Er zijn een aantal zaken waarvan we hier ten huizen ons altijd gezegd hebben dat áls we dingen zouden kopen, we dan meteen goede dingen zouden kopen die lang kunnen meegaan en die helemaal onze goesting zijn, en geen compromissen waar we maar half content van zijn.
Onze keuken is zo één van die dingen. En de potten en pannen in de keuken ook.
Wij hebben, zoals iedereen vermoed ik, een heel arsenaal aan overgeërfde, bijeengeschraapte, cadeau gekregen en op verloren maandagen zelf gekochten potten en pannen. We gebruiken ze bijna allemaal zeer intensief, en we weten dus redelijk goed wat we in het ideale geval graag zouden kopen. Dat ideale geval, dat komt er meestal niet, want we zijn nogal veeleisend qua kwaliteite en vrees ik bijgevolg nogal duur qua smaak.
We hebben een hele resem aftandse tefalpannen van verschillende diameters en ook wel in wisselvallende staat van ontbinding, een paar grote potten voor grotere hoeveelheden, een paar potten en steelpotten voor kleine hoeveelheden, en dan het betere materiaal: een paar koperen pannen die gebruikt worden voor steaks en dergelijke, de grootste en de tweedegrootste Le Creuset ter wereld voor stoofpotten, een wok van Demeyere, en een soepketel en een pot van Demeyere.
Zeer, zéér content van de Demeyere-dingen. Zeer enorm content van, en dus hadden we besloten dat als we nieuwe dingen zouden kopen, het meteen ook Demeyere zou zijn.
Wil het toeval dat er een stockverkoop was van Demeyere-materiaal vandaag. Dingen die ze ‘tweede keus’ noemen, ‘t is te zeggen potten en pannen met een minuscuul klein foutje in. Een klein krasje aan de onderkant, bijvoorbeeld. Tweede keus, maar eigenlijk geen verschil met een eerste keus die al ooit eens gebruikt is. Oh, maar wél aan 60%, 60%, 70% korting.
Euh ja, serieus de moeite, ja.
Wij zijn er deze namiddag naartoe gegaan, en we hebben een hele kar vol gekocht. (Niet dat we plots heel rijk geworden zijn of zo, ik had een bonus van het werk van jaren geleden gekregen en die moest op, ‘geld moet rollen’-gewijs.)
En zo is dit nu onze collectie Demeyere-gerief. Ja, ge moogt jaloers zijn. 😀
Oh! En wat we ook gekocht hebben: een barbecue! We hadden ooit zo’n ronde barbecue op een voet, maar die is ondertussen jammerlijk weggeroest na jaren trouwe dienst, en bovendien was die een beetje klein geworden voor het gebruik dat we ervan maakten, én bovendien stond er in diezelfde stockverkoop een basic barbecue zonder frullen of wat dan ook voor vijftig euro te koop, en dus hopla! meegetsjoept.
Toen we aan het uitladen waren thuis geraakten we in gesprek met de overbuur, en veel meer dan dat was er niet nodig om een à l’improviste barbecue te hebben met de buren. Wij met zes plus een vriend van Jan, Margaux en Patrick en hun drie kindjes (enfin ja, twee en een half weges dat het laatste nog niet echt barbecue eet) van naast de deur, Michaël en Jet van aan de andere kant van de straat, Katheline en Gaëtan en zoon van twee huizen verder, en dan nog Robrecht en Heidi van wat verder in de straat — da’s dus bijan twintig man, en yep, de barbecue kon het helemaal aan.
Er waren duizend slaatjes en dingen, er was naan en er was bagelbrood met kaas-en-maisdip (dit recept, schat ik: speciaal maar zeer lekker), er was meer dan genoeg vlees (en vleesvervangers voor de mensen die niet graag beestenlijken in hun hoofd duwen), traditioneel werd wat later op de avond de sterke drank bovengehaad, en a splendid time was had by all.