• Noumena #2: Truth of the Divine

    Ik had deel één hiervan gekocht om een mij nog altijd onduidelijke reden. Pre-ordered ooit eens, en dan stond het plots op mijn Kindle. Dit heb ik ook ge-pre-ordered. Ik heb de redenen daarvoor wél nog staan: niet omdat ik het eerste boek uitstekend vond, of eigenlijk zelfs goed. Wel omdat ik mij afvroeg wat er zou gebeuren. En dat het wel eens had gekund dat het vervolg beter geschreven was dan het eerste boek. En omdat er ergens wel goeie concepten in zaten.

    Is dit veel beter? Ik denk het niet.

    Het is iets beter geschreven. Hoofdpersonage Cora heeft een “fusion bond” met een alien, ‘t is te zeggen dat ze op de een of andere manier empathisch verbonden zijn. In de maatschappij van de alien is zo’n bond voor het leven. Cora heeft een resem zaken aan de hand met haar — ongetwijfeld een paar lijnen letterwoorden en andere diagnoses, en dat wordt niet meteen geholpen door de miserie dat de alien waarmee ze verbonden is, ook al onherroepelijk kapot is in zijn hoofd. Ze is de enige vertaalster voor wat de aliens zeggen, maar het voelt absoluut niet aan alsof dat eigenlijk belangrijk is. En dan neemt ze ontslag uit die functie, en ook dat heeft weinig gevolgen. En dan komt er een nieuwe alien geland op aarde, en doen we een doorslagje van wat er in het eerste boek gebeurde. Er is ook een boyfriend die op allerlei onwaarschijnlijke manieren precies de juiste persoon op de juiste plaats is, en oh ja natuurlijk is hij Bruin en moslimachtig, en oh ja natuurlijk is hij onnoemelijk knap en slim en zo rijk als de zee diep is, en eurgh ik word er moe van, vooral omdat zijn verhaal eindig op het einde van dit boek.

    Truth of the Divine leest eigenlijk vooral als één lange zaag- en klaagstonde van Cora. Aangenaam lezen? Neen, niet echt. Het begint met een voorwoord, een soort waarschuwing van de auteur aan de lezer: ik ben dat beginnen lezen maar ik heb het voor de rest overgeslagen — het gaf vooral de indruk van (1) kijk eens wat voor uitstekende schrijver ik ben en (2) pas op trigger warnings en dit boek zal heel zwaar worden.

    Er is véél te zeggen over de onderwerpen waar het boek over gaat, maar het lijkt alsof Lindsay Ellis blijft steken in platitudes en expositie. En dat ze zichzelf veel te serieus neemt. De titel, Truth of the Divine, is daar een perfect voorbeeld van. Ik zou van ver noch van dicht weten waarom dit precies de titel zou moeten zijn. Het slaat op een dertien-in-een-dozijn-dingetje over “the divine” en “God” en bladiebla, dat praktisch niets met het verhaal te maken heeft.

    Ik ben nog altijd benieuwd naar het vervolg van het verhaal hé, daar niet van. Maar het zou vele tientallen keren beter geweest zijn als Ellis er een degelijke schrijver had bijgenomen om haar ideeën neer te pennen. En ik ga het derde boek niet kopen. Zó benieuwd ben ik nu ook niet.

    Uit nieuwsgierigheid ben ik gaan kijken naar de reviews op Goodreads, en kijk: ik ben het helemaal eens met deze review.

  • Verdronken

    Een fijne collega gaat binnenkort over de grens. Ik zocht het gehucht op waar hij naartoe gaat, en dan kwam ik via een link op een dijk, en dan via een link op een verdronken dorp en dan een lijst van verdronken dorpen. En als ik die verdronken dorpen één voor één afga, kom ik alsmaar artikels in Zeeuwse Ankers tegen.

    Maar zo ongelooflijk boeiend!

    Zoals dit verhaal bijvoorbeeld, over hoe Vinninghen niet verdronken is maar overvleugeld door het nabijgelegen dorp Hoedekenskerke. Dat is degelijk geschreven, dat staat vol foto’s, en dat doet mij met elk volgend artikel zo hard spijt hebben dat ik geen archeoloog of historicus geworden ben.

    Een verdronken verleden toekomst, als het ware.

  • The Echo Wife

    Tja. Dit is één van die boeken die ik een tijd geleden had gekocht wegens hard aangeraden, op mijn Kindle had gezet, en tegen dat ik er aan begon al helemaal vergeten was waar het over ging of waarom ik ervoor had gekozen om het op de lijst van te lezen boeken te zetten.

    In dergelijke gevallen doe ik het boek gewoon open en begin ik te lezen, zonder eerst het wat en waarom te gaan oprakelen. Gevolg is dat ik absoluut geen idee had aan welk genre ik me mocht verwachten, laat staan aan welk verhaal.

    Het boek opent op een prijsuitreiking-slash-huldiging genre Nobelprijs, ergens in de nabije toekomst, voor Evelyn Caldwell. Caldwell heeft wereldschokkende dingen gedaan in kloononderzoek, zo blijkt. Ze is ook nét officieel gescheiden, en ze heeft het daar heel erg moeilijk mee.

    Blijkt dat haar man een hele tijd (jarenlang?) een verhouding had achter haar rug, met ene Martine. En dán blijkt dat Martine een kloon is van Evelyn. En dan is de ex dood, en zitten vrouw en kloon met een probleem.

    Bon kijk. Ik zie wat Gailey probeert te doen met dit boek. Niet moeilijk: het ligt er vingerdik op. Wat zeg ik, vuistdik. Dit is een boek over grooming en misbruik en dat al dan niet te boven komen, en over identiteit en overleven. Dat was voor iedereen redelijk snel duidelijk, en mocht het niet duidelijk geweest zijn, wordt het zeer expliciet gemaakt in de acknowledgements:

    Here are the people without whom this book would not be possible:

    The adult man who groomed and abused me in my teens and early twenties, who put his fingers onto the still-warm plastic of my brain and gripped tight as he could, who shaped me into someone who understood harm to be a form of love;

    Those who encouraged him, covered for him, protected him, and benefited from his actions;

    Those who helped me escape him when the time came;

    Those who stuck with me, and those who could not;

    [etc.]

    Ja. Alle respect.

    Maar. Dat het boek over een zwaar en belangrijk thema gaat, ontslaat het er niet van dat het goed geschreven moet zijn. De klonen in deze wereld zijn tools, normaal gezien gemaakt voor een zeer welbepaald en beperkt doel: als body double voor een politicus bijvoorbeeld, of (beeld ik me in) als stuntman voor een acteur. Ze hebben bewustzijn, zijn zo intelligent en empathisch en al de rest als nodig, maar het blijven werktuigen. De vergelijking met Westworld is snel gemaakt, maar de vergelijking maken is ook meteen de vinger op de zwerende wonde leggen: in Westworld waren de robots vele keren beter uitgewerkt dan de klonen in The Echo Wife.

    Ik kan veel verdragen van science fiction, maar niét dat de science waarvan sprake gewoon belachelijk onplausibel is. Op de één of andere wijze is het mogelijk om volwassen klonen te doen groeien op zeer korte tijd, en die dan wakker te laten worden en ze te doen geloven dat ze de oorpronkelijke persoon zijn.

    Om nog niet te spreken van de world building. Klonen maken, zo lijkt het, is iets dat één of twee mensen kunnen doen, zonder dat wie dan ook daar vragen over stelt. Effect op de maatschappij? Geen flauw idee, niemand staat er bij stil. En het is tegelijkertijd zeer gewoon maar ook totaal vernieuwend en de enige die het écht goed kan doen is die Evelyn.

    En, totaal niet te vergeven: het is een saai, saai, saai boek. En plotgaten! Eén voorbeeld: iemand kan er zomaar een paar maanden vantussen knijpen en dan (ja, spoiler warning) vervangen worden door een kloon en niemand die er wat dan ook over zegt. Waanzin. Belachelijk.

    Bah. De synopsis leest als iets waar ik instant op verliefd zou worden, qua concept. Maar het werkt niet. Pech.

  • Suboptimaal

    Mijn uurwerk zegt mij dat ik een degelijke tot goede nacht heb gehad, met een groen sterretje erbij zelfs:

    Maar ik heb verschrikkelijk slecht geslapen vannacht. Al die roze dingen, dat is wakker liggen. In detail ziet dat er zo uit:

    Vanaf iets voor vier uur vannacht heeft een hele zwerm muggen beslist rond mijn hoofd te kamperen en er een soort van slemppartij te houden, met telkens minstens twee of drie rond mijn oren aan het zoemen en tegelijkertijd een stuk of twee drie aan het bloed zuigen.

    Normaal gezien slaap ik daar gewoon door en sta ik gewoon stampvol muggenbeten. (Gelukkig is dat bij mij meestal maar een klein rood puntje en jeukt het niet — bij mijn oudste dochter worden dat enorme rode jeukende bobbels.) Om de één of andere reden waren het er deze nacht enorm veel en enorm luidruchtige en bovendien enorm pijnlijke.

    De grafiek hierboven lijkt trouwens te zeggen dat ik nog wel hier en daar een redelijke tijd aan één stuk geslapen heb, maar da’s niet waar: al die “light sleep” is eigenlijk doorvlochten van wakker worden, roze lijntjes die zelfs op het hoogste niveau van detail niet zichtbaar zijn. Het langste dat ik na 4 uur heb geslapen volgens mijn uurwerk is 23 minuten, tussen 4u44 en 5u07. En zelfs daar ben ik niet zeker van: dat zou wel eens kunnen geweest zijn als ik met mijn hoofd zo roerloos mogelijk onder het dekbed lag.

    En in het algemeen zeggen de cijfers hetzelfde:

    7% meer wakker gelegen dan gemiddeld, 4% minder REM-slaap en 4% minder lichte slaap. Niet goed!

    De gevolgen zijn ernaar. In meetings sinds 9u vanmorgen (leve thuiswerken: in bed liggen tot acht minuten vóór de eerste meeting!), en dan ging ik iets doen na de laatste meeting, en ik wist precies wát ik ging doen, maar dan deed ik iets anders dat rap kon gedaan worden, en toen wist ik van haar noch van pluimen wat ik eigenlijk ging doen.

    Ik heb al mijn vele tientallen open vensters op mijn computer één voor één bekeken om te zoeken naar hints, en dan drie mailboxen en drie kalenders, en ik ging het juist opgeven toen het mij eindelijk te binnen schoot. (Een oude template opzoeken om een rapport in over te zetten, dat was wat ik ging doen.)

    Iemand anders zou het misschien op de leeftijd steken. Ik steek het op slecht slapen. Slecht slapen is de oorzaak van veel slechte dingen.

    Hard aangeraden boek daarover, trouwens: Why We Sleep. Ge gaat nooit meer op dezelfde manier over slaap denken.

  • Ik zag het passeren in de gazet, dat er nog maar eens een boek met memoires gesschreven was door iemand die voor de Trumps gewerkt had. Stephanie Grisham is de vrouw die negen maand White House press secretary is geweest en het gepresteerd heeft om niet één officiële news briefing te geven. Het boek werd dan ook genadeloos neergesabeld door onder meer de verzamelde late night hosts.

    Ik was benieuwd.

    En kijk, het is niet zo erg als men zegt dat het is. Mevrouw Grisham is er zich (nu) van bewust wat er eigenlijk gebeurde, hoe ze jaren aan een stuk de macht en de positie naar haar hoofd liet stijgen, en excuus na excuus verzinde. Voor de twee Trumps, maar vooral voor zichzelf.

    Ik vond het niet eens zo slecht.

  • Genekt door de fotoronde

    Het viel allemaal nog eigenlijk redelijk mee, in de quiz, maar toen kwam de fotoronde. Ik dacht dat iedereen het moeilijk zou hebben, maar we haalden zeven op zestien en dat was als ik mij niet vergis de allerlaagste score van iedereen. De zestienen en vijftienen op zestien waren in de meerderheid.

    Dan moogt ge nog 15/16 halen in andere rondes: het is verloren, en ge weet het.

    Ah well. Elfde geworden. Ne keer azo en nekeer anders.

  • Circe

    The Song of Achilles was uitstekend, en Circe is ook uitstekend. Voilà, meer moet er niet gezegd worden.

    Circe is de heks op het eiland Aeaea (die met de varkens en Odysseus en alles), en Miller schrijft in dit boek haar levensverhaal. Hoe ze geboren wordt als de oudste dochter van Helios, de machtigste van alle titanen, maar hoe ze noch haar vaders noch haar moeders krachten erft. Hoe ze uiteindelijk tovenarij leert — pharmakeia, heet het in het boek — en hoe ze verbannen wordt naar een eenzaam eiland. Hoe ze haar zus helpt als ze zwanger is van de Minotaurus en hoe ze daar Daedalus en Icarus tegenkomt. Hoe ze eeuwen lijdt onder schuldgevoel wegens wat ze Scylla aandeed. Hoe ze Medea helpt, en later Odysseus.

    Maar vooral: hoe ze groeit als persoon, en uiteindelijk wordt wat ze eigenlijk diep vanbinnen altijd al was.

    Een serieus schoon boek.

  • Het einde van de trilogie binnen de First Law-boeken, en ik hoor links en rechts zeggen dat het misschien wel het einde van de First Law-boeken zou kunnen zijn. Als dat zo is, is het een waardig einde.

    Dit is de logische conclusie van de vorige boeken: de revolutie is uitgebroken, en zoals revoluties de neiging hebben te doen, eet ze haar eigen kinderen op. Geen guillotines hier, maar wel publieke ophangingen, en als dat niet meer spectaculair genoeg is: mensen van een hoge toren naar beneden smijten.

    Het verhaal had een paar kansen op een happy end, maar zo werkt het in het echte leven ook niet. Wat op het eerste zicht een mooie afsluiting van het verhaal lijkt te zijn, blijkt het begin van een nieuw soort miserie — een beetje zoals convention en terreur gevolgd werden door directoire en consulaat.

    Er zijn tuiniers en er zijn architecten, als het op boeken schrijven aankomt: ofwel beginnen met een verhaal en kijken waar het allemaal toe leidt, ofwel beginnen met een outline en dan verfijnen en invullen. George R.R. Martin is een tuinier. Abercrombie is een architect; deze trilogie zit zó meticuleus in mekaar dat er geen speld tussen te krijgen is, en slaagt er daarbij in om enerzijds voortdurend verrassend te zijn, en anderzijds het gevoel te geven dat het eigenlijk niet anders had kunnen verlopen.

    En fijne karakters die méér dan realistisch veranderd worden door de gebeurtenissen in de drie boeken. En spannende ontknopingen. En een propere boog van helemaal boek één van First Law tot boek tien. En het einde dat tegelijkertijd niet en wel open is.

    Ik zou heel, heel graag hebben dat Joe Abercrombie nog veel boeken schrijft. Ik heb al zijn boeken gelezen, en ik kan mij niet herinneren dat ik ooit iets minder dan uitstekend van hem gelezen heb.

  • Het is allemaal relatief

    De weken kruipen voorbij, de maanden vliegen voorbij, de uren kruipen, de weekenden vliegen.

    De enige constante is dat ik mij niet goed voel. 🙂

  • Kent ge dat, van die boeken waar ge een hoofdstuk leest en dan even iets anders doet omdat het te goed is en het boek anders te rap uit zou zijn? Wel, dit is één van dat soort boeken.

    Het is echt zeer zeer goed. In het eerste boek was er een conflict in een protectoraat tussen de Unie en het Noorden, dat nominaal behoorde tot de Unie maar waarop de koning van het minofmeerverenigde Noorden aanspraak maakte. In het begin van het boek was er maar één leger van de Unie aanwezig, en lukte het niet om dat leger te versterken. Orso, de kroonprins, wou het wel versterken, en verzamelde er zelfs op eigen initiatief fondsen voor, maar dan was er een proto-revolutionaire opstand in één van de nieuwe industriesteden, en werd dat leger(tje) naar daar gestuurd.

    Wat dat ene leger, geleid door Leo dan Brock, er alleen voor liet staan. En dan doet dan Brock wat niemand verwacht: hij daagt de koning van het Noorden uit tot een duel, wint tegen alle verwachtingen, en laat hem, tegen nog meer verwachtingen, leven.

    Een hulp bij dat duel is Rikke, een jeugdvriendin van Leo, maar ook de dochter van Dogman, de baas van het protectoraat. En ook een zieneres die de toekomst kan zien.

    En wellicht de hoofdreden dat Orso naar die belegerde stad trok, is omdat Savine dan Glokta er gevangen zat. Savine is de dochter van dehoofdinquisiteur, en een enorm gewiekste proto-industrieel. Ze heeft ook sinds jaar en dag een relatie met de kroonprins. Als ze uiteindelijk bevrijd is, beseft ze dat ze op Orso verliefd is (en omgekeerd), maar als Orso haar ten huwelijk vraagt blijkt dat omwille van redenen niet te kunnen.

    Waarop ze trouwt met Leo dan Brock, de held van de oorlog.

    En dan geraakt Leo in een complot verzeild tegen Orso, die ondertussen koning geworden is. Met op de achtergrond nog altijd het protorevolutionair klimaat en het ongenoegen van de arbeiders, gesteund en aangewakkerd door schimmige figuren die misschien wel deel van het huidige establishment zijn.

    Ik vond het andermaal een zeer, zeer goed boek. Ik heb nog niet veel fantasy gelezen die zich op dat kruispunt van berserkers enerzijds en een vroeg-industriële maatschappij anderzijds en een wereld van magie aan de grijpende hand afspelen. Bijzonder zeer fijne personages, ook.

    De reviews zijn quasi unaniem lovend, maar ik wou de discerning reader toch deze niet onthouden:

    Orso heeft een kant die niet 100% hetero is. En op een bepaald moment worden twee mannelijke nevenpersonages betrapt terwijl ze Het Beest Met Twee Ruggen aan het maken zijn.

    I was shocked, shocked I tell you.

  • Zeven tot zeven

    Wel, ‘t was al heel lang geleden, maar het was nog eens een dag van om 7u ‘s morgens de deur uit gaan en pas om 19u ‘s avonds terug thuis zijn.

    Een hele dag werken bij de klant, en dat het geleden was van vóór de globale pandemie. Het voelde niet alsof het al zo lang geleden was, maar dat is misschien ook gewoon omdat ik zo oud ben en dat de tijd soms zo veel sneller lijkt te gaan dan vroeger.

    Maar neen, ‘t is niet voor wekelijkse herhaling vatbaar. Ik werk beter en gemakkelijker als ik thuis ben.

  • Derde leeftijd

    De kat wordt echt oud. Ze ziet er tegenwoordig ook meer en meer als een oude kat uit, met van die plukken haar in plaats van een aaneensluitende vacht. Ze slaapt ook hele dagen en nachten. En ze doet niet anders dan zagen om op mijn schoot te komen liggen.

    Niet dat daar iets mis mee is, verre van, maar ‘t wordt wel een beetje vervelend als ze vergeet waar ik ben.

    Dan kruip ik bijvoorbeeld met de kat naar mijn bed, ligt ze daar op mij gedurende een uur of zo, besluit dan naar beneden te gaan eten of drinken of kattenbak te gebruiken, komt ze weer naar boven in de living, en merkt ze dat ik er niet ben.

    Waarop ze hartverscheurend begint te huilen, natuurlijk. En ik ofwel moet roepen (met het gevaar Sandra dan wakker te maken), ofwel uit mijn bed moet kruipen, de kat vanuit mijn trekzetel halen waar ze mij tot haar grote verbazing en verdriet niet gevonden had, en naar dan maar mee naar bed moet slepen.

    Den duts.

  • Nog eens maandag

    Het is de eerste dag van één van dit soort weken in één van dit soort maanden:

    Week na week na week vijf dagen per week. Dat zijn, vind ik, de minst aangename maanden. Volgende maand ziet er zo uit, en dat is al heel wat aangenamer:

    De maand daarna ziet er zó uit, en dat is uiteraard nog veel meer in orde:

    ‘t Is niet dat ik aan het aftellen ben of zo hé, maar ik ben wel aan het aftellen.

  • 54 minuten

    Mijn jongste dochter moet een boek lezen voor Nederlands op school, en het is 54 minuten geworden, van Marieke Nijkamp. Ik blijf graag op de hoogte, dus ik heb het boek ook maar eens gelezen.

    Dat heeft minder dan een uur geduurd, want als er één boek is dat gemaakt is om diagonaal te lezen, is het dit wel. Het boek vertelt, tja, 54 minuten tijdens een school shooting ergens in Opportunity, een bekrompen gat in Alabama. Door een Nederlandse schrijfster, jawel, en waarom ook niet?

    Eén reden waarom misschien toch niet: het boek is écht niet goed geschreven en geresearched. Ik heb de indruk dat ik een meer realistische omschrijving van smalltown America zou kunnen schrijven. En elk personage is een karikatuur. Motivaties? Karakterontwikkeling? Nah.

    Tyler, de schutter, is door- en doorslecht. Hij is een verkrachter (niet letterlijk gezegd, maar het ligt er zó vingerdik op), hij is homofoob: hij is helemaal zijn even door- en doorslechte gun nut vader — terwijl zijn zus Autumn karikaturaal goéd is. Ze kan zó goed dansen dat ze een persoonlijke uitnodiging kreeg van Juilliard: ze is helemaal hun fantastisch goede, kosmopolitische, getalenteerde, kunstminnende maar helaas te vroeg gestorven moeder.

    Oh, en omdat het niet clichématig genoeg kon zijn, is ze ook lesbisch. Haar vriendin Sylvie was, ge raadt het nooit, jawel, verkracht door Tyler.

    Alle doodgeschoten personages zijn inwisselbaar en anoniem. Of inwisselbaar en een karikatuur: de hispanic personages krijgen om de zoveel zinnen eens een (vind ik toch) schaamtelijk zinnetje in het Spaans, bijvoorbeeld. Of we hebben twee meisjes waarvan het boek ons zegt dat ze op elkaar verliefd zijn, maar ook daar heeft Nijkamp dat van show, don’t tell maar van zeer ver gehoord. Ik gelóóf geen enkel personage, en de schutter al helemaal niet.

    De reden trouwens dat dit boek zo ongelooflijk snel uit te lezen was — het staat me bij dat ik het misschien wel sneller gelezen heb dan de tijd die het boek beschrijft: het hele boek is één lange gimmick. Minuut per minuut vertellen telkens een paar personages wat ze meemaken. En niet alleen is er veel overlap, eigenlijk zijn er op elk gegeven moment maar een paar personages die het verhaal vooruit laten gaan: Autumn die het grootste deel van het boek quasi-gegijzeld is door haar broer, en Sylvie, waarvan we te weten komen dat zijn en Autumn op mekaar verliefd zijn, en die het grootste deel van het boek de gijzeling meemaakt.

    Er zijn ook nog een reeks kinderen die toevallig niet aanwezig waren om gegijzeld te raken en dus toevallig beschikbaar waren om achtergrond te vertellen, maar ik kan me eigenlijk zelfs niet meer herinneren wat hun bijdrage aan het verhaal was. Het was niet wezenlijk nodig, in alle geval.

    Wat wél wezenlijk nodig was, maar totaal afwezig, was het standpunt van Tyler. Pijnlijk.

    Een teleurstellend, teleurstellend boek.

  • La sortie

    We zijn naar een trouw geweest, en ‘t was de tweede keer op drie weken tijd dat we buitenshuis waren.

    Binnenkort is er een eten, en er is ook nog begot teambuilding met het werk, ik ga weer quizzen, en dan ga ik nog twee keer zowaar op weekend met maten.

    Pas op hé, op het moment zelf vind ik dat allemaal wel wijs, maar ik word er meer dan een beetje nerveus van als ik het zo op een rij zet. :/