• Dirk & Steele #8: The Wild Road

    Het begon alvast interessant: het vrouwelijk hoofdpersonage (er is altijd precies één vrouwelijk en één mannelijk hoofdspersonage) wordt helemaal onder het bloed wakker in een kamer. Er liggen wat lijken in de kamer en ze heeft een pistool. Op haar vest is een papier gepind met daarop “RUN”. Wat ze dan ook doet — maar ze weet niet wat er gebeurd is, wat ze daar doet, en eigenlijk, als ze er over nadenkt, wie ze zelfs is.

    Het mannelijk hoofdpersonage is een broer van Charlie de gargoyle uit boek vier, die toevallig langskomt en zich ontfermt over de vrouw.

    Uiteraard worden ze stapelverliefd op mekaar, hebben ze veel seks, leren we ondertussen nog wat bij over de allesomvattende backstory, en is er op het einde een proper happy end, gaan ze trouwen en blijven ze voor eeuwig bij elkaar.

    Ik verloor de interesse wat in de loop van het verhaal, omdat het vooral personages buiten het verhaal zijn (en van een generatie of twee vroeger) die het allemaal in gang zetten, maar bon.

  • Den hof: bodembedekker (alternatief)

    Het was de bedoeling om aan de ene kant, waar geen zon is, stekelnootjes te hebben als bodembedekker, en aan de andere kant kruiptijm.

    De kruiptijm stond na anderhalf jaar zoals we hadden gehoopt dat hij zou staan, maar helaas: gebrek aan zonlicht en vooral maandenlange drassigheid hebben hem bijna allemaal schielijk doen komen te gaan begin dit jaar.

    Dan maar nieuwe planten gekocht en in de grond gestoken, en uiteindelijk is daar geen enkele van doodgegaan. Ze groeien ook redelijk in de breedte — met wat geluk staat het in pakweg augustus volgend jaar zoals het in augustus vorig jaar stond. Maar ondertussen is al wat geen kruiptijm is, parapluutjesmos.

    Ik ben daar niet ontevreden over. Groen is groen.

  • Het is een gemak als het werkt

    Ik werk in een omgeving waar veiligheid zeer belangrijk is. Sommige dingen kunnen alleen met een account van het werk, sommige dingen kunnen alleen op een computer van het werk, sommige dingen kunnen alleen als men lichamelijk aanwezig is op het werk. Er zijn zelfs hele stukken van het werk waar geen internet is, maar die wereldwijd via een eigen netwerk communiceren.

    Nu, voor de meeste zaken heb ik geen productieomgevingen of productiedata nodig, dus in de praktijk kan 99.9% van het werk gewoon van thuis, op mijn eigen computer, met naast mij een laptop van het werk die via VPN (en wachtwoord, en tokens, en alles) verbonden is met het werk.

    En om het allemaal nóg wat gemakkelijker te maken, is het mogelijk om via een remote desktop (en wachtwoord, en tokens, en alles) te connecteren met die werklaptop. Waardoor ik op één computer (mijn thuisdesktop met drie schermen eraan) alles kan doen dat ik moet doen:

    • documenten en presentaties en alles maken (op mijn eigen computer)
    • dingen op bijvoorbeeld Figma tekenen (op het vrije internet, met mijn werk-account)
    • dingen op bijvoorbeeld Jira en Confluence doen (via remote desktop naar de werklaptop en daar op het werkintranet)
    • (windows)desktoptoepassingen van het werk draaien (via remote desktop naar de werklaptop)
    • unixtoepassingen van het werk draaien (via remote desktop naar de werklaptop en daar via VNC naar een andere computer)

    Meer dan een jaar aan een stuk, om allerlei verschillende redenen, waren er problemen met die remote desktop: eerst lukte copy-paste niet meer van remote naar local en terug. Daarna liep de native toepassing op onvoorzienbare momenten vast. Daarna startte de native toepassing zelfs niet meer op en moest ik terugvallen op de HTML5-client, waardoor ik geen remote multimedia meer had en keyboard shortcuts niet werkten en zo. Daarna lukte het zelfs niet meer met de HTML5-client. En dán lukte het zelfs niet meer om in te loggen op mijn werklaptop.

    Dat was dus over een paar maand tijd gewoon worden aan alsmaar minder en minder efficiënt kunnen werken.

    Maar kijk! Nu is alles weer in orde! En het is ongelooflijk hoe fantastisch het is, als het allemaal doet wat het moet doen! Okay, dat het niet meer crasht is uiteraard zeer goed, maar het clipboard!!! Dat ik een afbeelding of een URL of een stuk opgemaakte tekst kan kopiëren op mijn remote desktop en die dan pasten op mijn eigen computer: wat een ongelooflijke luxe.

    Het is pas op zo’n momenten dat een mens merkt hoe enorm irritant en moraal- en productie-ondermijnend het is, als de techniek niet meewil.

  • Conversie

    Een oude database naar een nieuwe database omzetten, da’s altijd prutswerk. Meestal doe ik dat redelijk ad hoc, omdat het toch maar één keer gebeurt, en omdat het door de band dingen van mij zijn die niemand anders gebruikt, maar deze keer was het anders: een CRM-achtige tool gemaakt in Djange, die dagelijks gebruikt wordt, wordt vervangen door een andere tool. De basiszaken blijven natuurlijk hetzelfde — waar het over mensen gaat, zal het blijven over mensen gaan, en idem voor bedrijven en jobs en events en dergelijke — maar ’t is in de details dat het zit. En de manier van data opslaan.

    Dus heb ik deze keer een scriptje gemaakt om de conversie te kunnen herhalen op elk gewenst moment: uiteindelijk 1669 lijnen python, die één voor één in de juiste volgorde alle nodige tabellen vullen. Het is afgrijselijk vies geschreven, maar het doet wat het moet doen.

    Ik heb zonet een recente conversie van alle data doorgestuurd. Het enige dat nog moet gebeuren (dat hoop ik toch), is de afbeeldingen erin krijgen: er zijn een kleine 1800 mensen en organisaties die een er een moeten krijgen, en ik wist niet goed hoe dat in de nieuwe database gestoken wordt.

    Alles in totaal bij de vijftigduizend dingen omgezet. Spannend.

  • Dirk & Steele #7: The Last Twilight

    De cover toont deze keer geen mooie man maar een mooie vrouw, en op de achtergrond staat er een jachtluipaard. Ge weet hoe laat het is: mooie vrouw ontmoet een mooie man die blijkt een jachtluipaard te kunnen worden.

    Het verhaal speelt zich deze keer af in Afrika, met Ebola-achtige toestanden en dergelijke. De mooie vrouw is dokter Rikki Kin, experte in virussen met een duister recent verleden van ontvoering en marteling (ondergaan, niet zelf doen). De mooie man is Amiri, die er op uitgestuurd wordt om haar te helpen. Hij zal gevangen en werd gemarteld in boek twee: ze hebben, met andere woorden, ’t één en ’t ander gemeen.

    Onder meer dat ze het heel moeilijk hebben met andere mensen vertrouwen, want ja uiteraard zijn ze voor elkaar in de wieg gelegd en zo, maar het was deze keer toch gelijk wat spannender dan het al geweest is in deze reeks.

    Verder gebeuren ook in dit boek spannende dingen, worden ze ook hier stapelverliefd op mekaar, hebben ze veel seks, en leren we ondertussen nog wat bij over de allesomvattende backstory. Happy end klaar, op het einde, dat spreekt.

    (Happy end trouwens, voor Marjorie Liu, is precies altijd dat ze met elkaar trouwen en eeuwig bij elkaar zullen blijven. Dat tweede okay, maar dat eerste: hoe conventioneel!)

  • Dirk & Steele #6.5: Where the Heart Lives

    We wijken zowaar af van de geijkte formule! Dit is een (heel korte) prequel voor de hele serie, die zich zo ongeveer een generatie afspeelt voor Dirk & Steele opgericht wordt.

    Lucy is een afstammelingen van de Magi van het eerste boek (en het steekt mij al lang heel hard tegen dat hij “Magi” is en niet “Magus”, maar bon). Ze komt terecht als dienstmeid bij ene Miss Lindsay, die een kraai kan worden, en ze wordt er verliefd op de zoon van de elfenkoningin. Hun zoon is William Steele van Dirk & Steele.

    Het had gerust vele keren zo lang mogen zijn.

  • Trouwfeest

    Wij hebben gisteren een fijn trouwfeest gehad.

    Kijk, een minuut sfeerbeeld:

  • Dirk & Steele #6: Soul Song

    Jaja, ’t is aan de cover te zien dat het hier om een boek gaat met een niet-lelijke man. Natuurlijk is het in de vijf vorige boeken ook telkens gegaan over een niet-lelijke man en een niet-lelijke vrouw, maar hey. En ja: het zijn boeken van meer dan tien jaar geleden, anders zou er al lang een niet-heteronormatief verhaal in gezeten hebben.

    De formule is voor het eerst in zes boeken niét gebruikt. Het gaat weer over twee personages die onweerstaanbaar op elkaar verliefd worden, spannende avonturen, extra backstory en happy end — maar deze keer is géén van de twee personages een werknemer van Dirk & Steele.

    De vrouw van het koppel, Kitala, is een wereldberoemde gevierde vioolspeelster. De man is M’Cal, een meerman die gevangen is door een heks, die hem dwingt om zielen te stelen. Klinkt een beetje als dat van die gargoyles die gevangen waren door een heks, hoor ik u zeggen? Ha, inderdaad. Met zelfs een goede reden.

    Kitala heeft in het begin van het boek één superkracht, en het is niet meteen een aangename om te hebben: als ze iemand ziet die vermoord zal worden, kan ze zien hoe dat zal gebeuren. Normaal gezien onderneemt ze daar niets tegen, want haar visioen toont niet wanneer of waar het zal gebeuren — kan vandaag zijn maar ook binnen vijftig jaar. Deze keer is anders: tijdens een concert ziet ze een meisje met een mes in haar oog, en ze besluit haar te waarschuwen.

    Waardoor ze samen met het meisje ontvoerd wordt en onverwacht in iets veel duisterder terecht komt dan ze ooit had verwacht. Oh, en toevallig was ook net die nacht M’Cal de meerman er op uitgestuurd om Kitala’s ziel te stelen.

    Redt hij toch niet haar leven zeker, in plaats van haar ziel te stelen? Ge weet het vervolg: er gebeuren spannende dingen, ze worden stapelverliefd op mekaar, ze hebben veel seks, ondertussen leren we nog wat bij over de allesomvattende backstory en happy end klaar.

  • Dirk & Steele #5: Eye of Heaven

    Net zoals de vier vorige boeken, volgt boek vijf proper de formule: de medewerker van Dirk & Steele is deze keer Blue. Hij wil enkel met die naam aangesproken worden, want zijn vader is één van de rijkste mensen ter wereld, en hij wil er zo weinig mogelijk mee te maken hebben.

    Tot die vader Blue via chantage verplicht om zijn halfbroer op te zoeken, de erfgenaam van het Perrineau-fortuin, die ook al in ruzie met zijn vader leeft. Blue’s kracht is electrokinesie, ’t te zeggen dat hij allerlei dingen kan doen met electriciteit. Voelen of er alarmsystemen onder de grond zitten bijvoorbeeld, of als auto’s afkomen hun electronica kapotmaken, of pakweg een hart doen stilstaan.

    Hij schakelt een collega van Dirk & Steele in om de locatie van de halfbroer te vinden, en belandt in een circus. De broer werkt er als ontsnappingsartiest, en Blue redt er bij zijn aankomen meteen het leven van Iris, de knappe wildekattentemster.

    Ze worden — uiteraard! — op mekaar verliefd, al is het deze keer niét meteen het beest met twee russen, wegens alsdat Iris geen mensen aanraakt, wegens alsdat ze aan niemand wil laten weten dat ze niet alleen buitennatuurlijk goed met wilde katten kan communiceren, maar dat ze ook eigenlijk van gedaante kan wisselen naar een kat.

    Volgt spannend avontuur, ondertussen leren we nog wat bij over de allesomvattende backstory en happy end klaar.

    Next!

  • Twee van die dagen

    Het is weer PI planning op het werk. Dat is waar negen grote teams allemaal samen beslissen hoe we de volgende twaalf weken wat wanneer gaan doen. Niet altijd evident, maar het kan nu eenmaal niet anders in een situatie waar al die teams allemaal weliswaar agile werken maar ook allemaal op elkaar moeten steunen voor allerlei afhankelijkheden. (Voor al uw informatienoden daarover: één adres — SAFe.)

    Dat zijn dan dus meetings van letter ’s morgens tot letterlijk ’s avonds, en altijd alert moeten zijn. Ik heb geen probleem met meetings — ik doe dat eigenlijk zelfs graag — maar het zijn wel lange dagen. Met soms moeilijke discussies. En dat het alleen maar kan werken als iedereen echt 100% eerlijk is over wat mogelijk is en wat niet mogelijk is, wat de beschikbare middelen zijn en wat de risico’s zijn.

    Het is eens wat anders dan “jaja komt in orde maak u geen zorgen” enerzijds of “gho ja ik schat dat het wel iets tussen tien en twintig weken werk zal zijn”.

  • Dirk & Steele #4: A Dream of Stone & Shadow

    Charlie is een gargoyle, maar hij is samen met zijn broers gevangen door een boze heks. Hij is onsterfelijk. ’t Is te zeggen, hij kan wel dood gaan, maar dan wordt hij een tijdje later gewoon weer levend. De tijd dat hij dood is, kan zijn ziel rondzwerven in de wereld.

    Tijdens zijn rondzwervingen komt hij een meisje tegen dat in een kelder opgesloten zit en er alleen maar uitgehaald wordt om kinderporno te maken. Charlie kan er niet direct iets aan doen, behalve tegen het meisje zeggen dat hij haar zal helpen. De volgende keer dat hij dood is, gaat hij op zoek naar iemand die er wél iets aan kan doen, en na veel zoeken vindt hij Agatha, een helderziende die bij Dirk & Steele werkt.

    Het is op een ik en een gij koekenbak en primeur! ze moeten elkaar zelfs niet gezien hebben om al van dattem te doen:

    Making love to a beautiful woman while in a non-corporeal form had its benefits. Namely, the exotic and very public locations one could perform such acts; such as airplanes, bathrooms, the edge of baggage carousels, the lines at rental car stations—and in rental cars themselves. While parked, of course. Charlie had never been much of a ladies’ man—for obvious reasons—but he found himself having an indecent amount of fun giving Agatha surprise orgasms everywhere she went.

    Jaha. Het is een novelle en dus kort, en het verhaal is redelijk rechtlijnig: kinderporno, Charlie & Aggie doe er iets aan, en dan moet Charlie nog bevrijd worden.

    Ik vond het misschien wel het beste verhaal in de reeks tot nog toe.

  • Dirk & Steele #3: The Red Heart of Jade

    Het begint min of meer duidelijk te worden, het patroon: elk boek worden er twee nieuwe hoofdpersonages geïntroduceerd, eentje dat bij Dirk & Steele werkt en eentje niet. En dan gebeuren er spannende dingen en worden ze stapelverliefd op mekaar, ondertussen leren we nog wat bij over de allesomvattende backstory en happy end klaar.

    ’t Is hier niet anders Dean Campbell werkt bij Dirk & Steele en is op zoek naar een moordenaar, die mensen verbrandt. En dan komt hij Mirabelle tegen, die hij al in twintig jaar niet meer gezien had, waar hij samen mee opgegroeid was en dat ze onafscheidelijk waren en oh ja klein detail: dat ze er alletwee van overtuigd waren dat de andere morsdood was.

    Neen dus. Zij is ondertussen professor archeologie, en er is een duistere historie van ontvoering en moord nadat haar team een vierduizend jaar oude mummie had gevonden met een stuk jade in haar borst.

    Dit boek speelt zich af in het verre oosten, te weten China en Hong Kong en Taiwan, en jawel, draken en alles.

    Het is geen slecht boek. Het is ook geen uitstekend boek. Ik heb er veel te lang over gedaan, en dat is geen goed teken met dit soort pulp: dat wil zeggen dat het verhaal niet zó enorm boeiend was dat ik meteen het einde wou weten.

    Maar bon, op naar het volgende, want de reeks steekt nog niet tegen.

  • Kemble maakt ruzie

    Toen ik Beowulf aan het lezen was in een nieuwe vertaling, was ik benieuwd naar oudere vertalingen. Ik keek op de wikipediats, en die zei me dat de oudste vertaling naar modern Engels door John Mitchell Kemble was, in 1837. Het internet zijnde wat het internet is, is het tegenwoordig bijna evident dat dat boek ook online te lezen is — en jawel: alhier staat het boek. De vertaling van Beowulf staat in v2, en ik heb er niet meer dan een paar pagina’s van gelezen, maar er zijn inderdaad veel betere vertalingen.

    Wie er zelf aan wil beginnen, trouwens: dit is een fantastische bron van informatie, met de originele tekst, voor elk woord een vertaling, grammatica, en alles.

    ..maar dat geheel terzijde. Vóór Kemble’s vertaling van Beowulf in deel twee van The Anglo-Saxon poems of Beowulf, The Travellers [Widsið], and The Battle of Finnesburh staan 56 bladzijden “Postscript to the Preface”, waar Kemble zijn beklag doet dat hij in het voorwoord van het eerste deel van zijn werk niet genoeg plaats had om te zeggen wat hij wou zeggen, en ook dat hij het toen heel erg druk had, en oh ja ook dat zijn bronnen “laborious as they are, are subject to one serious reproach: they treat mythic and traditional matters as ascertained history”.

    Euh tja. Redelijk fundamenteel probleem, zou ik zo zeggen, ervan uitgaan dat mythes en overleveringen 100% historisch zijn. Maar hey, Kemble, daar zei recent iemand niet voor niets over “best described as an independent scholar of determination and energy but not means”.

    En dan leest ge door die hele boterham vol zaken die tegenwoordig ongetwijfeld al allemaal totaal anders bekeken worden, en zit het leutigste in de staart. Helemaal op het einde van zijn postscript to the preface staat dit — ik kopieer het volledig, ’t is té grappig:

    I wish I could have closed this preface in peace and charity with all men, but it could not be so: a pamphlet has appeared, directed in the most personal and offensive manner against myself, but not confining its attacks to me: the profound contempt which, as scholars and men, both Mr. Thorpe and myself entertain for this production and its author, would but for one assertion made in it, have caused it to remain unnoticed by me, especially as the tone and style in which it is written are its own all-sufficient condemnation. This pamphlet cunningly circulated from Oxford, dated from Oxford, but printed in Holland, contains a statement so seriously affecting the honesty of a great man, as to leave me no discretion as to whether it should or should not be noticed.

    It is stated by the author, that having in a conversation with James Grimm learnt that I was personally unacquainted with him, (a fact perfectly true two years ago, although we have been for nearly five years on terms of confidential correspondence, a fact moreover which the presumed writer of the pamphlet learnt from myself in Cambridge), he put to Grimm the following consistent and logical query, “Why then do you praise him?” To which Grimm answered, “Why, he has praised me, and one hand washes the other, one good turn deserves another.”

    Although, knowing my friend’s short way of dealing with impertinent coxcombs, I thought something of this kind might have been said, but assuredly not in the sense attributed to it, I felt it my duty to myself and Grimm to tell him what was reported of him, especially as I very much, and very justly suspected, that the pamphlet would not be sent to him. His indignant denial of ever having held any such conversation as that attributed to him, was received by me in London, and was voluntarily repeated by him to me this year in Göttingen. The motives of this scandalous fabrication lie open to the sun: with the pamphlet and its author I have now done, and can only regret that his forged dates should have so long imposed upon me, most of all that they should for a while have caused me to entertain an angry feeling towards some of my fellow-labourers in Oxford; they have the fullest apology from me for my error.

    Be the author of the pamphlet a layman or a clergyman, be he a disgrace to Oxford or to Cambridge, I will give him one piece of advice, to remember that it would have better beseemed him, instead of vapouring about Christian feelings, to have acted up to that Christian law which declares “Thou shalt not bear false witness against thy neighbour.” From henceforward he stands stamped as a calumniator and a slanderer in the opinion of all who prefer the open assertion of an honourable, upright, and most distinguished man, to the underhand insinuations of a malicious, anonymous, and most ungentlemanlike scribbler.

    Munich, Nov. 1835.

    Dus iémand heeft gezegd dat Grimm alleen maar positief was over Kemble omdat Kemble iets positiefs had gezegd over Grimm, dat op een pamflet gezet en dat pamflet verdeeld. En Kemble was daar zó van in zijn gat gebeten dat hij heel het verhaal moést in zijn boek zetten.

    Ik ben enorm benieuwd naar de rest van het verhaal.

  • Dirk & Steele #2: Shadow Touch

    Geen idee wat ik verwacht had. Niet dit, in alle geval. Het vorige boek eindigde met een happy end, achtig, maar ik had toch ergens gedacht dat de personages zouden verder gebruikt worden. Neen dus: dit is iets helemaal anders dan het eerste boek. Andere personages, ander type verhaal.

    Artur Loginov is een detective bij Dirk & Steele. Zijn talent: als hij iets of iemand aanraakt met zijn bloot vel, komt hij te weten wat er allemaal in het verleden van dat ding of die persoon gebeurde. Om begrijpelijke redenen heeft hij meestal handschoenen aan. Op een bepaalde dag wordt hij ontvoerd.

    Elena Baxter werkt niet bij Dirk & Steele. Ze is een verpleegster in een hospitaal, en verbergt voor iedereen dat ze mensen kan genezen. Het gemakkelijkste voor haar om te genezen is kanker: gewoon de cellen van het lichaam ervan overtuigen om niet meer kankercellen te zijn — maar ze kan ook gebroken beenderen sneller doen genezen en psychische problemen aanpakken en allerlei.

    (Even tussendoor: een duidelijk teken dat dit boek niet recent geschreven is, dat laatste. Wat in 2006 nog een lovenswaardig iets was — She can mend the mind — is in 2021 uiteraard zwaar problematisch. Iemand die van perfect unieke mensen met hun eigen mind zomaar door handoplegging saaie cookie-cutter neurotypische klonen maakt: brr. Dat is van hetzelfde niveau als zeggen dat ze Dove mensen zou kunnen doen horen, alsof Doof zijn een handicap is.)

    In alle geval: ook Elena wordt op een bepaalde dag ontvoerd.

    Ze worden allebei wakker in een soort gevangenis, waar al redelijk snel blijkt dat er experimenten uitgevoerd worden op mensen als hen. Niet dat ze elkaar zien, in het begin, maar ze horen wel vanalles.

    Lange opbouw kort: ze worden een tijd gemarteld, maar Elena en Artur vinden elkaar en slagen er samen in om zich (met nog een paar lotgenoten) te bevrijden uit de klauwen van het slechte Consortium. Ze blijken ergens in Rusland te zijn, en dan gaan ze allemaal samen iets dat in in Moskou zou gebeuren proberen tegen te gaan.

    Spannend, daar niet van. En er is inderdaad wat worldbuilding, die alleen maar kan uitgebreid worden in volgende boeken. Ik blijf lezen tot het me teveel tegensteekt!

  • Dirk & Steele #1: Tiger Eye

    Eind augustus las ik Monstress, en echt uitstekend was dat niet, maar ook niet meteen rotslecht. Ik had nog nooit van de scenariste gehoord, en schets mijn verbazing als ik zie dat ze een hele reeks paranormal romance-boeken geschreven heeft!

    Ik ben altijd in de markt om wat schlock te lezen, dus hey, waarom niet.

    De Dirk & Steele uit de naam van de reeks is een detectivebureau, gesticht een tijd geleden door ene Dirk en ene Steele, en tegenwoordig nog altijd geleid door hun kinderen (of kleinkinderen, ’t kan zijn dat ik me van generatie vergis). Het verschil met andere detectivebureau’s is dat de detectives van Dirk & Steele paranormale detectives zijn. Er zijn er bij die gedachten kunnen lezen, die telekinese doen, die de toekomst kunnen voorspellen of in het verleden kijken.

    Dela Reese heeft iets van een gevoel voor metaal: van gelijk welk metaal object weet ze wat er allemaal mee gebeurd is, en ze kan er ook vanalles mee maken. Ze is een kunstenares (in metaal), een zwaardsmid, en uiteraard ook een detective bij Dirk & Steele.

    Ze is in Beijing voor een zaak, en als ze daar een lokale markt iets koopt, krijgt ze er van een mysterieuze oude vrouw voor bijna niets een mysterieuze doos bij.

    Blijkt, begot!, dat er in de doos een man opgesloten zat!

    Hari is al een jaar of tweeduizend onsterfelijk en opgesloten in de doos door een slechte tovenaar, en hij moet de persoon die hem uit de doos haalt, dienen tot die persoon schielijk komt te gaan. Klassiek genie-in-de-lamp-scenario, jazeker. En wat geraadt ge? Natuurlijk, Dela behandelt hem meteen als een persoon met een eigen leven, weigert hem commando’s te geven, en het duurt niet één hoofdstuk voor ze op mekaar verliefd zijn.

    Oh en ah ja: Hari is niet alleen eeuwen oud en ongelooflijk knap en onsterfelijk, hij kan ook in een tijger veranderen.

    Kijk, ik ben niet de grootste kenner van literatuur die er is, en mijn opinies over wat goed en slecht is, wat saai en wat interessant, zijn ongetwijfeld met een soeplepel zout te nemen. Maar als een seksscène begint en al een tijdje aan de gang is, en één van de twee partners verandert in een tijger en de seksscène blijft verdergaan, dan ben ik ineens geïnteresseerd waar het nog allemaal naartoe zal gaan in het boek. 🙂

    Bleek dat het niet verder bleef gaan op dat elan, ’t is te zeggen, er komt geen yiffing van welke omschrijving of vorm dan ook in voor, op dat ene korte moment na. Het was verder een competent geschreven boek, met een schrijver die denk ik meer thuis is in Azië dan in Amerika, met een degelijk einde en een belofte van meer worldbuilding.

    Waar ik dus naar het vervolg van uitkijk.