee drie aan het bloed zuigen.

    Normaal gezien slaap ik daar gewoon door en sta ik gewoon stampvol muggenbeten. (Gelukkig is dat bij mij meestal maar een klein rood puntje en jeukt het niet — bij mijn oudste dochter worden dat enorme rode jeukende bobbels.) Om de één of andere reden waren het er deze nacht enorm veel en enorm luidruchtige en bovendien enorm pijnlijke.

    De grafiek hierboven lijkt trouwens te zeggen dat ik nog wel hier en daar een redelijke tijd aan één stuk geslapen heb, maar da’s niet waar: al die “light sleep” is eigenlijk doorvlochten van wakker worden, roze lijntjes die zelfs op het hoogste niveau van detail niet zichtbaar zijn. Het langste dat ik na 4 uur heb geslapen volgens mijn uurwerk is 23 minuten, tussen 4u44 en 5u07. En zelfs daar ben ik niet zeker van: dat zou wel eens kunnen geweest zijn als ik met mijn hoofd zo roerloos mogelijk onder het dekbed lag.

    En in het algemeen zeggen de cijfers hetzelfde:

    7% meer wakker gelegen dan gemiddeld, 4% minder REM-slaap en 4% minder lichte slaap. Niet goed!

    De gevolgen zijn ernaar. In meetings sinds 9u vanmorgen (leve thuiswerken: in bed liggen tot acht minuten vóór de eerste meeting!), en dan ging ik iets doen na de laatste meeting, en ik wist precies wát ik ging doen, maar dan deed ik iets anders dat rap kon gedaan worden, en toen wist ik van haar noch van pluimen wat ik eigenlijk ging doen.

    Ik heb al mijn vele tientallen open vensters op mijn computer één voor één bekeken om te zoeken naar hints, en dan drie mailboxen en drie kalenders, en ik ging het juist opgeven toen het mij eindelijk te binnen schoot. (Een oude template opzoeken om een rapport in over te zetten, dat was wat ik ging doen.)

    Iemand anders zou het misschien op de leeftijd steken. Ik steek het op slecht slapen. Slecht slapen is de oorzaak van veel slechte dingen.

    Hard aangeraden boek daarover, trouwens: Why We Sleep. Ge gaat nooit meer op dezelfde manier over slaap denken.

  • Ik zag het passeren in de gazet, dat er nog maar eens een boek met memoires gesschreven was door iemand die voor de Trumps gewerkt had. Stephanie Grisham is de vrouw die negen maand White House press secretary is geweest en het gepresteerd heeft om niet één officiële news briefing te geven. Het boek werd dan ook genadeloos neergesabeld door onder meer de verzamelde late night hosts.

    Ik was benieuwd.

    En kijk, het is niet zo erg als men zegt dat het is. Mevrouw Grisham is er zich (nu) van bewust wat er eigenlijk gebeurde, hoe ze jaren aan een stuk de macht en de positie naar haar hoofd liet stijgen, en excuus na excuus verzinde. Voor de twee Trumps, maar vooral voor zichzelf.

    Ik vond het niet eens zo slecht.

  • Genekt door de fotoronde

    Het viel allemaal nog eigenlijk redelijk mee, in de quiz, maar toen kwam de fotoronde. Ik dacht dat iedereen het moeilijk zou hebben, maar we haalden zeven op zestien en dat was als ik mij niet vergis de allerlaagste score van iedereen. De zestienen en vijftienen op zestien waren in de meerderheid.

    Dan moogt ge nog 15/16 halen in andere rondes: het is verloren, en ge weet het.

    Ah well. Elfde geworden. Ne keer azo en nekeer anders.

  • Circe

    The Song of Achilles was uitstekend, en Circe is ook uitstekend. Voilà, meer moet er niet gezegd worden.

    Circe is de heks op het eiland Aeaea (die met de varkens en Odysseus en alles), en Miller schrijft in dit boek haar levensverhaal. Hoe ze geboren wordt als de oudste dochter van Helios, de machtigste van alle titanen, maar hoe ze noch haar vaders noch haar moeders krachten erft. Hoe ze uiteindelijk tovenarij leert — pharmakeia, heet het in het boek — en hoe ze verbannen wordt naar een eenzaam eiland. Hoe ze haar zus helpt als ze zwanger is van de Minotaurus en hoe ze daar Daedalus en Icarus tegenkomt. Hoe ze eeuwen lijdt onder schuldgevoel wegens wat ze Scylla aandeed. Hoe ze Medea helpt, en later Odysseus.

    Maar vooral: hoe ze groeit als persoon, en uiteindelijk wordt wat ze eigenlijk diep vanbinnen altijd al was.

    Een serieus schoon boek.